Jacob Hendrick Vergroesen

Notes:

Hij bekende in 1616 de som van 25 carolusgulden schuldig te zijn aan de weduwe van Mathijs Adriaen Anthonissen in verband met van Elisabeth van Elsacker geleend geld, dat hij had beloofd met Sint-Jansmis in de zomer van 1617 terug te betalen met een interest van 31 stuiver dat alles onder verband van zijn persoon en goederen.
Bron: A.M. Bosters: Vergroesen en Van Groesen, loten van een stam, in: Brabantse Leeuw 1999, RAWB, Wernhout R 38, f 6

Henrick — Catharina Matthijssen. [Group Sheet]

Notes:

Hij werd vermeld in het schotboek van Zundert anno 1578 als wonende te Maerbergen. In de schotboeken van 1581, 1582, 1583, 1589 en 1590 wordt hij eveneens vermeld, als Meeus Janssen Groesen. In 1601, ongeveer 76 jaar oud, verklaarde hij, rechterlijk daartoe door de vorster gedaagd, dat hij altijd had geweten, -zolang hij verstand en geheugen had-, en het ook van zijn ouders had horen zeggen, dat de limieten tussen Zundert en Meir scheiden van de paal af die toen stond in Jacob Freeters van Gestels heiveld en vandaar verder naar de Koeput.
Catelijne Montens en de erfgenamen van Bartholomeus Jan Meeus van Groesen droegen in 1624 voor schepenen van Rijsbergen twee jaarlijkse erfrenten van 20 en 3 rijnsgulden over aan de stichting van Otto en Willem van Galen ten behoeve van de armen.
Bron: A.M. Bosters: Vergroesen en Van Groesen, loten van een stam, in: Brabantse Leeuw 1999, RAWB, OAA Zundert 310 f. 42, 537, 538, 540, 541, 542, 543, Nationaal Archief, Archief Nassause Domeinraad inv. Hingman 1137 f. 47

Jan — Marie Cornelis Berthels. [Group Sheet]