Stamboom Marijnissen

Adriaen Jan Mathijs van Gorp

Male


Generations:      Standard    |    Vertical    |    Compact    |    Box    |    Text    |    Ahnentafel    |    Fan Chart    |    Media    |    PDF

Generation: 1

  1. 1.  Adriaen Jan Mathijs van Gorp (son of Jan Willem Mathijs van Gorp and Cornelia Willem Jan Oerlemans).

Generation: 2

  1. 2.  Jan Willem Mathijs van Gorp (son of Willem Mathijs van Gorp).

    Jan married Cornelia Willem Jan Oerlemans Bef 1551. [Group Sheet]


  2. 3.  Cornelia Willem Jan Oerlemans (daughter of Willem Jan Oerlemans and Aleijd Dirck Sledden).
    Children:
    1. Cornelis Jan Willem van Gorp
    2. 1. Adriaen Jan Mathijs van Gorp
    3. Cornelis Jan Willem van Gorp
    4. Mathijs Jan Willem van Gorp
    5. Gherit Jan Willem van Gorp
    6. Jan Jan Willem van Gorp


Generation: 3

  1. 4.  Willem Mathijs van Gorp (son of Mathijs van Gorp and Gheertruit Willem Mutsaerts).
    Children:
    1. 2. Jan Willem Mathijs van Gorp
    2. Lijsbeth Willem Mathijs van Gorp
    3. Engelken Willem Mathijs van Gorp
    4. Mathijsken Willem Mathijs van Gorp
    5. Emken Willem Mathijs van Gorp
    6. Jenneken Willem Mathijs van Gorp died Bef 1554.
    7. Cornelia Willem Mathijs van Gorp

  2. 6.  Willem Jan Oerlemans (son of Jan Oerlemans); died Between 1551 and 1563.

    Other Events:

    • Ook bekend als: die Bije

    Willem — Aleijd Dirck Sledden. Aleijd (daughter of Dierck Sledden) died Bef 1551. [Group Sheet]


  3. 7.  Aleijd Dirck Sledden (daughter of Dierck Sledden); died Bef 1551.

    Notes:

    10 februari 1551:
    Willem zoon van wijlen Jan Oerlmans, die men noemt Willem de Bie, weduwnaar van wijlen Aleijda dochter van wijlen Dierck Sledden heeft overgegeven aan Dierck zijn zoon, Henrick zoon van wijlen Jan Bertouts als man van Jenneke, Jan zoon van wijlen Willem van Gorp als man van Cornelia en Jan zoon van wijlen Jan Gherits als man van Lijsbet, allen dochters van Willem en wijlen Aleijd voornoemd
    ten behoeve van hen en ook ten behoeve van Jan onmondige zoon van wijlen Jan zoon van Willem en wijlen Aleijd voors., met afgaan en vertijen etc., zijn tocht en recht van tochtenwege, wat hij bezat en verder al het recht, dat hij heeft in alle havelijke en erfelijke goederen, die hij en wijlen Aleijd zijn huisvrouw, toen die leefde, samen bezaten, hoedanig deze goederen voors. mogen zijn en waar en in welke plaats die gelegen of staande zijn of vergouwen mogen worden, het zij in harde, in weke, in ho ge, in lage, in diepe of in droge of waar men die enigszins zal mogen bevinden binnen de parochie van Tilburg en ook daarbuiten, zoals hij zeide.
    Hij heeft geloofd als schuldenaar super se et bona sua etc. dit overgeven, opdragen, afgaan en ver tijen altijd vast en stendig te houden etc. en nooit meer naar de voors. goederen te talen of te doen ta len met geen enkel recht, geestelijk of wereldlijk, en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal af te doen, behalver dat ze daaruit moeten betalen alle kommer en lasten met ook alle schulden, die men daaruit van rechtswege schuldig is te betalen, en daartoe nog dat zij de voors. Willem hun vader, schoonvader en grootvader daaruit zullen betalen 30 karolus gulden jaarlijkse lijf rente en deze zullen later volgen de helft van de rente, die men beurt in Leuven, en dat hij behouden zal de gerede penningen, die niemand aangaan en daarbij dat ze hem vrij en los zullen houden van alle beden, loten en schoten en ander onraad, alles volgens de brief, die hem heden ten dage daartoe verleend is, zonder arglist.

    Dit gedaan zijnde zijn gestaan voor schepenen die voornoemde Dierck zijn zoon, Henrick, Jan en Jan, zijn schoonzoons, voor henzelf en deze Dierck als momber en Willem zoon van wijlen Wouter van Baest als toeziener van Jan, onmondige zoon van wijlen Jan zoon van Willem voors., die wijlen Jan zoon van Willem Jan Oerlmans voors. verwekt en verkregen had bij wijlen Luitgaert zijn vrouw, doch ter van wijlen Wouter van Baest voors., waar Dierck als momber en Willem zoon van wijlen Wouter van Baest voors. als toeziener voor instonden en geloofden, en ze hebben geloofd als schuldenaars gezamelijk, onverscheiden en elk voor allen aan Willem zoon van wijlen Jan Oerlmans, hun vader, schoonvader en grootvader voornoemd, dat ze deze jaarlijks zijn leven lang durende en niet langer zullen gelden, uitreiken en betalen een jaarlijkse lijfrente van 30 karolus gulden, de karolus gulden tot 20 stuivers gerekend, of die waarde hiervan in ander goed geld als ten tijde van de betaling gewoonlijk koers en gang zal hebben en van hand tot hand goede betaling zal zijn, elk jaar te vergelden op Onze Lieve Vrouwedag lichtmis, daarom zullen ze hem terstond uitreiken en betalen 30 gelijke karolus gul den eens als hem daarvan vervallen en verschenen is met lichtmis nu l.l. en dat uit alle havelijke en erfelijke goederen, die ze nu tegenwoordig hebben en nog later zullen mogen hebben en verkrijgen, gelovende op verbintenis als voor deze lijfrente voors. voor Willem voors. te waren zoals men lijfrente moet waren en alle kommer en calangies daarop komende allemaal af te doen.
    Item hebben nog geloofd die voornoemde Dierck, Henrick, Jan, Jan en Willem, elk in de naam en op verbintenis als voor aan Willem hun vader, schoonvader en grootvader voornoemd, dat hem volgen zal en hij heffen en beuren zal zijn leven lang de helft van de rente, die men jaarlijks heft of beurt in Leuven met de helft van de achterstand daarvan, die op dit uur ten achter en onbetaald staat, en de kinderen voors. de andere helft.
    Ook zal Willem voors. volgen en zal hij behouden alle gerede penningen, die hij heeft en die niemand aangaan, welke penningen Willem voors. beleggen zal tot zijn vruchtgebruik en zijn kinderen en klein-kind voornoemd ten erve te blijven. En dit alles zal de voors. Willem hebben en bezitten, los en vrij van alle beden, loten, schoten en ander onraad zoals boven verhaald staat, zoals de voors. Dierck, zijn zoon, Henrick Jan en Jan, zijn schoonzoons en Willem Wouter van Baest elk in de naam als voor aan hem dat ook zo geloofd hebben. Met condities en voorwaarden hierbij, dat als Willem zoon van wijlen Jan Oerlmans voors. zich met de voors. 30 karolus gulden lijfrente, met de helft van de Leuvensche rente en die gerede penningen met de wasdom, alles voor aangeroerd, niet zou kunnen bedruipen om daar betamelijk van te leven, dat dan de voornoemde zijn zoon, schoonzoons, momber en toeziener in de naam als voor hem daarbij jaarlijks zoveel schuldig zullen zijn uit te reiken en te betalen, dat hij daarvan eelijk en minnelijk naar zijn staat zal mogen leven en onderhouden kan worden, hierbij ech ter, dat de voors. Willem zoon van wijlen Jan Oerlmans niet verandert tot enig ander huwelijk, in welk geval, als hij veranderen zou of zich begeven zou in enig ander huwelijk, de voors. zijn zoon, schoon zoons, momber en toeziener dan ongehouden zullen zijn van wat hem meer uitgereikt moet worden of hem meer zal volgen, dan wat voor verhaald staat, zonder arglist.

    Dit weer gedaan zijnde zijn gestaan voor schepenen de voornoemde Dierck, Henrick, Jan en Jan en dezelfde Dierck als momber en Willem zoon van wijlen Wouter van Baest als toeziener in de naam als voor en hebben elkaar beloofd als schuldenaars super se et bona sua, mobilia et immobilia, habita et habenda (op zich en al hun goederen, roerend en onroerend, hebbende en verkrijgende) dat elk zijn portie en aandeel in de voors. lijfrente zo jaarlijks zal bijleggen en betalen en ook dat ze de voors. Wil lem, hun vader, schoonvader en grootvader, zo van alle beden, loten, schoten en ander onraad los en vrij zullen houden, dat de een of de ander van hen allen daarvan onbelast zal zijn en blijven en dat voor elk daarvoor zoveel van de goederen, hen heden ten dage door Willem hun vader, schoonvader en grootvader overgegeven, ingelaten zullen worden, dat de lijfrente, beden, loten, schoten en ander onraad daarvan betaald kan worden en dat de een door de andere daarvan ongemoeid zal bijven, zonder arglist.

    Dierck zoon van Jan Oerlmans als momber en Willem zoon van wijlen Wouter van Baest als toeziener van Jan onmondige zoon van wijlen Jan zoon van Willem Jan Oerlmans voors. hebben bekend, dat de voors. Jan onmondige zoon van wijlen Jan Willem Jan Oerlmans gewoond heeft en onderhouden is geweest van jongsaf aan , toen hij ongeveer 3 jaren oud was, door Willem Jan Oerlmans en wijlen Aleijd diens huisvrouw, zijn grootvader en grootmoeder en zo dat daarvoor tot nu toe niets of zeer weinig vergoed is geweest, daarom zijn de momber en toeziener voornoemd accoord gegaan en heb ben geloofd aan de andere hun mede erfgenamen met name Henrick zoon van wijlen Jan Bertouts als man van Jenneke, Jan zoon van wijlen Willem van Gorp als man van Cornelia en Jan zoon van wijlen Jan Gherits als man van Lijsbet, allen dochters van Willem Jan Oerlmans voornoemd, dat elk van hen daarvoor in de deling van de goederen, hen van wijlen Aleijd hun schoonmoeder verstorven en van Willem Jan Oerlmans nog te versterven, vooruit zal hebben 40 karolus gulden eens, de ene helft ter stond en de andere helft na de dood van Willem Jan Oerlmans voors. behalve dat Dierck voors. ook evenveel vooruit zal hebben en dat het onmondige kind zolang zal stilstaan tot elk zoveel als voors. is vooruit zal hebben, zonder arglist.
    Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 296 fol. 62v-63r

    27 maart 1563 n.st.:
    Jenneke dochter van wijlen Willem Jan Oerlmans weduwe van Henrick Jan Bertranis cum tutore (met een voogd) etc, uit kracht en macht van testament tussen haar en wijlen Henrick haar man voors voor de onderkapelaan van Oisterwijck bepaald zijnde, welk wij gezien hebben en horen lezen, Jan Willem van Gorp als weduwnaar van Cornelia zijn huisvrouw, ook dochter van wijlen Willem Jan Oerlmans voornoemd, daar hij uit kracht van testament, voor schepenen alhier tussen hem en wijlen zijn huisvrouw voors gepasseerd zijnde, zich sterk voor maakte en gelofte deed, en Jan de zoon van wijlen Jan Willem Jan Oerlmans voor hemzelf en Adriaen Henrick Knoijen als momber van Cornelis, Laureijs, Jan, Deliana en Jenneke, broers en zusters, onmondige en minderjarige kinderen van wijlen Jan Jan Gerits door deze Jan en uit wijlen Lijsbet zijn huisvrouw, ook dochter van wijlen Willem Jan Oerlmans voornoemd, samen verwekt en verkregen, daar hij als momber voors zich sterk voor maakte en gelofte deed, leigitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Dierck zoon van wijlen Willem Jan Oerlmans, hun broer, zwager en oom respectievelijk, simul cum omnibus literis et jure (samen met alle brieven en het recht), met afgaan en vertijen etc, vier vijfde gedeelten in een jaarlijkse en erfelijke cijns van vijf rijnsgulden en een braspenning, te gelden en te betalen elk jaar op Onze Lieve Vrouwedag Lichtmis uit en van een huis, hof en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer 2 lopensaet, gelegen binnen de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd die Velthoven tussen:
    erfenis van Aert Schuijten met meer anderen een zijde
    erfenis van Jan Steven Willems met meer anderen ander zijde
    erfenis van Cornelis Jan Wagemakers een einde
    die gemeijn straat ander einde.
    Welke cijns van vijf rijnsguldens en een braspenning voornoemd Henrick zoon van wijlen Peter Crillairts als een principaal schuldenaar beloofd had te gelden en te betalen aan Wouter zoon van wijlen Dierck Sledden ten behoeve van de wettige kinderen van wijlen Dierck Sledden, zijn broers. En welke vier vijfde gedeelten in de cijns voornoemd hun van Willem Jan Oerlmans, hun vader, schoonvader en grootvader respectievelijk in recht van successie aangekomen en bestorven was en tot welke gehele cijns aan de voors Willem als man en momber van Aleijt zijn huisvrouw, dochter van wijlen Dierck Sledden voornoemd voor een derde deel ook in recht van successie was toegekomen en de twee derde gedeelten waren hem, in koop van Wouter zoon van wijlen Dierck Sledden en van Hessel zoon van wijlen Claes Coppens als man en voogd van Marie zijn huisvrouw, dochter van wijlen Dierck voors zijn zwagers gedaan, toegekomen en had hij verkregen pro ut in literis de (zoals [begrepen] in brieven van) Tilborch en Beecke.
    Ieder van hen in de naam en kwaliteit als voors heeft beloofd op hen zelf en op al hun goederen en de momber voors op verbintenis van de goederen van de onmondige kinderen, hebbende en verkrijgende, dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors altijd etc en in de naam als voor te laten houden etc en alle kommer en calangie van hunnentwege daarop komende allemaal voor hem af te doen, behalve dat de gehhele cijns ter kwijting staat naar inhoud van de brieven, die daarvan zijn.
    Item hier is bijgestaan Lijsbeth dochter van wijlen Willem Jan Oerlmans weduwe van Jan Jan Gerits voornoemd met Quirijn Peter Reijnen haar tegenwoordige man en momber en zij heeft het vruchtgebruik en al het recht van vruchtgebruik, dat zij in het vijfde gedeelte van de cijns voors heeft, overgegeven en opgedragen ten behoeve van haar kinderen voornoemd op de manier die daartoe gwoonte is zonder arglist.
    Datum 17 maart 63 n.st., schepenen Ghierll en Buerden.
    Partim allatum partim coram me passatum tradatur Jan Joost Berijs ex supportatione ut proxime infra.
    (Deels opgegeven, deels voor mij gepasseerd wordt het overgegeven aan Jan Joost Berijs uit overdracht zoals in het volgende hieronder).

    Dierck zoon van wijlen Willem Jan Oerlmans legitime et hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Jan zoon van wijlen Joost Berijs simul cum dictis omnibus literis et jure (samen met alle genoemde brieven en het recht), met afgaan en vertijen etc, een jaarlijkse en erfelijke cijns van vijf rijnsgulden en een braspenning, te gelden en te betalen elk jaar ut supra (zoals voor), welke cijns aan de voors Dierck toegekomen was, deels door versterf van zijn vader en verder door opdracht, hem door zijn zusters en swagers gedaan, en welke zelfde cijns aan Willem zijn vader ook deels aangekomen en verstorven was door versterven van Dierck Sledden, zijn schoonvader, en deels door opdracht, en welke cijns Henrick zoon van wijlen Peter Crillairts als een principaal schuldenaar beloofd had te gelden en te betalen aan Wouter zoon van wijlen Dierck Sledden ten behoeve van de wettige kinderen van wijlen Dierck Sledden zijn broers pro ut in diversis literis de (zoals [begrepen] in diverse brieven van) Tilborch en Beecke.
    Et promisit nihilominus warandiam more solito (en hij heeft desondanks beloofd te waren zoals gebruikelijk) en dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors altijd vast en stendig etc en alle kommer en calangie daarin zijnde allemaal af te doen, behalve dat de voors cijns ter kwijting staat naar inhoud van de losbrieven die daarvan zijn.
    Datum 27 maart 63 n.st., schepenen Ghierll en Gijben.
    Solvit (hij heeft betaald) 2 briefgeld.
    Bron: RHC Tilburg, algemeen protocol rechterlijk archief, R 308 f. 87r-88r

    Children:
    1. 3. Cornelia Willem Jan Oerlemans
    2. Jan Willem Jan de Bije
    3. Dirck Willem Oerlemans
    4. Lijsbeth Willem Willem de Bije
    5. Jenneken Willem Jan Oerlemans


Generation: 4

  1. 8.  Mathijs van Gorp

    Mathijs — Gheertruit Willem Mutsaerts. [Group Sheet]


  2. 9.  Gheertruit Willem Mutsaerts (daughter of Wilhelmus Adrianus Mutsaerts and Katelijn Gijsbrecht Hendrick Beertken).

    Notes:

    14 december 1554:
    Steven zoon van wijlen Goijaert Verschueren als man en momber van Engel, Jan Jan Sijmons de jonge als man en momber van Lijsbet, Henrick Cornelis Gherit Smolders als man en momber van Mathijske en Jan Wouter Jans als man en momber van Emke, allen dochters van wijlen Willem van Gorp, elk voor een achtste deel en Henrick zoon van wijlen Gherit Smolders als wettelijke en door de Heer aangestelde momber van Jan, Willem en Marten, gebroeders, Lijsbet, Ariaenke, Anneke, Marike en Lijsbet, gezusters, onmondige kinderen van Cornelis zoon van wijlen Gherit Smolders door deze Cornelis en uit wijlen Jenneke zijn vrouw dochter van wijlen Willem van Gorp samen verwekt, waar Henrick voors. voor instond en geloofde, ook voor een achtste deel, en nog Adriaen zoon van wijlen Denijs Mutsaerts als door de Heer en de wet gezette en aangestelde voogd van de onvolwassen kinderen van wijlen Jan Aert Jacops bij name van Aert en Adriaen, gebroeders, Heijlwich, Willemke, Vijver, Anneke, Huijbertke en Peterke, gezusters, welke kinderen deze wijlen Jan Aert Jacops verwekt en verkregen had bij Cornelia zijn vrouw dochter van wijlen Willem van Gorp, waar Adriaen voors. ook voor instond en geloofde, ook voor een achtste deel hen toebehorende in 1 mud rogge jaarlijkse en erfelijke pacht elk jaar te betalen op de hoogtij van kerstmis uit een zesde deel van een huis en hof met degrond en toebehoren van de erfenis in zoverre als Jan zoon van wijlen Marten Peter Gherits eertijds daarin gerechtigd is geweest, gelegen in de parochie van Tilburg in een stede genaamd de Bochamer, welk mud rogge erfpacht voors. Jan zoon van wijlen Marten Peter Gherits als schuldenaar geloofd en gevest had aan Geertruijt dochter van Willem Mutsaerts ten behoeve van haar en ten behoeve van Marten natuurlijke zoon van deze Jan en Geertruijt voors. en welk mud rogge erfpacht voors. Willem zoon van wijlen Mathijs van Gorp gekocht en verkregen had van Jan zoon van wijlen Mathijs van Gorp zijn broer en van Adriaen Jan Peter Ghijben als man en momber van Elijsabet dochter van wijlen Mathijs voors. eensdeels en wat hem deels aangekomen en verstorven was van wijlen Mathijs zijn vader en de voors. Mathijs had dat mud rogge erfpacht gekocht en verkregen van Geertruijt dochter van Willem Mutsaerts en van Marten natuurlijk zoon van Jan Marten Peter Gherits voornoemd, op welk mud rogge erfpacht voors. Willem zoon van wijlen Mathijs van Gorp als gemachtigde van Geertruijt zijn moeder een wettige konde en waarheid beleid heeft gehad, zoals dat altesamen in verscheidene schepenbrieven van Tilburg daarop gemaakt, meer volkomen is begrepen; bovenstaande verkopers hebben dit wettelijk en erfelijk verkocht aan Jan zoon van wijlen Willem van Gorp samen met de genoemde brieven in zoverre die dat aangaan en met al het recht, met afgaan en vertijen.
    De voornoemde verkopers hebben geloofd elk in de naam als voor als schuldenaars op zich en op al hun goederen, hebbende en verkrijgende, dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangies van hunnentwege, vanwege hun huisvrouwen en ook vanwege de onmondige kinderen en hun ouders daarop komende elk tot zijn achtste deel voorschr. toe allemaal voor hem af te doen.
    Item hierbij staande de voornoemde Cornelis zoon van wijlen Gherit Smolders weduwnaar van Jenneke zijn huisvrouw voornoemd en Cornelia weduwe van Jan Aert Jacops ook voornoemd met haar voogd hebben elk op tocht en het recht, dat elk had in dat mud rogge erfpacht voors., vertegen ten behoeve van hun kinderen voornoemd, gelovende dit vertijen altijd vast en stendig te houden en van tochtenwege daarop nooit meer aanspraak te maken met geen ankel recht, zonder arglist.
    Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 300 fol 30v-31v

    Children:
    1. 4. Willem Mathijs van Gorp
    2. Adriaen Mathijs van Gorp
    3. Cornelis Mathijs van Gorp
    4. Elisabeth Mathijs van Gorp
    5. Jan Mathijs van Gorp

  3. 12.  Jan Oerlemans

    Notes:

    6 april 1551:
    Kond zij een ieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen Dierck zoon van Willem Jan Oerlmans, die men noemt Willem die Bie, Henrcick zoon van wijlen Jan Bertouts als man van Jenneke, Jan zoon van wijlen Willem van Gorp als man van Cornelia en Jan zoon van wijlen Jan Jan Gherits als man van Lijsbet, allen dochters van Willem Jan Oerlmans voors., voor henzelf en de voors. Dierck ook als momber en Willem zoon van wijlen Wouter van Baest als toeziener van Jan, onmondige zoon van wijlen Jan Willem Oerlmans, die de voors. wijlen Jan Willem Jan Oerlmans voors. verwekt en verkregen had bij wijlen Luitgaert zijn vrouw dochter van wijlen Wouter van Baest voornoemd, waar zij momber en toeziener voors. voor instonden en geloofd hebben, ter ener zijde, Cornelis zoon van wijlen Henrick Smolders, weduwnaar van Barbara dochter van wijlen Lucas Jan Oerlmans, die men noemt Lucas de Bie, en met hem Gherit zoon van wijlen Henrick Smolders zijn broer en als wettige momber van Cornelis en wijlen Barabara beiden voornoemd, waar Gherit voors. zich als momber sterk voor gemaakt en geloofd heeft, en Jan zoon van wijlen Cornelis Spapen als momber en Aert zoon van wijlen Henrick Storemans als toeziener van Jan, Aert en Cornelis, gebroeders, onmondige kinderen van wijlen Jan zoon van wijlen Lucas Jan Oerlmans, door deze wijlen Jan en uit wijlen Maria diens vrouw, dochter van wijlen Aert van Oeckel samen verwekt, waar Jan zoon van wijlen Cornelis Spapen als momber en de voors. Aert zoon van wijlen Henrick Storemans als toeziener ook voor instonden en geloofd hebben ter anderer zijde, en ze bekenden, dat de voors. Willem zoon van wijlen Jan Oerlmans ter ener en de voors. wijlen Lucas zijn broer ter anderer zijde, toen ze samen leefden, een zekere erfdeling en erfscheiding gemaakt hadden van de erfelijke goederen, die hen aangekomen en verstorven waren van hun ouders en dat op de manier als hierna volgende:
    Dat is te weten, er was de voornoemde Willem zoon van wijlen Jan Oerlmans ten deel gevallen en die voornoemde zijn kinderen en erfgenamen tengevolge van deze erfdeling nog bezitten en gebruiken een huis, hof, schuur met de grond en toebehoren en de erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd tussen de Hoevel en de Velthovensche Moelen omtrent die Leemscuijlen aldaar tussen:
    erfenis van Marcelis Aert van Vessem een zijde
    erfenis van de erfgenamen van wijlen Lucas Jan Oerlmans
    bovengenoemd en hiertegen gedeeld ander zijde
    erfenis van Jan vanden hoevel IJewaens een einde
    die gemeijn straat ander einde.
    Nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in Loven acker tussen:
    erfenis van de erfgenamen van wijlen Lucas voornoemd,
    hiertegen gedeeld, westwaarts een zijde
    erfenis van Anthonis Meeus Biekens met zijn kinderen
    en meer anderen, oostwaarts ander zijde
    erfenis van Jan van Weert van den Bosch een einde
    erfenis van Cornelis Aert Roelofs met meer anderen ander einde.
    Nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in die Schijve tussen:
    erfenis van de erfgenamen van wijlen Lucas voors.
    hier afgedeeld, westwaarts een zijde
    erfenis van Dierck Back, oostwaarts ander zijde
    een ook beiden einden.
    Nog hiertoe een stuk erf in weide liggende genaamd Leijten Weije in de parochie en plaats voors. in dat Hoevelstraetke aldaar tussen:
    erfenis van Jan vanden Hoevel IJewaens een zijde
    erfenis van het Convent van Tongerloe ander zijde
    erfenis van Marcelis Aert van Vessem een einde
    het voors. Hoevelstraetke ander einde,
    zoals ze zeiden.
    Op welk huis, hof, schuur met de grond en toebehoren en erfenis daaraan liggende en voorts op die andere stukken en percelen van erve allen voornoemd Cornelis zoon van wijlen Henrick Smolders, Gherit zijn broer, Jan zoon van wijlen Cornelis Spapen en Aert zoon van wijlen Henrick Storemans elk in de kwaliteit en in de naam als voor vertegen hebben ten behoeve van de kinderen en erfgenamen van Willem zoon van wijlen Jan Oerlmans voors. samen met de brieven en het recht etc. en ze hebben overgegeven en afgegaan zoals gewoonte is, gelovende als schuldenaars super se et bona sua etc. deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan voors. altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangies van hunnentwege en van wijlen Lucas Jan Oerlmans voors. af te doen, behalve dat de kinderen en erfgenamen van Willem zoon van wijlen Jan Oerlmans voors. daaruit zullen gelden:
    1 mud rogge erfpacht in de maat van Oisterwijk en in Oisterwijk te leveren aan Henrick Embrecht Vercuijlen.
    Nog 1 mud rogge erfpacht aan Laureijs Colen te betalen.
    4 lopen rogge erfpacht aan de rector van Onze Lieve Vrouwe altaar voor het Hoge koor in de
    kerk van Tilburg te betalen.
    Nog 3 stuivers min 3 Hollandse penningen erfcijns aan de Heer van Tilburg op sint Stevendag
    te betalen.
    Nog hiertoe, dat ze zullen onderhouden de helft in het hek met de achterste hekkenpost hangende aan het Hoevelstraetke voornoemd en ook 'sHeren schouwen van de Schijve voors. te onderhouden naar oude gewoonte en verder dat zij over het stuk land gelegen in die Schijve voors. zullen laten wegen een stuk land westwaarts daarnaast gelegen en aan de erfgenamen van wijlen Lucas voornoemd ten deel gevallen en dat met behemelde beesten?? en op behoorlijke manier. En ook, dat ze elkaar laten wegen in die Loven Acker in zoverrre dat voor hen of enige van hen nodig zal zijn.
    Welke pachten, cijnsen en andere kommer voornoemd de voornoemde kinderen en erfgenamen van Willem zoon van wijlen Jan Oerlmans voors. zo zullen gelden, betalen, onderhouden en voldoen en geloofd hebben elk in de naam en kwaliteit als boven die zo te gelden, te betalen, te onderhouden en te voldoen, tot alzulke termijn en ter plaatse als daartoe staan en verordend zijn, zodat er voor de erfgenamen van wijlen Lucas voornoemd, op zich noch op hun goederen, hiertegen gedeeld, noch ook hun nakomelingen daarvan nooit meer hinder, kommer of last van komen zal.
    Met voorwaarden, mocht er voor de kinderen en erfgenamen van Willem Jan Oerlmans voornoemd op dit hun deel enige andere kommer of last met recht komen, die hiervoor niet genoemd is, dat de deelsluiden voornoemd die kommer en last als die komt elkaar zullen helpen dragen en betalen, wat ze elkaar aan beide zijden en in de kwaliteit en op verbintenis als voor elkaar beloofd hebben zonder arglist.

    Hiertegen was wijlen Lucas voornoemd ten deel gevallen en wat de voornoemde erfgenamen van deze alsnog bezitten en gebruiken een huis, hof met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd tussen de Hoevel en de Velthovensche Moelen omtrent de Leemscuijlen, aan het Hoevelstraetke aldaar tussen:
    erfenis van de kinderen en erfgenamen van
    Willem Jan Oerlmans voornoemd, hier afgebeeld een zijde
    het voors. Hoevelstraetke ander zijde
    erfenis van Jan IJewaens vanden Hoevel een einde
    die gemeijn straat ander einde.
    Nog hiertoe een stuk erf in weide liggende genaamd d'Oude Stede gelegen in de parochie voors. tegen die Leemscuijlen voors. tussen:
    erfenis van Herman Wouter Willem Zegers een zijde
    erfenis van de kinderen van Rutger Jan Crillaerts ander zijde
    achter aan erfenis van Bertout Jaspaer Back een einde
    die gemeijn straat ander einde.
    Nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in Loven Acker tussen:
    erfenis van de kinderen en erfgenamen van Willem Jan
    Oerlmans voors. hiertegen gedeeld, oostwaarts een zijde
    erfenis van Anthonis Meeus Biekens met
    zijn kinderen westwaarts ander zijde
    erfenis van Cornelis Aert Roelofs een einde
    erfenis van Jan Henrick van Weert vanden Bosch ander einde.
    En nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in die Schijve tussen:
    erfenis van de kinderen en erfgenamen van Willem Jan
    Oerlmans voors. hiertegen gedeeld, oostwaarts een zijde
    erfenis van Dierck Back en de Heilige Geest in
    Tilburg westwaarts ander zijde
    erfenis van Dierck Back voors. een einde
    erfenis van Laureijs Aert Lensen en Adriaen Michiel Roelofs
    met nog meer anderen ander einde,
    zoals ze zeiden.
    Op welk huis, hof, grond, erfenis daaraan liggende en op de andere stukken en percelen van erven voornoemd Dierck zoon van Willem Jan Oerlmans, Henrick zoon van wijlen Jan Bertouts, Jan zoon van wijlen Willem van Gorp, Jan zoon wijlen Jan Jan Gherits en Willem zoon van wijlen Wouter van Baest, elk in de kwaliteit en in de naam als voor vertegen hebben ten behoeve van de erfgenamen van wijlen Lucas Jan Oerlmans voornoemd, samen met de brieven en recht en ze hebben overgegeven en afgegaan, zoals dat gewoonte is, gelovende als schuldenaars super se et bona sua etc. deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan altijd vast en stendig te houden in de naam als voor te doen houden etc. en alle kommer en calangies van hunnentwege en vanwege Willem Jan Oerlmans voors. daar op komende allemaal af te doen, behalve dat de erfgenamen van wijlen Lucas voornoemd daaruit moeten betalen:
    1 mud rogge erfpacht aan het klooster vander Donckt te betalen.
    Nog 1 mud rogge erfpacht in de maat van den Bosch en in den Bosch te leveren aan het klooster op de Wijntmoelenberch ten Bosch te leveren.
    Nog 1 mud rogge erfpacht in de maat van Oisterwijk en in Oisterwijk te leveren aan Henrick Laureijs Zwijsen te betalen.
    Nog een half mud rogge erfpacht aan de erfgenamen en nakomelingen van Willem Colen te betalen.
    Nog 4 lopen rogge erfpacht aan de rector van Onze Lieve Vrouwe altaar in het Nieuwe koor in de kerk van Tilburg.
    Nog ca 3 stuivers min 3 Hollandse penningen erfcijns aan de Heer van Tilburg.
    Nog moeten zij onderhouden de helft van het hek met de achterste hekkenpost aan het voors. Hoevelstraetke hangende met 's Heren schouwen van de Schijve naar oude gewoonte.
    Ook dat de voors. deelsluiden elkaar zullen laten wegen in de Loven Acker voors. in zoverre dat voor hen of een van hen nodig zal zijn met behemelde beesten en zoals dat behoorlijk is.
    Welke pachten, cijns en andere kommer en last voors. de voonoemde erfgenamen van wijlen Lucas voors. zo zullen betalen, onderhouden en voldoen en geloofd hebben elk in de naam en in de kwaliteit als boven deze zo te betalen, te onderhouden en te voldoen ter plaatse en termijn daartoe gezet en verordend, dat de voornoemde kinderen en erfgenamen van Willem zoon van wijlen Jan Oerlmans voors. hun goederen hiertegen gedeeld en hun nakomelingen daarvan ongelast zullen zijn en blijven.
    Met voorwaarden, mocht er voor de erfgenamen van wijlen Lucas voornoemd op dit hun deel enige andere kommer of last met recht komen, hier niet genoemd, dan zullen de deelsluiden van beide zijden voornoemd die kommer en last, als die komt, elkaar helpen dragen en betalen, wat ze aan beide zijden elkaar op verbintenis als voor zo geloofd hebben zonder arglist.
    Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg, R 297 fol. 1r-3r

    Children:
    1. 6. Willem Jan Oerlemans died Between 1551 and 1563.
    2. Lucas Jan Oerlemans died Aft 1540.

  4. 14.  Dierck Sledden died Bef 1563.
    Children:
    1. 7. Aleijd Dirck Sledden died Bef 1551.
    2. Wouter Sledden
    3. Marie Sledden