Stamboom Marijnissen

Notes


Matches 451 to 500 of 1,728

      «Prev «1 ... 6 7 8 9 10 11 12 13 14 ... 35» Next»

 #   Notes   Linked to 
451 8 februari 1563:
Willem zoon van wijlen Willem Laureijs Ansems weduwnaar van Aleijd zijn huisvrouw, dochter van wijlen Mathijs Henrick Beerthen legitime et hereditarie supportavit (heeft wettelijk en erfelijk overgegeven aan) Michiel zijn zoon voor de ene helft voor hemzelf en aan Willem zoon van wijlen Mathijs ook zoon van Willem en Aleijd voornoemd en aan dezelfde Michiel en aan Willem Joost Berijs als momber en toeziener van Jan, Berijs, Peter, Joost, Adriaen en Cornelia, broers en zuster, onmondige en minderjarige kinderen van wijlen Mathijs voornoemd ten behoeve van deze kinderen voor de andere helft met afgaan en vertije etc het vruchtgebruik en recht van vruchtgebruik dat hij heeft en bezit in alle erfelijke goederen het zij huizingen, hovingen, land, zand, heiden, beemden en weiden, waar en tussen wie de goederen voors gelegen zijn, niets uitgezonderd, zoals hij zeide.
Et promisit super se (en hij heeft beloofd op zich) etc dit overgeven, opdragen afgaan en vertijen voors altijd vast etc en nooit meer vanwege vruchtgebruik daarnaar te talen of te laten talen voor geen enkele rechtbank, geestelijk noch wereldijk, en alle kommer en calangie van zijnentwege daarop komende allemaal af te dien.
Derhalve hebben de voors Michiel voor hemzelf voor de ene helft en Willem zoon van wijlen Mathijs zoon van Willem Willem Laureijs Anssems beloofd op henzelf en op alle goederen en dezelfde Michiel en Willem Joost Berijs als momber en toeziener voors op de goederen van de onmondige kinderen voors, hebbende en verkrijgende, dat zij aan Willem hun vader en grootvader voornoemd zulen uitreiken en betalen zolang hij onder de mensheid zal leven en niet langer een loscijns van 30 karolus gulden, te betalen elk jaar op Onze Lieve Vrouwedag Lichtmisdag en voor de eerste termijn en dag van betaling nu met Lichtmis a.s., wat zij elkaar zo beloofd hebben zonder arglist.
Datum ut supra, schepenen Reijnbouts en Buerden.

Bekend zij aan eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Michiel zoon van Willem Willem Laureijs Anssems, door deze Willem en uit wijlen Aleijd diens huisvrouw, dochter van wijlen Mathijs Henrick Beerthen samen verwekt en verkregen, voor de ene helft, Willem zoon van wijlen Mathijs Willem Willem Laureijs Anssems voornoemd en dezelfde Michiel nog en met hem Willem Joost Berijs als door de heer aangestelde momber en toeziener van Jan, Berijs, Peter, Joost, Adriaen en Cornelia, broers en zuster, onmondige en minderjarige kinderen van wijlen Mathijs zoon van Willem Willem Laureijs Anssems voornoemd, daar de momber en toeziener voors zich sterk voor maakten en gelofte deden, voor de andere helft en ze hebben van de erfelijke goederen hun van Aleijd hun moeder en grootmoeder aangekomen en bestorven zijnde en waarin Willem hun vader en grootvader voornoemd heden ten dage van het vruchtgebruik en al het recht vanwege vruchtgebruik is afgegaan, een zekere erfscheiding en erfdeling gedaan en gemaakt op de manier hierna volgende.
Omwille van deze erfscheiding en erfdeling zal Michiel voors hebben, houden en erfelijk voor zijn deel bezitten de oude stede, te weten huis, hof, schuur, schop, schaapskooi, bakhuis met de grond en erfenis in weide daaraan liggende en daartoe behorende, samen groot ongeveer 17 lopensaet, gelegen in de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd aen de Broeckzijde, aldaar tussen:
erfenis aan de kinderen van wijlen Mathijs zijn broer
ten deel gevallen een zijde
en met meer anderen ook ander zijde
erfenis van meester Franchois van Hanenberch een einde
voor aan de Malstraet ander einde;
nog een stuk land genaamd den Hoeffacker, het Stoppelvelt en die Drije Lopensaet samen groot ongeveer 27 lopensaet, gelegen in de parochie en ter plaatse voors, aldaar tussen:
erfenis van meester Franchois van Hanenberch voornoemd beide zijden
erfenis van het kind van wijlen Jan Dionijs Mutsairts een einde
de voors stede ander einde;
nog de helft in een stuk land genaamd de Malacker, het geheel groot ongeveer 9 lopensaet, gelegen in de parochie en ter plaatse voors tussen:
erfenis van Jonkheer IJsbrand van Merode een zijde
erfenis van meester Franchois voors ander zijde
erfenis van de kinderen van Mathijs zijn broer, dat hiervan
en tegen gedeeld en afgepaald is een einde
de Malstraet ander einde;
nog een stuk land groot 2 lopensaet, gelegen in de parochie en ter plaatse voors genaamd de Nouwelijn tussen:
erfenis van mr Franchois van Hanenberch voornoemd een zijde en beide einden
erfenis van de kinderen van Mathijs zijn broer, dat hiervan
afgedeeld is ander zijde;
nog een stuk beemd, groot ongeveer 1 bunder, gelegen in de parochie en ter plaatse voors, genaamd Smeijerman, tussen:
erfenis van Elizabeth weduwe van Anthonis Dionijs Meijnairts een zijde
het andere erf van de voor Michiel, daar zijn stede op staat ander zijde
erfenis van de kinderen van Mathijs zijn broer een einde
efenis van mr Goeswijn vander Stegen ander einde;
nog een stuk beemd groot ongeveer 2 lopensaet, gelegen in de parochie en ter plaatse voors, genaamd Peter Meeus Beempt, tussen:
erfenis van de voors mr Goeswijn vander Stegen een zijde en een einde
erfenis van de erfgenamen van mr Henrick Zwijssen ander zijde
erfenis van de kindern van Mathijs zijn broer voors ander einde;
nog een stuk beemd groot ongeveer 6 lopensaet, gelegen in de parochie voors ter plaatse genaamd bij Maesdijck, aldaar tussen:
erfenis van Lenairt Adriaen Mutsairts een zijde
erfenis van de erfgenamen van Dionijs Crillairts ander zijde
de lopende stroom genaamd de Leije een einde
de gemeijnte van Tilborch ander einde;
Nog de helft onbedeeld in een stuk heiveld groot ongeveer 13 lopensaet gelegen in de parochie en ter plaatse laatstvoorleden, aldaar tussen:
erfenis van Lenairt Adriaen Mutsairts voornoemd een zijde
erfenis van de erfgenamen van Michiel Otten met meer anderen ander zijde
de lopende stroom genaamd de Leije een einde
erfenis van Goijairt Jan Michiels cum aliis (met anderen) ander einde
en hiertoe nog de helft bedeeld in een stuk heiveld, het gehele stuk groot ongeveer 25 lopensaet, gelegen in de parochie en ter plaatse voors, genaamd Dierck Backs Heiveld, aldaar tussen:
erfenis van de kinderen van Mathijs zijn broer, dat
het andere deel is een zijde
de gemeijnt van Tilborch ander zijde en een einde
erfenis van Cornelia weduwe van Cornelis Cornelis Dani?els
cum pueris (met haar kinderen) ander zijde
zoals zij zeiden.
Op welke stede met de andere erfenissen voornoemd de voors Willem voor hemzelf en de momber en toeziener uit de naam van de voors onmondige kinderen vertegen hebben ten behoeve van Michiel voornoemd, met overgeven en afgaan, op de manier die daartoe gewoonte is, terwijl de voors Willem beloofde op hemzelf en op al zijn goederen en de voornoemde momber en toeziener op verbintenis van de goederen van de onmondige kinderen, hebbende en verkrijgende, deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan voors altijd vast en stendig te houden en elk in de naam als voor te laten houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangie vanwege de voors Willem en de voornoemde momber en toeziener vanwege de onmondige kinderen daarop komende allemaal af te doen behalve dat Michiel voors hieruit moet gelden twee derde delen in een mud rogge per jaar erpacht te betalen aan de Taeffelen des Heijligen Geests binnen Oisterwijck; nog een mud rogge per jaar erfpacht te betalen aan Jan Cornelis Veramelvoirt en 12 lopen rogge per jaar erfpacht te betalen aan Frans Brouwers; nog zes karolus gulden per jaar loscijns te betalen aan het Gilde van Sint Peters Altaar in de kerck van Tilborch, ter kwijting staande met honderd en negen karolus gulden; nog twee karolus gulden per jaar loscijns te betalen aan de erfgenamen van Anthonis Dionijs Meijnairts ter kwijting staande met 45 karolus gulden; nog 92 stuiver per jaar loscijns te betalen aan Jacop Jan Corstkens ter kwijting staande met 70 karolus gulden; nog twee karolus gulden per jaar te betalen aan Thonis Goiairts ter kwijting staande met 33 karolus gulden; nog 2 karolus gulden per jaar te betalen aan Jan Gerit Bastiaens, ter kwijting staande met 40 karolus gulden, alles volgens inhoud en begrip van de losbrieven die daarvan zijn, nog de helft in 8 stuivers, 1 ort per jaar gewincijns uit de voors stede te betalen aan de Heer van Tilborch en daartoe nog 1 stuiver ongeveer gewincijns aan dezelfde heer van Tilborch te betalen uit de beemd aan Maesdijck. Daarbij moet hij nog alle schouwen en waterlaten onderhouden zoals men die schuldig is en behoort te onderhouden.
Welke pachten en cijnsen de voors Michiel zo moet gelden, betalen en ook aflossen en beloofd heeft zo te gelden te betalen en ook af te lossen ten dage en termijne daartoe staande en bepaald, dat er vopor de kinderen vcan Mathijs zijn broer voors nooit meer hinder, kommer noch last van komen zal, daarvoor zichzelf en al zijn goederen verbindende, hebbende en verkrijgende, met conditie en voorwaarde hierbij dat als er voor de voornoemde deeldleiden van de ene of andere kant op hun deel met recht enige andere kommer of last zou komen dan hem benoemd is, dat zij die kommer, hinder en last als die komt elkaar zullen helpen dragen en betalen, wat zij elkaar zo op verbintenis als voor beloofd hebben, zonder arglist.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).

Hiertegen zal de voors Willem en de momber en toeziener van de voors onmondige kinderen hebben, houden en erfelijk voor hun deel bezitten de stede, daar Mathijs hun vader placht te wonen en daar hij uit verstorven is, te weten huis, hof, schuur, schaapskooi met de grond en de erfenis in weide daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer 15 lopensaet, gelegen in de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd aen de Broeckzijde, aldaar tussen:
erfenis van Michiel voors, dat hiertegen gedeeld is een zijde en een einde
erfenis van mr Franchois van Hanenberch en de gemeijn straat ander zijde
de Malstraet ander einde,
de Malstraet ander einde;
nog een stuk land genaamd den Rijacker groot ongeveer 14 lopensaet en 16 roeden, gelegen in de parochie en ter plaatse voors tussen:
erfenis van mr Franchois voors een zijde en een einde
de gemeijn straat genaamd die Donckerstraet ander zijde en ander einde;
nog een stuk land groot 10 lopensaet gelegen in de parochie en ter plaatse voors genaamd Peter Zegers Acker, aldaar tussen:
erfenis van Jan Ghijsbrecht van Oerl een zijde en een einde
erfenis van de weduwe van Peter Zegers cum pueris (met haar
kinderen) ander zijde
de voors Donckerstraet ander einde,
nog de helft in een stuk land genaamd de Malacker in het geheel groot ongeveer 9 lopensaet, gelegen in de parochie en ter plaatse voors tussen:
erfenis van Jonkheer IJsbrand van Merode eenz ijde en een einde
erfenis van mr Franchois van Hanenberch voornoemd ander zijde
de andere helft aan Michiel voors ten deel gevallen ander einde;
nog een stuk land groot ongeveer 3 lopensaet, gelegen in de parochie en ter plaatse voors, genaamd de Nouwelijn tussen:
erfenis van Michiel voors, dat hiervan en tegen gedeeld
en afgepaald is een zijde
verder rondom aan erfenis van mr Franchois van Haneberch
voornoemd ander zijde en beide einden;
nog een stuk beemd, groot ongeveer een bunder, gelegen in de parochie en ter plaatse voors tussen:
erfenis van mr. Goeswijn Verstegen een zijde
erfenis van Henrick Gijselen ander zijde
erfenis van Michiels voors beide einde;
nog een stuk beemd groot ongeveer 4 lopensaet gelegen in de parochie en plaats voors genaamd Crillairts Beempt tussen:
erfenis van jonkheer IJsbrand van Merode een zijde
erfenis van de weduwe van Anthonis Dionijs Meijnairts ander zijde en een einde
de Mallstraet ander einde;
nog de helft bedeeld in een stuk heiveld, het gehele stuk groot ongeveer 25 lopensaet, gelegen in de parochie voors ter plaatse genaamd bij Maesdijck, aldaar tussen:
erfenis van Michiel voors, dat het andere deel is een zijde
erfenis van het Convent vander Baseldonck ander zijde
de gemeijnte van Tilborch een einde
erfenis van .... [niet ingevuld] ander einde;
en hiertoe nog twee stukken heiveld in alle voegen en manieren als die gelegen zijn in de parochie en ter plaatse laatst voornoemd, het ene aldaar tussen:
erfenis van Lenairt Adriaen Mutsairts een zijde
erfenis van Michiel voors ander zijde
de Leije een einde
de gemeijnt van Tilborch ander einde;
het andere stuk tussen:
erfenis van Michiel voors een zijde
erfenis van Cornelis Jan van Gorp ander zijde
de voors Leije een einde
de gemeijnt van Tilborch ander einde
zoals ze zeiden.
Op welke stede met de andere erfenissen voornoemd de voors Michiel vertegen heeft ten behoeve van Willem en zijn andere broers en zuster voornoemd met overgeven en afgaan op de manier die daartoe gewoon en recht is, terwijl dezelfde Michiel beloofd heeft op hemzelf en op al zijn goederen, hebbende en verkrijgende, deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan voors altijd vast en stendig te houden en in zijn naam te laten houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangie van zijnentwege daarop komende allemaal af te doen behalve dat de voors kinderen uit de akker genaamd Peter Zegers Acker moeten gelden 15 lopen rogge per jaar erfpacht te betalen aan de weduwe van Anthonis Dionijs Meijnairts, twee lopen rogge erfpacht per jaar te betalen aan de Persoonschap van Tilburg, nog vier lopen roge per jaar erfpacht te betalen aan de Rector van Onze Lieve ten Nood Gods in de kerkcke van Tilborch, nog een mud rogge per jaar erfpachtte betalen aan Heijlwich weduwe van Michiel Otten en haar kinderen en daartoe nog uit de andere erfenissen zes lopen rogge per jaar erfpacht te betalen aan de Provisoren der Taeffelen des Heijligen Geests in Tilborch; nog 5 karolus gulden per jaar losrente te betalen aan de Heren van het kapittel ten Bosch, ter kwijting staande met honderd karolus gulden; nog 6 karolus gulden per jaar te betalen aan Stijnken van Lieberg ter kwijting staande ook met honderd karolus gulden; nog 3 karolus gulden en een stooter loscijns te betalen aan Cornelis Steven Hoeven ter kwijting staande met 50 karolus gulden; nog daartoe drie of vier halve braspenningen erfelijke cijns te betalen aan de Prelaet van Tongerloo en daartoe nog de helft van acht stuivers en 1 ort per jaar gewincijns te betalen aan de Heer van Tilborch. Welke pachten en cijnsen de voornoemde Willem met zijn andere broers en zuster zo zullen gelden en betalen en ook aflossen en hij heeft beloofd met de voors momber en toeziener zo te gelden en te betalen en ook af te lossen ten dage en termijne daartoe gesteld en bepaald dat er voor Michiel voors nooit meer kommer, hinder noch last van komen zal, daarvoor verbindende dezelfde Willem zich zelf en al zijn goederen en de momber en toeziener de goederen van de onmondige kinderen voors hebbende en verkrijgende, met conditie en voorwaarde hierbij etc ut supra (als voor).
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 308 fol. 64r-67r 
Family F1900
 
452 8 februari 1634:
Corstiaen Peterssen de Haen, geh.m. Maijken dochter wijlen Adriaen Cornelissen Hoeffnaegel, transporteert goederen aan Joost Diercxssen van Campen te Capelle.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Loon op Zand R 66 fol. 62

30-10-1651:
Corstiaen Peeterssen de Haen, gehuwd met Anneken Adriaen Cornelissen
Hoefnaegelen, transporteert goederen aan Appolonia Peters, gehuwd met Elias
Geeritssen.
De kooppenningen zijn volledig betaald.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Loon op Zand R 74 fol. 81v 
Family F2175
 
453 8 juni 1649:
comp Nicasen van Ackeren landman in Cadzand ende Janneke Claeijs verkopen aan burgemr Guilliame Coolen en zijn vrouw Mayken de Cherf 9 gem 1 lijne 16 roeden land in de polder Robbemoreel, zuudoost van der kercke inteerste begin, deel van 19 gem 1 lijn 16 roeden landts ande noordeijnde off tusschen de oude heerwech, ande westsijde Jaques Genellis ende Claes Boulois beide gemeene land, ande oostsijde streckende met den zuudeijnde aen Francois Florisoone, ende mette noordeijnde ande there? van de Brughsche polder, hem van Ackere comparant aenbestorven bij de overlijden van zijn grootvader maternel Claes Daniels, ende gelijck het hem onder andere is aengecavelt volgens de vercavelinge daervan gedaen bij Jaques van Ackere ende Cornelis de Meulenaer, de voornoemde Nicasens van Ackere voochde tzijnder minderjarigheijt, jegens ende met Franchois Florisoone ende de heer Marten Maertense wettelijk gepasseert voor schepenen deser stede den 29 meije 1635...
Bron: Marianne Gossije, RAZvl inv.nr. 472 
Family F2401
 
454 8 juni 1679:
Johannes Pauwels, broer en Boudewijn Scheers, goede bekende, leggen de eed af als voogden over Jacob, oud 3 jaar, wees van Barthls. Pauwels, moeder is Maria van Overschelde, die op 2 september 1679 inventaris overgebracht.
Bron: Index weesboeken van Sint Anna ter Muiden sinds 1604 RAZVL nr. 487. 
Family F777
 
455 8 maart 1557:
Marie dochter van wijlen Jan Michiel Quaps, weduwe van Jan Cornelis Peters cum tutore (met haar voogd) etc legitime et hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Jan haar broer, Lijsbet en Geertruij, haar zusters, kinderen van wijlen Jan Michiel Quaps voors, met afgaan en vertijen etc, het vierde deel haar als zij zeide toebehorende in een huis, hof, schuur, schaapskooi met de grond en toebehoren en in de erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg ad locum dictum (ter plaatse genaamd) aen d'Laer bij Corvel, in alle grootte als dat huis, hof, schuur, schaapskooi met de grond en toebehoren en erfenis daaraan liggende aldaar gelegen is tussen:
erfenis van Henrick de Wagemaker een zijde
erfenis van Pauwels Crillaerts en van de kinderen van
wijlen Cornelis Crillaerts ander zijde
de gemeijne straat een einde
erfenis van Jan Denijs Crillaerts ander einde
ut dicebat (zoals hij zeide). Marie met haar momber voors heeft gelofte gedaan als hoofdelijke schuldenares super se et bona sua etc warandiam more solito (op zich en haar goederen etc te waren zoals gebruikelijk) behalve dat de voors Jan, Lijsbet en Geertruij, koper en koopsters voors, uit het voors hele huis, hof, schuur, schaapskooi met de grond en uit de erfenis daaraan liggende moeten gelden twee en een halve stuiverr en een halve oirtstuiver erfgrondcijns, te betalen aan de Heer van Tilburg, vijf penningen hollands erfcijns te betalen aan de Persoonschap van Tilburg. Nog aan de Heilige Geest van Tilburg te betalen een lopen rogge erfpacht. Nog hiertoe moeten ze onderhouden het zuidelijk gedeelte in het hek hangende te Corvel aen de Moelenstraet bij Kathelijn weduwe van Willem Wouter Jacops met 'sHeren schouwen, dat daartoe staat, naar oude gewoonte. Marie met haar momber beloofde verder op verbintenis als voor dit verkopen, overgeven, opdragen etc altijd vast en stendig etc en alle andere kommer en calangies, daar meer op komende, allemaal tot haar vierde deel toe voor hen af te doen.
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 302 fol. 49r-v 
Quaps, Jan Michiel Jan (I6480)
 
456 8 mei 1624:
Jan Adriaen Wilbortz en zijn huysfrouwe Maeyken Jan Kieboomsdr hebben vercoft aen Adriaen Rombout Peeter Florisz en diens huysfrouwe Commere Jan Adriaen Wilbortsdr, de dochter van Jan Adriaen Wilbortz, stede, huysinge, schuere, hovinge ende erve onder lant ende weijde, 1 bdr. gelegen tot Chaem opten Mijsberch metten hoil hyertoe behoorende; noord en oost Adriaen Janssen van den Kieboom; zuid sHeeren straete; west oock metten hoil hiertoe behoorende aen Denys Jan Denysz. en stuck beemden, 150 r. geheten het Buynderken gelegen tegens de stede over de straete; oost Severijn Jan Meeus; zuid Jacop Peeter Cornelissen; west Cornelis Henricx van Dun; noord voirs Adriaen Janssen van den Kieboom, daer over men met dit vercofte stuck beemden sijnen erffgebruyckwech heeft naer de strate toe uuyt ende in.
Te vrijen met 3 st en 3 oort in twee parthijen. De verkopers zullen hun leven lang mogen wonen in het huisje bij het voirs huis staande, genaamd 'het Vissenhol' en "is oock voorwaert dat de vercooperen hon gerieff sullen moghen hebben ende haelen soo van appelen, peeren, tollen, peen, hoffcruyt, moes als anders om mede te koocken, item dat de coopers jaerlijcx soo veel torffs sullen moeten steken als de vercoopers van doen sullen hebben, ende hen oock continuelijck te doen vier ende licht, wasschen ende vringen, gelijck goede kinderen henne ouders schuldich sijn".

Adriaen Rombout Peeter Florisz met zijn huysfrouwe Commerken Jan Adriaen Wilbortsdr, zijn de som van 700 rijnsgld m.b.t. de coop van stede en beemden, tesamen 4 gemeten schuldich aen Jan Adriaen Wilbortsz en diens huysfrouwe Maeyken Jan Kieboomsdr, de ouders van Commerken. De schuld moet in twee gedeelten worden afgelost na de dood van beide verkopers, aan de erffgenamen van de verkopers.
Bron: ISIS Breda, Vestbrieven Alphen en Chaam 1525-1717, schepenbank Breda I-1b inventarisnummer 771 fol. 111v-113v

Mogelijk zijn hij, zijn huisvrouw en kinderen Jan en Margriet overleden in 1630. In 1630 staat in een overzicht van doden in Chaam genoemd: Jan Aertsen, Mayken sijn huijsvrouw, Jan haeren soen, ende Margriet haer dochter.
Bron: RK doodboek Chaam 
Family F2293
 
457 8 november 1642:
comp Lieven de Vos wonende op Eede buyten Aerdenburch, ende Maijken Wittooge sijne huijsvrauwe, wed van Jaques van de Putte overleden binnen der stede Muijde... betalen aan Jan Gubrechtse wonende te Sluijs de somme van 450 carolusguldens, spruytende over geleende gelden...
onderpand 6 gem land in de Brixuspolder noortoost van der kercke int gebruijck van Corns: Blanckaert in het selffde begin daer het landt in ligt daer op de weese op den 22en october 1642, van sijn vaderlijcke successie is versekert...
Bron: Marianne Gossije, transcriptie RAZvl inv.nr. 472 
Family F2395
 
458 9 april 1532:
Bron: R763, folio: 013r/013v
Datum: 1532/04/09
Plaats: Chaam
Naam partij 1, persoon 1: Kathelijn
Naam partij 1, persoon 2: Jan van Ghestel
Naam partij 1, persoon 3: Peter Jan Hairdensone
Naam partij 2, persoon 1: Jan Janssone van Ghestel
Aard van de handeling: Transport
Aard van het goed: A. de huysinge, schuere, kooye, buer?, hovinge en erve, 2 bdr B. een stuck beemden, 1/4 bdr C. stuck heijvelts, 1/2 bdr
Ligging van het goed: A. tot Chaem opte Scharen oost Jan Willem Lemmensz west Jan Willems zuid comende aen sHeren vroente B. tot Chaem opte Legge noord Gheryt van de Rijt zuid en oost Henrick van Ryele kindr C. tot Chaem in de Maet oost Peter Lambrechts west Lenaert Jan Lenaertsz noord sHeeren vroente
Bijzonderheden: Partij 1.1, wed van 1.2, met vgd 1.3 heeft vercoft aen heuren soon 2.1. Te vrijen met 18 lop rogs. Met sHeren chijnse en met alsulcken chijns alst Hof van de Braicken heft. Voort zijn gecomen Lijsbeth Jansdr van Ghestel met man en vgd Peter Gheryt Petersz, Cornelie Jansdr van Ghestel met man en vgd Wilbort van Triere, en Kathelijn Jansdr van Ghestel met 1.3 als vgd, en bekenden dat hon moeder 1.1 eertijts tegens hen opt vercofte huys en erven gedeelt is, en dat zij dair aen egeen recht en hebben.

Bron: Vestbrieven Alphen en Chaam 1525-1717
Archief: I-1b inventarisnummer R762-R778
Schepenbank Breda 
Family F2371
 
459 9 april 1619:
Lenaert Peeter Godertsz en Anthonie Peeter Godertsdr, met gecoren vgd Berthelmeeus Janssen van Oosterhout, hebben vercoft aen hennen broeder Godert Peeter Godertszone, goed aenbestorven van henne ouders. Andere helft behoort koper.
Helft van: A. stede, huysinge, schuere en erve, int geheel 300 r. B. erfs onder lant ende beempt, int geheel 200 r. C. heijvelts, int geheel 100 r. D. erffs, 300 r. E. stuck lants, int geheel 150 r. F. parcheel driesch, int geheel 300 r. G. stuck lants, 1
Naam van het goed: E. de Dongacker. H. de Wreu. I. de Duyvenbeempt.
Ligging van het goed: A. tot Chaem opte Dasmus onder 't Wilden huys; oost de Gebuerstrate; voorts omgaens Peeter Peeter Wijnant Michielssen. B. daer omtrent; oost Thomas Joost Maes; zuid Maeyken Henrick Schoenmaeckers; west Jan Jan Lippens; noord Peeter Peeter Wijnnant Michielssen. C. daer omtrent; oost Jan Philipssen; zuid sHeeren vroente; west Ghoris Henrick Schoenmaeckers; noord Maeyken Henrick Schoenmaeckers. D. oock daer omtrent; oost Peeter Henrick Schoenmaeckers; zuid Adriaen Stoffel Backers; west wed wijlen Henrick Adriaen Geerits van den Houtgoir; noord Abraham Stoffel Volders. E. in Wilden Acker; oost en zuid Jan Jan Lippens voirs; west voirs Peeter Peeter Winnant Michielssen; noord voirs Henrick Adriaen Geerits van den Houtgoir. F. in de Ackerstrate; oost voirs Peeter Peeter Wijnnant Michielssen; zuid voirs Jan Jan Lippens; west Henrick Adriaenssen van den Houtgoir wed; noord voirs Ackerstrate. G. in Swilden Acker; oost en zuid Henrick Martens erffg; west en noord voirs Jan Jan Lippens. H. ligging niet nader aangeduid. I. aen malcanderen (met H ??) daer omtrent; oost Cornelis Goossen Lenaerts en Adriaen Martens; zuid voirs Peeter Peeter Wijnnant Michielssen; west Jan Marten Henrickx; noord Henrick Marten Henrickx erffg.
Te vrijen met helft van 6 loopen rogs de pastorije der kercke van Chaem. Noch 1 loopen rogs onser Liever Vrouwe altaer in de kercke van Chaem. Noch 18 loopen rogs der taeffele sHeijlichs Geests tot Chaem. Noch 7 veertelen rogs en 2 veertelen garsten beijde den Cappittele binnen Breda. Noch 2 rijnsgld en 10 st ter quijtinge Anthonis Marten Henrick Willem Denysz. Noch 4 veertelen rogs en 13 st ter quijtinge met 75 rijnsgld eens den erffg wijlen Wouter Stevens. Noch 3 gansen erfchijns
Bron: ISIS Breda, Vestbrieven Alphen en Chaam 1525-1717, schepenbank Breda I-1b inventarisnummer 771 fol. 45r-46v

17 maart 1626:
Adriaenken Cornelis, alias Rethe dochter met Adriaen Peeter Wijtsz, man en voogd, heeft vercoft aen Godert Peeter Godertsz Vierde part van stede, huysinge, schuere, koye, hovinge ende erve, int geheel 4 bdr. De andere drie vierendelen zijn al in het bezit van de koper.
Bron: ISIS Breda, Vestbrieven Alphen en Chaam 1525-1717, schepenbank Breda I-1b inventarisnummer 771 fol. 121v 
van Gestel, Govaert Peter Goderszone (I8731)
 
460 9 april 1768:
Huwelijkscontract van Isaac Beerrens, schutter van de Henricuspolder, weduwnaar van Magdalena Albert zonder kinderen wonende alhier en Susanna Algoet, weduwe met kinderen van Jacob Allaart, mede wonende alhier.
Bron: RAZ: NADT 150, notarieel archief Oostburg 
Family F869
 
461 9 augustus 1532:
Daar een zeker ongeval, neerslag en doodslag, God betert het, in het dorp van Tilburg gebeurd is bij een vrouw genaamd IJke, huisvrouw van Ghijsbert Jan Vermee, dochter van wijlen Peter Jan Crillaerts en waarvan de misdadiger is iemand genaamd Jan zoon van wijlen Hanrick Peter Aerts, voor welk ongeval, neerslag en doodslag goede mannen gewerkt hadden voor de vrienden van de zijde van de gedode, dat zij dat ongeval hebben gebracht tot een minnelijke dage omdat te verzoenen en vrede te maken ten opzichte van de vrienden van de zijde van de gedode.
Zo is in zoverre in die zaak gesproken door de goede mannen, is over en weer gegaan van de ene partij naar de andere en ze hebben goede reden en altricati?en gehad, dat beide partijen zich hebben onderworpen en verbonden in vier minnelijke arbiters en vredestichters, te weten van de zijde van de levende zijn gekomen eerbare, wijze en notabele mannen, te weten heer Goessen Peijnenborch, Persoon van de kerk van Tilburg en Emschot en Dierck Gerit Backs; en van de zijde van de gedode zijn gekomen Arijaen Arijaen Reijner Crillaerts, schout van Tilburg en Goirle en Laureijs Hanrick Zwijsen, welke vier gekozen arbiters en vredestichters zich hebben beraden en op alle punten gelet en na consent van beide partijen zijn de arbiters overeengekomen om van de voors zaak een minnelijke uitspraak te doen.
Ten eerste spreken de vier gekozen arbiters eendrachtig als hun uitspraak uit, dat het ongeval, de neerslag en doodslag gepeisd, gevreed en verzoend moet zijn nu en ten eeuwigen dage, voor geboren en ongeboren, en dat op zoen en zoenrecht en volgens het algemeen landrecht, en dat ieder voor zijn hoofd [verantwoordelijk] zal zijn voor zoenbreuk en niet meer.
Daar dit nog niet genoeg is moet de misdadiger laten doen ter zieler lafenis en ter beternis van de vrienden 150 kloostergewinnen of zielemissen en deze te laten doen binnen de eerste termijn van de verzoening, ter weten binnen 17 weken.
Nog hiertoe binnen de termijn van de 17 weken te brengen of te laten brengen in de kerk van Tilburg drie toortsen in de handen van de schepenen of kerkmeesters ten behoeve van de kerk. Insgelijks twee waskaarsen elk van drie pond en van de 150 voors kloostergewinnen te brengen ten dage voors in handen van de schepenen of kerkmeesters bewijs, dat ze gedaan zijn. Nog zal de misdadiger hier nog bij doen 80 zoenguldens, elke gulden van 10 stuivers en die te betalen in drie termijnen in de voors kerk in handen van schepenen of kerkmeesters ten behoeve van de personen, die daarin gerechtigd zijn en de laatste termijn te betalen 10 karolus gulden van 20 stuivers per stuk en die ook in handen van schepenen of kerkmeesters ten behoeve van de voors personen, voor welke 10 karolus gulden de misdadiger geen voetval behoeft te doen.
En als de partij van de zijde van de gedode een kruis wil laten maken ter memorie van de gedode, dan mogen zij dat oprichten op `sHeren straat en de kommer van `sHeren wege moet de misdadiger afdoen zonder kosten voor de partij, welke kloostergewinnen, toortsen, waskaarsen, zoenpenningen en de 10 karolus gulden voors Hanrick Appels beloofd had te betalen ten dage en termijn als zijn eigen schuld en ook op zoen en zoenrecht.
Nog moet de misdadiger gaan ter bedevaert tot Sint Peter en Pauwels, apostelen, in Rome en die aan te vangen binnen een jaar na datum van heden en goed bewijs te brengen in handen van schepenen en kerkmeesters, dat hij die bedevaart gedaan heeft zoals men een bedevaart over doden moet doen, te weten de trappen opklimmen volgens oude gewoonte.
Nog moet de misdadiger uit het dorp van Tilburg blijven totdat hij toestemming van partijen kan verkrijgen en geen land binnen 3 mijl om het dorp van Tilburg te begrijpen tenzij met toestemming als voor.
Nog moet de misdadiger de vrienden van de zijde van de gedode de weg schouwen en ruimen zover dat doenlijk is binnen het dorp van Tilburg en elders en nog moet de misdadiger Peter Crillaerts, broer van de gedode, mijden en schouwen waar Peter voors zijn bijen wil zetten en vandaar met zijn bijen een mijl te blijven tenzij de misdadiger eerst met zijn bijen daar was en zijn bijen plaats genomen hebben.
Welke bedevaart voors, uit het dorp blijven, geen woonplaats te nemen, de weg schouwen en ook Peter Crillaerts te mijden en te schouwen, zoals dat boven breder begrepen staat, dit te doen en onderhouden op zoen en zoenrecht en volgens algemeen landrecht.
Mocht er enige duisternis, twist, altricatie zijn in wat voors staat, dat hebben de vier arbiters gehouden tot hun verklaring en wat de arbiters daarvan zullen besluiten moeten beide partijen handhaven.
Deze uitspraak hebben beide partijen geprezen en ze is ook verborgd, te weten van de zijde van de gedode door Ghijsbert Jan Vermee, Peter zijn zoon, Mercelis van Loet als man van zijn huisvrouw. Jan Cornelis Huijb Smitten en Jan Cornelis van Breda als mannen van de dochters van Ghijsbrecht voors voor zichzelf en voor de andere kinderen van Ghijsbrecht.
Van de zijde van de levende:
Claeus zoon van wijlen Hanrick Peter Aerts zo waar het hem in persoon aangaat en en niet verder.
Aangezien Jan, misdadige, hier in het dorp of binnen drie mijl rond het dorp van Tilburg geen woonplaats mag nemen zo hebben de partijen toegestaan, dat hij zijn goed mag verkopen en bijzijn van hemzelf en dat hij zich daarin secretelijk zal houden, blijvende op hetzelve zijn erfenis en hij mag niet gaan staan in het kerkhof, straten of andere plaatsen dan met discretie van de arbiters voors.
Bron: RHC Tilburg, algemene protocollen rechterlijk archief, R 280 f. 11r-v 
Family F1462
 
462 9 december 1531:
Pauwels zoon van wijlen Cornelis Herman Heijsten heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Ghoeijaert zoon van wijlen Hanrick Polslauwers een stuk heiveld, gelegen in de parochie van Tilburg, ter plaatse genaamd die Heijdsijde, aldaar tussen:
erfenis van Ghijsbert Jan van Boerden een zijde
de gemeijnt ander zijde en een einde
erfenis van Goeijaert Polslauwers ander einde.

Heijlwich weduwe van Huijbert Eelen Willems dochter van wijlen Peter Hanrick Polslauwers heeft wettelijk en erfelijk overgegeven aan Jan zoon van wijlen Elen Willems en Goeijaaert zoon van wijlen Hanrick Polslauwers als momber en toeziener van de onmondige kinderen van wijlen Huijbert en Heijlwich voors, ten behoeve van die kinderen, alle tocht en recht van tochtenwege, dat ze had en bezat in een erfpacht van 10 lopen rogge uit een erfpacht van 30 lopen rogge, welke pacht van de 10 lopen rogge Heijlwich met haar kinderen, die ze gewonnen had bij Huijbert haar man, ten deel gevallen wat tegen haar zwagers, welke pacht heden betaalt de weduwe van Hanrick van Damme.

Jan zoon van wijlen Elen Willems en Goeijaert zoon van wijlen Hanrick Polslouwers als momber en toeziener van de kinderen ut supra hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Pauwels zoon van wijlen Cornelis Herman Heijsten een jaarlijkse en erfelijke pacht van 10 lopen rogge uit een erfpacht van 30 lopen rogge ut supra.
Deze pacht staat te los, te weten de helft van de 10 lopen rogge erfpacht met 23 rijnsguldens van 20 stuivers of geld als nu laatst in Brabant gevalueerd is geweest, te weten de karolus gulden van 20 stuivers per stuk.
De andere vijf lopen rogge erfpacht voors zijn mede afgekweten alzulke vier lopen rogge erfpacht aan Marten van Breda, die de kinderen voors jaarlijks schuldig waren te gelden.

Gekomen is voor schepenen Pauwels zoon van wijlen Cornelis Herman Heijsten als man van Hanrick, Huijbert zoon van wijlen Jan Huijben als man van Anna; Peter en Jan, gebroeders, voor henzelf en voor hun broers en zusters, allen kinderen van wijlen Peter zoon van wijlen Gerit Reijnen, die Peter gewonnen had bij Peter zijn huisvrouw met Heijlwich, haar zuster, allen dochters van wijlen Peter zoon van wijlen Henrick Polslouwers, die Peter voors gewonnen had bij Aleijt zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan die Herde, met Jan zoon van wijlen Elen Willems en Goeijaert zoon van wijlen Hanrick Polslouwers, als momber en toeziener van de onmondige kinderen van wijlen Huijbert zoon van wijlen Elen Willems, die Huijbert gewonnen had bij Heijlwich zijn huisvrouw, dochter van wijlen Peter en Aleijt voors, en ze hebben bij rade van sommige van hun vrienden en magen een erfdeling gemaakt van de beemden die hun van Peter en Aleijt, hun vader en moeder, grootvader en grootmoeder, nagelaten en verstorven waren.
Overmits deze erfdeling zal Pauwels zoon van wijlen Cornelis Herman Heijsten hebben, houden en erfelijk blijven bezitten een stuk beemd, gelegen in de parochie van Tilburg, ter plaatse genaamd aen die Cleverplack, aldaar tussen:
erfenis van Pauwels Cornelis Hermans een zijde
een gemeijne schouwwaterlaat genaamd de Broecksloet ander zijde
erfenis van Huijbert Jan Huijben een einde
erfenis van Wouter Thonis met meer anderen ander einde.
Met condities en voorwaarden hierbij, mocht er op dit deel enige kommer op komen in de toekomst, hier niet genoemd, dan zullen de deelslieden voors deze kinds-kinds gelijk elkaar helpen dragen.

Hiertegen zal Huijbert voors hebben, houden en erfelijk blijven bezitten een stuk beemd, gelegen als voor, aldaar tussen:
erfenis van Cornelis Dani?els met meer anderen een zijde
de gemeijn schouwwaterlaat voors ander zijde
erfenis van Pauwels Cornelis Hermans een einde
erfenis van Reijn Gerit Reijnen ander einde.

Hiertegen zullen Peter en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Peter zoon van wijlen Gerit Reijnen voor henzelf en voor hun broers en zusters hebben houden en erfelijk blijven bezitten een stuk beemd gelegen in Gilze in die Bloeck, aldaar tussen:
erfenis van Goeijaert Pulskens een zijde
erfenis van Heijwlich weduwe van Huijbert zoon van
wijlen Elen Willems met haar kinderen ander zijde
erfenis van Peter Gerit Eelkens een einde
de Ghilsche Schouwsloet ander einde.
Hieruit te gelden de helft van 4 stuivers erfcijns in de cijns genaamd Berghem cijns in Breda jaarlijks te betalen en te gelden. Nog de helft van braspenning erfcijns `s anderendaags van Sint Martensdag te betalen Ghilze.

Hiertegen zal Heijlwich voors hebben, haar te tochten en voor haar kinderen ten erve te blijven, een stuk beemd gelegen als voor tussen:
erfenis van Peter en Jan, gebroeders, en hun broers
en zusters, kinderen van Peter Gerit Reijnen een zijde
erfenis van Gerit Hanrick Beijkens ander zijde
erfenis van Peter Gerit Eelkens een einde
de gemeijne schouwsloot ander einde.

Bron: RHC Tilburg, algemene protocollen rechterlijk archief, R 279 f. 22-23v

6 juni 1536:
Willem Wouter van Baest als man van Peter, dochter van Goijaert Pulskens en Machtelt Peters van Boerden vekoopt aan Peter Goijaert Pulskens alle zijn erfgoederen van Peter van Boerden.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 283 f. 4v

6 februari 1546:
Peter, Thonis en Ghijsbert, zonen van wijlen Goijaert Pulskens,
Willem zoon van wijlen Wouter van baest als man van Peter,
Jan zoon van wijlen Henrick Hixpoers als man van Heijlwig en
Matheus zoon van wijlen Wouter Gherits als man van Henricka,doctiters van wijlen Goijaert voors., verkopen aan Embrecht zoon van wijlen Goijaert Pulskens elk hun deel in een stuk heiveld gelegen te Tilburg aan die Heijdsijde tussen:
die gemeijn straat een zijde
Adriaen Ghijb Jan van Boerden een einde en ander zijde
Embrecht Goijaert Pulskens en Chijsbert zijn broer ander einde

Peter, Embrecht, Thonis en Ghijsbert,gebroeders, zonen van wijlen Goijaert Pulslauwers,
Jan zoon van wijlen Henrick llixpoers als man van Heijlwig en Matheus zoon van wijlen Wouter Gherits als man van Henricka, dochters van wijlen Goijaert voors., verkopen aan Willem zoon van wijlen Wouter van Baest elk hun deel in een jaarlijkse en erfelijke pacht van 12 lopen rogge in de maat
van Tilburg uit huis, hof, grond en stuk land daaraan liggende, groot samen ca 4 mudsaet, gelegen te Tilburg aan de Rugdijck tussen:
de gemeijnt aldaar een zijde
de kinderen van Peter Hillen en anderen ander zijde en een einde
die gemeijn straat ander einde.
Welke pacht van de 12 lopen rogge Cornelis en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Herman van Boerden verkocht hadden aan Goijaert zoon van wijlen Henrick Pulselauwers en welke 12 lopen rogge erfpacht de voornoemde verkopers elk tot hun deel verstorven was van wijlen Goijaert Pulselauwers, hun vader en schoonvader voors.

Anthonis zoon van wijlen Goijaert Pulskens heeft geloofd als schuldenaar te betalen aan Willem zoon van wijlen Woiiter van Baest een jaarlijkse en erfelijke cijns van 6 karolus gulden min 2 stuiver, elke gulden tot 20 stuivers gerekend, uit huis, hof, schuur, schaapskooi en uit het erf daaraan liggende, groot ca 34 lopensaet, gelegen te Tilburg aan die Heijdsijde tussen:
Ghijsbert Goijaert Pulskens en Gherit
Vranck Lemmens een zijde
de weduwe van Ariaen Wouter Loers en kinderen
en Herman Peter Ghijben ander zijde
Marcelis Haermans en Marten Pauwels Deckers, een einde
Pauwels Cornelis Hermans en de gemeijn straat ander einde.
In margine: gelost anno 48 ergo vacat.

Staat te los met 100 karolus gulden van 20 stuivers samen met de jaarcijns en achterstel, met Sint Jansmis tevoren op te zeggen.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 292 fol. 68v-69r 
Family F1460
 
463 9 december 1532:
Cornelis zoon van wijlen Gerit Reijnen heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Dani?el zoon van wijlen Cornelis Herman Heijsten een stukje erf in land en weide liggende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Heijdsijde aen het Hoelven, aldaar tussen:
erfenis van Dani?el Cornelis Hermans een zijde
erfenis van Heijlwich Zomers ander zijde
erfenis van Cornelis verkoper een einde
de gemeijn straat ander einde.
Hieruit te gelden aan Gerit Peter Eelkens een jaarlijkse en erfelijke pacht van 12 lopen rogge.
Bron: RHC Tilburg, algemeen protocol rechterlijk archief, R 280 f. 23r

20 november 1550:
Aerdt zoon van wijlen Goessen Laureijs inden Acker als man van Marie dochter van Dani?el zoon van wijlen Cornelis Hermans heeft geboden zijn blijkende penningen, die hij zeide zijn eigenste te zijn, te weten Godspenning, wijnkoop, briefgeld en hoofdpenningen om met recht van naarderschap te lossen en te kwijten een huis, hof met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, dat de voornoemde Dani?el zoon van wijlen Cornelis Hermans verkocht had aan Willem zoon van wijlen Jan Aben, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd die Heijdsijde buiten de Dreijboem aldaar tussen:
erfenis van Guldeke en Ariaenke, gezusters, dochters
van wijlen Jan Mathijs Oeijen uit zijn 2e huwelijk een zijde
die gemeijnt van Tilburg ander zijde en een einde
erfenis van Marcelis Haermans ander einde,
zoals blijkt uit brieven van Tilburg.
Aerdt voors. heeft voorts geboden in de naam als voor en heeft geloofd daartoe te doen, al hetgeen een naarderman of naarder persoon daartoe van rechtswege schuldig is te doen al de tijd als hij het van rechtswege schuldig zal zijn te doen, zonder arglist.
Toegevoegd: (Brieven) overgegeven aan Cornelis Henrick sBeren op verzoek.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg, R 296 fol. 35r

6 mei 1559:
Jan zoon van wijlen Peter Gherit Jans als man en momber van Corneliske suae uxoris (zijn huisvrouw) dochter van wijlen Dani?el Cornelis Hermans heeft beloofd als een principaal schuldenaar te gelden, te geven en wel te betalen aan Marie weduwe van Aerdt Goessen inden Acker, dochter van wijlen Dani?el Cornelis Hermans, om voor haar te blijven tot vruchtgebruik en voor haar kinderen door wijlen Aerdt voors uit haar verwekt tot erfrecht, een jaarlijkse en erfelijke cijns van negen en zeventig stuiver en een halve oirtstuiver, elk jaar te vergelden op Onze Lieve Vrouwedag Lichtmis en voor de eerste termijn met Onze Lieve Vrouwedag Lichtmis nu a.s. en dat van een huis en hof, schuur met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer twaalf lopensaet, gelegen in de parochie van Tilborch ad locum dictum (ter plaatse genaamd) aen die Heijdsijde bijden Dreijboom aldaar tussen:
erfenis van Jan Dani?el Cornelis Hermans en van Cornelis
Henrick Willem sBeren, zijn zwagers een zijde
erfenis van Heijlwich en Margriet, dochters van wijlen
Dani?el Cornelis Hermans voors ander zijde
de gemeijn Heijdsijschestraet een einde
erfenis van Cornelis Cornelis Peter Mutsaerts en van
IJke weduwe van Laureijs Loers met haar kinderen ander einde
ut dicebat et promisit warandiam more solito (zoals hij zeide en hij heeft beloofd te waren zoals gebruikelijk) en het voors huis, hof, schuur met de grond en erfenis daaraan liggende voors altijd goedn zeker genoeg etc en alle kommer en calangies daar op komende allemaal af te doen, terwijl Jan voors verder beloofde op verbintenis als voor dat hij de voors cijns zo jaarlijks zal gelden en betalen aan Marie voors met haar kinderen of aan Joest Peter Hermans aan wie Marie voors van gelijke penningen eenzelfde cijns betaalt, zodat Marie voors en haar kinderen en haar nakomelingen daarvan geen schade of calangie zullen hebben of lijden en alle schade, kommer en calangie die voor hen daarvan zal komen geheel af te doen.
Derhalve is het conditie en voorwaarde in deze, dat Jan Peters, schuldenaar bovengenoemd, en zijn nakomelingen de voors cijns zullen mogen lossen en kwijten met de som van twee en zeventig karolus gulden, 20 stuivers of die waarde in ander goed gevalueerd geld voor elke karolus gulden voors te rekenen, en de voors los gehouden en verbonden te doen wanneer men aan de voornoemde Joest Peter Hermans zijn cijns, die hij op Marie voors en haar kinderen heffende is, zal willen lossen en kwijten, wat de voors Jan Peters bovengenoemd op verbintenis aals voor zo ook beloofd heeft, behalve dat men dat aan Jan Peters of zijn nakomelingen met Sint Jans tevoren zal verkondigen en opzeggen als men de voors los met Lichtmis daarna zal willen of moeten doen, zonder arglist.
Datum de zesde mei, schepenen Ghierl en Berijs.
Item Maria 1 brief.
In margine:
Marie de weduwe van Aert Goessens inden Acker in zoverre haar het vruchtgebruik aangaat, Goeswijn en Jenneke, haar kinderen voor twee derde delen, en Ghijsbert Goessens inden Acker en Adriaen Dani?el Cornelis Hermans als momber en toeziener van Jan onmondige zoon van Aert en Marie voors voor het derde derdedeel in de erfelijkheid van de cijns binnen dit contract begrepen, maken bij deze bekend dat aan hen is afgelost en gekweten door Gerit Peter Peter Geritsz en door Adriaen Cornelis Peter Mutsaerts als momber en toeziener van de kinderen van Jan Peter Gerit Jansz, schuldenaars in deze, de cijns van negen en zeventig stuiver en een halve oirtstuiver in datzelfde contract begrepen, terwijl ze bekend maken de voors penningen met de laatste ontvangen te hebben, belovende daarnaar nu noch nimmermeer te talen noch te laten talen voor geen enkele rechtbank, geestelijk noch wereldlijk, maar ze vertijden daarop volkomen op de manier die daartoe gewoonte is en dat onder verbintenis van hun personen en al hun goederen, hebbende en verkrijgende, en de momber en toeziener op de goederen van het onmondige kind, hebbende en verkrijgende.
Datum 4 september 1579, schepenen Gherits en Borchmans.

Adriaen zoon van wijlen Dani?el Cornelis Hermans legitime et hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Jan Peter Gherit Jans zijn zwager, met afgaan en vertijen etc, een stuk land hem toebehorende in alle grootte zoals dat gelegen is en dat hem Adriaen voors onlangs, bij deling met zijn mede erfgenamen van wijlen Dani?el zijn vader voors gedaan, ten deel is gevallen, gelegen in de parochie van Tilborch ad locum dictum (ter plaatse genaamd) aen die Heijdsijde bijden Dreijboom, aldaar tussen:
erfenis van Heijlwich dochter van wijlen Dani?el Cornelis
Hermans vs en erfenis van Jan Peter Gherit Jans, noordwaarts een zijde
erfenis van Adriaen zoon van wijlen Cornelis Peter Mutsaerts,
zuidwaarts ander zijde
de Cromstraet aldaar een einde
erfenis van IJke weduwe van Laureijs Loers met haar
kinderen ander einde.
Nog hiertoe de helft onbedeeld in de helft bedeeld liggende westwaarts in en van een stuk erf genaamd 't Hoolvenne in alle groote als deze helft voors nu onlangs aan de voornoemde Adriaen Dani?elszoon bij deling toebedeeld is geweest, gelegen in de parochie voors ter plaatse theijnden die Stockhasselt, waarvan de voors bedeelde helft gelegen is tussen:
de andere helft aan Heijlwich en Margriet, dochters van
Dani?el Cornelis Hermans toebedeeld een zijde
erfenis van Peter Peter van Spaendonck met zijn huisvrouw ander zijde
ut dicebat et promisit warandiam more solito (zoals hij zeide en hij heeft beloofd te waren zoals gebruikelijk) behalve dat Jan koper daaruit moet gelden het achtste deel in zevenentwintig en een halve lopen rogge erfpacht en zestien en een halve plak erfcijns te betlen aan de Heilige Geest van Tilborch; nog in een lopen rogge erfpacht te betalen aan de Rector van sint Katharina altaar in de kerk van Tilborch en nog ongeveer drie blank erfcijns te betalen aan de Gezworenen van Tilborch, terwijl Adriaen verkoper verder beloofde dit verkopen, overgeven opdragen etc. en alle andere kommer en calangies daar meer op komende allemaal voor hem af te doen.
Datum de 23e mei, schepenen Ghierl en Berijs.

Jan Peter Gherit Jans heeft beloofd als principaal schuldenaar op zich en al zijn goederen, havelijk en erfelijk, nu hebbende en nog later te verkrijgen, aan Adriaen zoon van wijlen Dani?el Cornelis Hermans zijn zwager te betalen van Lichtmis nu a.s. over drie jaar vier en zeventig karolus gulden, twintig stuivers of de waarde daarvan in ander goed gevalueerd geld voor elke karolus gulden voors te rekenen, met van elke karolus gulden alsdan en ook met elke Lichtmis daartussen als cijns een braspenning te geven.
Datum et scabini ut supra.

Jan voors legitime et hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Cornelis zoon van wijlen Cornelis Peter Mutsaerts, met afgaan en vertijen etc, de helft onbedeeld hem toebehorende in de helft bedeeld liggende aan de westkant in en van een stuk erf genaamd 't Hoolvenne, in alle grootte als die voors Jan deze helft voors onder andere heden ten dage gekocht heeft van Adriaen zoon van wijlen Dani?el Cornelis Hermans zijn zwager, gelegen in de parochie van Tilborch ad locum dictum (ter plaatse genaamd) theijnden die Stockhasselt aldaar, de voors bedeelde helft gelegen tussen:
de andere helft toebehorende aan Heijlwich en Margriet
dochters van Dani?el Cornelis Hermans een zijde
erfenis van Peter Peter van Spaendonck met zijn huisvrouw ander zijde
de Stockhasseltschestraet een einde
erfenis van IJke weduwe van Laureijs Loers met haar
kinderen ander einde
ut dicebat et promisit warandiam more solito (zoals hij zeide en hij heeft beloofd te waren zoals gebruikelijk) en dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors altijd vast en stendig etc en alle kommer en calangies daarop komende allemaal af etc, behalve dat deze helft moet laten wegen de andere helft aan Heijlwich en Margriet voornoemd toebedeeld op behoorlijke manier
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 305 fol. 12r-13r 
Family F1106
 
464 9 februari 1532:
Denis zoon van wijlen Peter Crillaerts heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Marcelis Aert van Vessem een jaarlijkse en erfelijke pacht van een half mud rogge, samen met de achterstel van een jaar, uit en van een huis, hof en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer 6 lopensaet, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in de Berckdijck, aldaar tussen:
erfenis van Dingen weduwe van Wouter vanden Vossenberch een zijde
erfenis van Denis Adriaen Mutsaerts ander zijde
erfenis van Anthonis Verbunt en meer anderen een einde
de gemeijn straat ander einde.
Nog uit een stuk erf genaamd de Bocht, groot ongeveer 12 lopensaet, gelegen als voor tussen:
erfenis van Denis voors een zijde
erfenis van Wouter Soffaerts ander zijde en een einde
de gemeijn straat ander einde.
Welke pacht Denis voors ten deel gevallen was tegen zijn broers en zusters en die Jenneke de weduwe van Peter Crillaerts zijn moeder gekocht had van Denis zoon van wijlen Jan Peijmans.
Bron: Regionaal Archief Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 279 fol. 47r-v

10 april 1539:
Denijs zoon van wijlen Peter Crillaerts als man van Jenneke dochter van Claeus Jan de Wijse koopt in naarderschap van Willem Berijs van Oerle 1/3 deel in een stuk beemd, gelegen te Tilburg in Oerle tussen:
Jan Ghijsbrecht van Oerle een zijde
Jan Cornelis Heijmericks ander zijde
H. Geest vanden Bosch een einde
die Nijeuwe Leije ander einde
wat Claeus Jan de Wijse verkocht had aan Peter Willem Berijs van Oerle.

Denijs Peter Crillaerts als man van Jenneke etc. Claeus Jan die Wijse, verkoopt 1/3 deel van een beemd ut supra aan Peter zoon van wijlen Wouter Willem Mutsaerts.
Denijs had deze verkregen in naarderschap van Peter Willem Berijs van Oerle, die hem gekocht had van Claeus Jan die Wijse.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 286 f. 1r

29 januari 1541:
Cornelis en Adriaen, gebroeders, zonen van wijlen Aert Ariaen Lauwers verkopen aan Denijs Peter Crillaerts een jaarlijkse en erfelijke pacht van 4 lopen rogge uit een pacht van 23 lopen rogge uit:
1) Huis, hoeve met toebehoren, gelegen te Westtilburg in een stede genaamd Corvel tussen:
Groet Aelwijns een zijde
Gherit van Ethen ander zijde
2) 2 stukken land gelegen in Corvel
het ene stuk tussen:
Tafel van de H. Geest in Tilburg een zijde
Gudelken Sculenborchs ander zijde
het andere stuk tussen:
erfgenamen van Gherit Volders een zijde
gemeijn straat ander zijde
3) Een half bunder beemd, gelegen in Tilburg tussen:
Maesdijck een zijde
Truden Claeus Beemd ander zijde
welk huis, hof en toebehoren met de 2 stukken land Henrick genaamd Aelwijn zoon Groet Aelwijn ontvangen had van Claeus zoon van wijle Aelwijn Sculenborchs voor en om de pacht van de 23 lopen rogge daar uit en uit de halve bunder beemd en welk 4 lopen rogge Cornelis en Ariaen verstorven waren van wijlen Aert voors. hun vader en die Aert verstorven waren van zijn ouders.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 298 f. 49r-v

1 februari 1544:
Denijs zoon van wijlen Peter Crillaerts heeft geloofd als schuldenaar te betalen aan Goijaert zoon van wijlen Peter Crillaerts een jaarlijkse en erfelijke pacht van ene half mud rogge uit een stuk land genaamd 't Bosch groot ca 4 lopensaet, gelegen in de parochie van Tilburg in Corvel in die chijve omtrent de Wijntmoelen daar tussen:
Kathelijn weduwe van Willem Wouter Jacops - een zijde
Adriaen Sijmon van Zon - ander zijde
Jan Jan Korstkens - een einde
een gemeijn gebuur akkerweg - ander einde.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 290 f. 41v


6 februari 1545:
Denijs zoon van wijlen Peter crillaerts verkoopt aan Laureijs zoon van wijlen Henrick Zwijsen een jaarlijkse en erfelijke pacht van mud rogge in een jaarlijkse en erfelijke pacht van 1 mud rogge, welke pacht van 1 mud rogge voors. eertijds Wouter en Peter de jongste, gebroeders, zonen van Jan zoon van wijlen Wouter Back Onmaten, erfelijk verkocht hadden aan Ghijsbrecht zoon van wijlen Ghijsbrecht Huijsmans, elk jaar te betalen uit een stuk beemd groot ca 1 bunder, eertijds toebehorende aan Wouter en Peter voors., gelegen te Tilburg tussen Lievegoer en Maesdijck tussen:
sbeckers Beempt, toebehorende aan
Wouter de Becker en zijn mede erfgenamen een zijde
Margriet de weduwe van Peter Dani?els ander zijde
Item uit een stuk beemd groot ca 3 lopensaet, gelegen te Tilburg in Velthoven in Hoenkens Braeck tussen:
Dierck Peter Stelaerts een zijde
Elijsabet weduwe van Jan van Ghestel ander zijde
welke erfpacht van mud rogge voors. Denijs voors. gekocht had van Joestke dochter van wijlen Henrick Lamberts van Gorcum, weduwe van Peter vanden Pasch, en ook van Peter en Andries, gebroeders, Aleijd en Geraertke, gezusters, kinderen van Joestke en van wijlen Peter vanden Pasch, en van Andries Hoevelmans als man van Heijlke dochter van Joestke en Peter vanden Pasch voots., zoals blijkt uit diverse brieven van Oisterwijk.
Item hiertoe verkoopt aan dezelve Denijs zoon van wijlen Peter Crillaerts als man van Jenneke dochter van wijlen Nicolaeus zoon van wijlen Jan Zwijsen zijn deel, actie en toezeggen, wat hem competeert in 10 lopen rogge jaarlijkse en erfelijke pacht, die eertijds Claeus en Jan, zonen van wijlen Jan Zwijsen, en Jan de Bont als man van Katherijn en tot behoef van Margriet Jan Zwijsen, gekocht hadden van Peter zoon van wjlen Jan Wouter Back Onmaten uit een stuk land genaamd de Witten Acker, groot ca 3 lopensaet, gelegen te Tilburg in die Stockhasselt tussen:
Dani?el Peter van Boerden een zijde
Dani?el voors. en de kinderen van
Henrick Cort Dani?els ander zijde
zoals in schepenbrieven van Tilburg staat.
Welke 10 lopen rogge erfpacht nu ter tijd betaalt Jan Vranck Lemmens en welke 10 lopen rogge erfpacht voors. Jenneke de weduwe van Claeus Jan Zwijsen haar tocht daarin overgegeven had aan Denjs voors. In zoverre hem dit half mud rogge erfpacht en zjn deel in de 10 lopen rogge erfpacht aangaan.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 291 fol. 59r-v 
Family F636
 
465 9 februari 1549:
Condt zij allen hoe dat voor ons gekomen zijn in propere persoon Adriaen Jan Sceenkenszn;
Gelden ende Wouter, gebroeders, Cornelis Henricxzn. als man en momboir van Anneke Jan Sceenkensdochter; Joachim Joistenzn. als man en momboir Maria Jan Sceekensdochter; Arnt Meeusse voor hem zelven ende voorts voor Claes, Jan, Teunke ende Meeus, gebroeders, Lijnken en Toenisken, gesusters, die daer niet tegenwoordig en waren daer Arnt voor instaat ende gelooft heeft ende Aenken Huijbert Jansse dochter die daer oock niet tegenwoordig en was oudt wesende omtrent 15 jaeren, daer wettige moeder af is Cornelisken Willem Vranckendochter dewelcke Aenken Godt almachtig gelij... heeft nog ter tijt geen sprake nog oock volcommen gehoire verleent te hebben. Allen kijnderen ende gerechte erfgenamen van Jannen Arnt Sceenkens ende Lijn zijn huisvrouwe. Eene ijgelijcken kennelijck zijnde zoo hebben die voorst. personen bij consent van de heer ende bij raede van deen andere ende ten meester profijtte ende onderhoudenisse van de voorst. Aenken is gemaeckt ende geordonneert een accoordt in der manieren hierna volgende t.w. is dat Jan Janssen van Aelst als tweede wettige man van Corneliske voorn. ende alzoo oom en stiefvader van Aenken voorn. schuldig en gehouden zal zijn eerlijck te onderhouden der voorst. Aenken haer leven lang gedurende alsoo een cristen mensche schuldig is te onderhouden van alles den voorst. Aenken aen haeren lijve nootelijck wesende 't sij gesont ofte sieck niet daer inne uitgescheijden. Voor welcke onderhoudinge Jan ontvangen zal van de voorst. kijnder ende erfgenamen die penningen die gekomen zijn ofte nog komen zullen mogen van den goederen der voorst. Aenken aangedeelt zijn van Jan Sceenkens ende Lijnke Sceenkens haer heerken ende vrouwken, welcke goederen zij luijden den voorst. Jan waerdig zijnde een hondert ende een half carolus guldens eens tot twintig stuijvers elcke gulden gereckent. Ende hebben Vranck Willemsse ende Adriaen Sceenkens als gerechte momboiren van de voorst. Aenken daer toe van de rechter gestelt alsoo behoirlijck ende recht is, 't voorst. Aenkens goet wesende het zevende gedeelte van allen den achtergelaten goederen haers heerkens ende vrouwkens voorst. rechtelijck opgedragen ende overgegeven allen den gerechten erfgenamen ende kijnder van Jan Sceenkens zoo waer dat gelegen zijn ofte bevonden zal mogen worden binnen der parochie van Venloon met afgaen ende vertijen alzoo gewoonlijck ende recht is. Gelovende als schuldens principaele op hen ende op allen hen goederen hebbende ende verkijgende den voorst. kijnder ende erfgenamen 't voorschr. zevende kijntsgedeelte te waren alzoo men erffenisse schuldig is te waren ende allen commer van Aenkens weegen af te doen den zelven. Onder conditie ondersprekende ende willen indien Jan Jansse der voorst. Aenken niet wel en onderhoud alzoo hier inne ondersprocken is dat zij dan hem Aenken voorst. zullen mogen affnemen met oock den hondert en een halve gulden eens, die welcke Jan voorst. gelooft heeft ende mits deesen gelooft op hem ende op allen zijn goet den voorst. erfgoet tot behoef ende onderhoudenisse Aenken wederomme te geven tot allen tijden alsmen bevinden zal dat Jan ofte zijn erven Aenkens voorst. anders doet ofte onderhoudt dan voorst. staet. Maer indien Jan der zelver Aenken onderhoudt wel ende eerlijck alzoo voorschr. is zoo zullen die voorst. hondert en een halve gld. sterven ende erven opten voorst. Jan ofte zijnen erfgenamen. Dewelcke zij momboiren ende allen die voorst. personen aldus gelooft hebben deen den anderen tot Jans behoef vast, stendig ende in wwaerden te houden op hen ende op allen hen goederen, hebbende ende verkrijgende, 't geens ende allet des bij deesen tegenwoorden gedaan ende geordonneert is zonder enige tegenzeggen met enige rechten, geestelijck ofte wereltlijck. Testes, Bartolomeus Jansse ende Joist Peeterssen. Actum opte 9e dach februari anno 1549.
Alle dese voorst. erfgenamen hebben gelooft een voor al te betalen Jannen Jansse 26 guldens op vier termijnen, waer den eerste termijn zijn zal te baemisse naestcomende ende zoo voorts van baemisse tot baemisse totter tijt toe die voorst. 26 gld. betaelt zullen zijn, ter causen van 't voorschr. Aenken' s goet. Testes ut supra. In marge bijgeschreven : Gecancelleert bij consent der partijen.
Bron: Bewerking rechterlijk archief Loon op Zand inv.nr. 57, fol. 62r

31 augustus 1550:
Hilleke Wouter Sceenkens huisvr. met haeren gecoiren momboir Adriaen Jan Sceekens, Gelden, Wouter, gebroeders, Cornelis Henricxzn. als man en momboir van Agnees zijnder huisvrouwe, Joachim Joistenzn. als man en momboir van Marijke zijnder huijsvrouwe, allen kijnder Jan Art Sceenkens, Arnt Meeuse voor hem zelven ende voorts voor zijn zusters ende broeders, die daer niet tegenwoordig en waren daer Arnt voor instaet ende gelooft, ende Bartolomeus Jan Geldensse hebben opgedragen ende overgegeven Aleijten Joosten huijsvrouwe, tesamen met allen den brieven daeraf mentie makende, alsulcke zes loopen erfrogs als den voorst. verkopers aenkomen ende aenbestorven is van Huijberten Meeusse alzoo zij zeeden. Gelovende als schuldenaers principaele op hen ende op allen hen goet hebbende ende verkrijgende, Aleijt dit voorst. opdragen, overgegeven ende vertijen altijt vast ende in weerden te houden ende allen commer van hueren wegen af te doen. Testes, Bartolomeus Jansse ende Peeter Peetersse. Actum anno 1550 den 31e dach augustus.
Bron: Bewerking rechterlijk archief Loon op Zand inv.nr. 57, fol. 90r, v

21 november 1550:
Adriaen Jan Sceenkenszn. ende Joachim Joistenzn. als man ende momboir Marijkens zijns wijffs een dochter van Jan Art Sceenkens alsulcke helft van eene erfpacht spruijtende uit eene erfpacht van 12 1/2 loopen rogs als Christianen Willemsse verkocht hadden Claessen Jan Goessense jaerlijcks te heffen uit erffenisse ende timmeringe daerop staende Jan Gerit Heijenzn. ende Adriaen ende Joachim aenbestorven is van Claessen voors. hebben zij opgedragen ende overgegeven Wouter Jan Heijenzn. Ende hebben daer voorts op vertegen alzoo gewoonlijck ende recht is. Gelovende Adriaen en Joachim voors. op hen ende op allen hen goet, hebbende ende vercrijgende, Wouter die voors. helft van 12 1/2 loopen rogs te waren alzoo men erfrog schuldig is te waren ende allen commer van zijnent wegen af te doen. Testes, Bartolomeus Jansse ende Joist Peetersse. Actum ut supra.
Bron: Bewerking rechterlijk archief Loon op Zand inv.nr. 57, fol. 98v 
Family F3136
 
466 9 februari 1563:
Jan zoon van wijlen Peter Vrancken door deze Peter en uit wijlen Margriet zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan Leemans de Oude verwekt en verkregen legitime et hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Jan zoon van wijlen Pauwels Verhoeven, met afgaan en vertijen etc, al alzulk versterf en recht vanwege versterven dat hem aangekomen en verstorven was in alle en eeniegelijke vaderlijke en moederlijke cijnsgoederen, zo waar en tussen wie deze goederen gelegen zijn of bevonden mogen worden, zowel binnen de parochie van Tilborch als daar buiten, het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge of zo waar men die enigszins in zijn naam zal mogen bevinden, niets daarin uitgezonderd, zoals hij zeide.
Et promisit super se (en hij heeft beloofd p zich) dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan etc en in zijn naam te laten houden zonder etc en alle kommer en calangie van zijnentwege daarop komende allemaal voor hem af te doen.
Datum 9 februari, schepenen Ghierll en Buerden.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 308 fol. 68r 
Family F2081
 
467 9 januari 1533 nieuwe stijl:
Cornelis zoon van wijlen Gerit Herman Heijsten heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Anthonis Jan Adriaen Smolders, zijn zwager, de helft van een erfcijns van 6 karolus gulden van 20 stuivers per stuk uit een stuk beemd groot ongeveer 11 bunder, gelegen in de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd in die Ghilse Vucht in die Hoeven, aldaar tussen:
erfenis van de erfgenamen van wijlen Gerit Reijnen en
meer anderen, westwaarts een zijde
erfenis van Marten Jan Gerits, oostwaarts ander zijde
erfenis van de erfgenamen van wijlen Wouter Jans, noordwaarts een einde
erfenis van Nicodemus Wouter Nijcken, zuidwaarts ander einde.
Nog uit meer onderpanden. Welke helft van de cijns voors aan Cornelis ten deel gevallen is tegen zijn broers en zusters en hem verstorven was van wijlen Gerit Herman Heijsten, zijn vader, welke cijns Gerit voors gekocht had van meester Jan van Hulten, borgemeester van de stad van Breda en deze zelfde meester Jan had hem gekocht van Jennijke dochter van wijlen Jan Jan Nouwen en met Henrick Cornelis Aert Appels haar man.

Anthonis Jan Arijaen Smolders als man van Marij dochter van wijlen Gerit Herman Heijsten heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Jan en Cornelis, gebroeders, kinderen van wijlen Gerit Herman Heijsten, zijn zwagers een derde deel in een stuk beemd gelegen in de parochie van Tilborch in die Ghilse Vucht after dat Hoeff van Dongen, het gehele stuk tussen:
erfenis van Jan Wouter Naes een zijde
erfenis van Arijaen Wevers ander zijde
een schouwsloot genaamd die Vaert een einde.
Welk stuk beemd Gerit zoon van wijlen Herman Heijsten, zijn schoonvader, gekocht had van Lijsbet Wouter Sprengers en van Wijerick vanden Haensberge haar man, wat Lijsbet toegekomen was van haar vader Wouter Sprengers.
Uit de gehele beemd gaat jaarlijks 10 lopen rogge erfpacht in Breda te leveren in de maat aldaar.
Nog 12 stuiver en 1 oertstuiver erfcijns ook in Breda te leveren.

Bron: RHC Tilburg, algemeen protocol rechterlijk archief, R 280 f. 30r-v

17 januari n.st:
Jan en Herman, gebroeders, zonen van wijlen Gerit zoon van wijlen Herman Heijsten, hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Anthonis Denis Meijnaerts een jaarlijkse en erflijke pacht van 2 mud rogge uit een stuk erf gelegen in weiland, groot ongeveer 5 lopensaaet, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Hasselt, aldaar tussen
erfenis van Cornelis Dani?els en Sijmon Reijnkens een zijde
de gemeijn straat ander zijde en een einde
erfenis van Jan Dani?els ander einde.
Nog uit een huis, hof en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer 3 lopensaet, gelegen in de parochie en plaats voors tussen:
erfenis van Peter Willem sBeren een zijde
de gemeijn straat ander zijde en een einde
erfenis van Henrick Cornelis Appels ander einde.
Welke erfpacht Gerit zoon van wijlen Herman Heijsten hun vader gekocht had van Hanrick Cornelis Appels, welke Jan en Herman ten deel gevallen was tegen hun broers en zusters.

Staat te los met 100 karolus gulden van 20 stuivers per stuk.
Bron: RHC Tilburg, algemeen protocol rechterlijk archief, R 280 f. 33r 
Family F951
 
468 9 januari 1556:
Cornelis zoon van wijlen Gherit Smolders de jonge als weduwnaar van Jenneke, zijn huisvrouw, dochter van wijlen Willem van Gorp supportavit (heeft overgegeven) aan zijn wettige kinderen, die hij verwekt en verkregen had bij wijlen Jenneke, zijn huisvrouw voornoemd, met afgaan en vertijen etc. zijn tocht en recht van tochten wat hij had en bezat in een huis, hof, schuur, schaapskooi met de grond en toebehoren en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ca 5 lopensaet en 17 roede, gelegen in de parochie van Tilburg ad locum dictum (ter plaatse genaamd) aen die Hoeven tussen:
erfenis van Goijaert Jan Michiels een zijde
erfenis van Adriaen Jan van Ghestel ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Jan Marten Jan Ghenen ander einde.
Nog hiertoe een stukje land daar achter aanliggende, groot ca anderhalf lopensaet en vijf roeden gelegen aldaar tussen:
erfenis van Adriaen Jan van Ghestel voors. een zijde
erfenis van de kinderen van Jan Gast vanden Bosch ander zijde
erfenis van Adriaen Jan Peter Ghijben een einde
erfenis van Jan Marten Jan Ghenen voornoemd ander einde,
ut dicebat (zoals hij zeide), gelovende als schuldenaar super se et bona sua etc. (op zich en zijn goederen etc.) dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen vs altijd vast en stendig te houden etc. en van tochtenwege daar nooit meer aanspraak op te maken noch te doen maken etc. en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal voor hen af te doen.
Datum de 9e januari, schepenen Ghierl en Ghijben.

Henrick zoon van wijlen Gherit Smolders als gekozen en door de rechter aangestelde momber van Jan, Willem en Marten, gebroeders, Lijsbet, Ariaena en Lijsbet, Marike en Anneke, gezusters, allen onmondige kinderen van Cornelis zoon van wijlen Gherit Smolders de jonge, welke kinderen Cornelis voors. verwekt en verkregen had bij wijlen Jenneke, zijn huisvrouw, dochter van wijlen Willem van Gorp, legitime et hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Jan zoon van wijlen Willem van Gorp het voors. huis, hof, schuur, schaapskooi met de grond en toebehoren en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, de onmondige kinderen voors. toebehorende, en ook het voors. stukje land daar achter aan liggende omnino ut supra (alles als voor) in de voors. tochtbrief, tesamen met de brieven daarvan gewag makende en in het bijzonder de brief waarmee de voornoemde Cornelis zoon van wijlen Gherit Smolders voors. dat huis, hof, schuur, schaapskooi met de grond en erfenis daar aan liggende met het stukje land voors. gekocht en verkregen had van en tegen zijn broers en zusters en met al het recht hun enigszins daarin toebehorende, met afgaan en vertijen etc. En Henrick zoon van wijlen Gherit Smolders, als momber en verkoper voornoemd heeft geloofd op verbintenis der goederen van de onmondige kinderen voors., nu hebbende en nog later te verkrijgen, aan Jan Willems, koper voors., het voors. huis, hof, schuur, schaapskooi met de grond en erfenis daar aan liggende en ook het stukje land voors. daarenboven te waren, los en vrij, zoals men los en vrij erven schuldig is te waren, uitgenomen dat Jan koper voors. daaruit moet gelden zes karolus gulden en vijf stuivers erfcijns te betalen aan de weduwe van Herman Peter Hermans met haar kinderen, te los staande met honderd karolus gulden; nog 6 karolus gulden erfcijns aan de kinderen van Cornelis Crillaerts te betalen, ook te los staande met honderd karolus gulden; ?e?en mud rogge erfpacht te betalen aan Wouter Adriaen Gherits, te los staande met twee en vijftig karolus gulden, en nog drie karolus gulden erfcijns te betalen aan het Sinneloos Huijs ten Bosch, te los staande met vijftig karolus gulden, alles naar uitwijzen en volgens de brieven, die daarvan zijn. Ook 'sHeren schouwen van de Schijve te onderhouden naar oude gewoonte.
Henrick verkoper en als momber voornoemd heeft verder geloofd op verbintenis als voor dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors. altijd vast en stendig te houden en in de naam van de onmondige kinderen te doen houden zonder enig wederzeggen, en alle andere kommer en calangies daarop komende allemaal voor hem af te doen.
Item zijn deze goederen aan de voors. onmondige kinderen toebehorende verkocht geweest volgens de ordonnanti?en van Onze Heer de Keizer daarop verleend nadat ze hun drie zondagse veilingen gehad hebben en bij attestatie van gegoede mannen en naburen bij name van Goijaert Jan Michiels en Jan Gherit Eijsschen verklaard onder hun eed op behoorlijke manier voor deze onmondige kinderen verkocht te zijn geweest. En men heeft ook ten hoogste daarvan in een openbare herberg gezeten en aangezien daar niemand is geweest, die deze goederen voors. voor de prijs, zoals die gevraagd was, kopen of mijnen wilde, zo heeft de voornoemde Jan zoon van wijlen Willem van Gorp, koper bij deze, deze goederen voor dezelfde prijs zoals die gevraagd was aan hem geslagen en hij heeft de koop daarvan genomen, zoals de schepenen ondergeschreven daarvan voldoende gebleken is, alles zonder arglist.
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als voor).
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 301 fol. 38r -39r

28 februari 1559:
Henrick zoon van wijlen Gherit Smolders als momber van Jan, Willem en Marten, gebroeders, Lijsbet, Arianeke, Marike en Lijske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Cornelis Gherit Smolders, zijn broer, door deze Cornelis en uit wijlen Jenneke suae uxore (zijn huisvrouw), dochter van wijlen Willem van Gorp, verwekt, waar Henrick voors zich alleen sterk voor maakte en gelofte deed, legitime et hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers de Jonge, met afgaan en vertijen, een half huis, dat aan de onmondige kinderen voors toebehoort, te weten het voorste einde met de zolder tot aan het zoldergebont toe, met de grond en een beetje hof, groot samen ongeveer acht roeden, evenwel in alle grootte als deze grond en hof voors aldaar gelegen zijn in de parochie van Tilborch ad locum dictum (ter plaatse genaamd) aen die Velthoven, aldaar tussen:
erfenis van Adriaen Cornelis van Spaendonck, oostwaarts een zijde
de andere helft van het voors huis met de grond en
erfenis daaraan liggende, toebehorende aan de kinderen van
Adriaen Steven Willems, westwaarts ander zijde
en ook noordwaarts een einde
die gemeijn straat ander einde
ut dicebat et promisit ut debitor principalis super se et bona sua etc warandiam more solito (zoals hij zeide en hij heeft beloofd op zich en zijn goederen etc te waarborgen zoals gebruikelijk) en dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors altijd vast etc en alle kommer en calangies daarop komende allemaal voor hem af te doen, salvo (behalve) dat hij daaruit moet gelden zeven oirtstuivers erfcijns te betalen aan de Persoonschap van Oesterwijck.
Datum de laatste februari, schepenen Meijnaerts en Ghijben.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 304 fol. 56v-57r 
Family F2092
 
469 9 januari 1557:
Bekend zij eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Adriaen zoon van wijlen Jan Brocken als man en momber van Dani?el suae uxoris (zijn huisvrouw), Peter zoon van wijlen Peter Vrancken als man en momber van Margriet suae uxoris (zijn huisvrouw) en Gherit zoon van wijlen Jan de Cock als man en momber van Joestke suae uxoris (zijn huisvrouw), dochters van wijlen Marten Ghijb Goessensz door deze Marten uit wijlen Heijlwich suae uxoris (zijn huisvrouw) dochter van wijlen Claes Jan Huijb Melis samen verwekt en ze hebben onder elkaar van de goederen, aan hen nagelaten en gebleven door de voors. Claes Jan Huijb Melis en Jutta diens huisvrouw, (welke goederen) hen tegen hun mede erfgenamen en kinderen van wijlen Dani?el Claes Jan Huijb Melis ten deel gevallen waren, wederom een onderverdeling en erfscheiding gedaan en gemaakt, zals hierna beschreven staat. Tengevolge hiervan is aan de voors. Adriaen als man en momber suae uxoris (van zijn huisvrouw) voors. ten deel gevallen een stuk erf in weide en land liggende, genaamd de Bleck, gelegen in de parochie van Tilburg ad locum dictum (ter plaatse genaamd) Loven, aldaar tussen:
erfenis van Willem Jan Verschueren een zijde
erfenis van Claus Henrick Verhoeven, Marten Thonis Smolders en
de erfgenamen van Peter Vrancken ander zijde
de Heerbaen aldaar een einde
erfenis van Jan Aerdt Verhoeven de Jonge ander einde.
Nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie voors. in Loven Acker tussen:
erfenis van de erfgenamen van Huijbrecht Jacob Huijben een zijde
erfenis van de erfgenamen van Peter Vrancken ander einde
erfenis der weduwe en erfgenamen van Lucas van Amerzoijen een einde
erfenis van Claes Willem Verhoeven, Adriaen Jan Brocken voors
en meer anderen ander einde.
Nog hiertoe een stuk land genaamd Hermans Stede, gelegen ter plaatse laatstgenoemd tussen:
erfenis van de erfgenamen van Huijbrecht Jacob Huijben voors. een zijde en een einde
erfenis van Aerdt Roelof Aerdts, waar een waterlaat tussen door
loopt ander zijde
voor aan de gemeijn straat waar ook de voors. waterlaat
tussen door loopt ander einde
ut dicebant. Waaruit de voors. Adriaen als man en momber suae uxoris (van zijn huisvrouw) moet gelden veertien lopen rogge erfpacht aan Lijsbet weduwe van Joest Berijs Eelkens met haar kinderen, te betalen uit de voors. Bleck en hij moet onderhouden behoorlijke wegen en 'sHeren schouwen zowel door het voors. Bleck als naast en voor het voors. laatste stuk land lopende zoals gewoonte is. De voornoemde deelslieden hebben in de naam als voor elk op elkaars gedeelte volkomen vertegen met overgeven en afgaan, zoals dat gewoonte is, gelovende als voornaamste schuldenaars super se et bona sua (op zich en hun goederen) etc deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan voors voor elkaar altijd vast en stendig te houden en te doen houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangies voor elk van zijnentwege daarop komende allemaal af te doen en ook dat elk zijn pachten, cijnsen en andere kommer, hem op het zijnde benoemd en begroot, alzo zal gelden, betalen en dragen, ter plaatse en op de termijn daartoe verordineerd, zodat allen en hun goederen en nakomelingen daarvan zullen zijn en blijven onbelast. Met condities en voorwaarden hierbij, dat als er voor een van hen op zijn deel enige andere kommer of last met recht zou komen, hem niet benoemd zijnde, dat zij die kommer en last, als die komt, elkaar gelijk zullen helpen dragen en betalen, wat ze elkaar op verbintenis als voor zo ook beloofd hebben, zonder arglist.
Datum de 9e januari, schepenen Meijnaerts en Ghierl.

Hiertegen is aan de voors. Peter in de naam van zijn huisvrouw voors. ten deel gevallen een huis en hof met het oostelijke einde van de schuur en een schaapskooi met de gehele grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, staande en gelegen in de parochie van Tilburg ad locum dictum (ter plaatse genaamd) Loven tussen:
erfenis van Huijbrecht Cornelis Goijaerts een zijde
een gemeijne akkerweg ander zijde
de Heerbaen aldaar een einde
erfenis van de weduwe en erfgenamen van Lucas van Amerzoijen ander einde.
Nog een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in Loven Acker, waar een gemeenschappelijke voetpad over loopt, tussen:
erfenis van Cornelis Aerdt Roelofs een einde
erfenis van de weduwe en erfgenamen van Lucas van Amerzoijen ander zijde
erfenis van Willem Jan Verschueren, waar een waterlaat
tussendoor loopt een einde
erfenis van Peter Anthonis Meeus ander einde
met alzulke weg en recht van wegen, dat dat stuk land heeft en behouden zal over de erfenis van de weduwe en erfgenamen van wijlen Lucas voors. gelegen aan de oostelijke zijde. Nog hiertoe een stuk land groot ca anderhalf lopensaet, gelegen ter plaatse laatstgenoemd, aldaar tussen:
erfenis van de weduwe met haar kinderen van wijlen
Jan Cornelis Heijmericks een zijde
erfenis van de weduwe en haar kinderen van wijlen
Peter Peter Vrancken ander zijde
erfenis van de weduwe en erfgenamen van wijlen Lucas voors,
waar echter een waterlaat aan een einde tussendoor loopt beide einden
ut dicebat. Waaruit Peter voors. moet gelden vier lopen rogge aan Dierck Willem Colen, vier lopen aan Cornelis Peter Diercks en nog vier lopen rogge, alle erfpachten, te betalen aan Willem Jan Verschueren. Nog drie stuivers en een halve oirtstuiver grondcijns aan de Heer van Tilburg en drie oirtstuivers grondcijns te betalen aan het klooster vande Baseldonck, en daartoe moet hij behoorlijk onderhouden wegen, paden en 'sHeren schouwen zoals gewoonte is. De voornoemde deelslieden hebben in de naam als voor op elkaars gedeelte volkomen vertegen met overgeven en afgaan zoals daartoe gewoonte is, belovende op alle manieren als boven etc. Met condities en voorwaarden op alle manieren als boven.
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).

Hiertegen is aan de voors. Gherit in de naam van zijn huisvrouw voors. ten deel gevallen een stuk erf in land en weide liggende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd Loven tussen:
erfenis van de kinderen van wijlen Wouter Jans een zijde
erfenis van Peter Peter Vrancken de Jonge ander zijde en een einde
de Heerbaen aldaar ander einde.
Nog een stuk land genaamd de Pass, groot ca een zestersaet en twee roeden, gelegen in de parochie en ter plaatse voors. tussen:
erfenis van Claes Willem Verhoeven beide zijden
de gemeijn straat een einde
erfenis van Cornelis Wouter Willems ander einde.
Nog een stuk land gelegen in de parochie voors. in Loven Acker aldaar tussen:
erfenis van Claes Willem Verhoeven voors. een zijde
erfenis van de erfgenamen van wijlen Peter Peter Vrancken ander zijde
zekere gebuurwegen beide einden.
Nog een stuk land genaamd Haeijen Stuck gelegen aldaar tussen:
erfenis van de erfgenamen van wijlen Peter Peter Vrancken voors een zijde
erfenis van de voornoemde Gherit Jan Cocks, hem tevoren
toebehorende ander zijde
een gemeijn voetpad een einde
erfenis van Jenneke Claes Willems ander einde.
Nog een stukje land gelegen in Loven Acker voors, aldaar tussen:
erfenis der erfgenamen van wijlen Huijbrecht Jacob Huijben een zijde
erfenis van Jan Dierk Gielis en Claes Henrick Verhoeven ander zijde
westwaarts erfenis aan erfenis van Adriaen Jan Brocken
bovengenoemd, hem tevoren toebehorende een einde
oostwaarts aan de erfenis van Adriaen voors. hem bij deze
deling toebedeeld en ook van Claes Willem Verhoeven voors. ander einde
Hiertoe is nog de voors. Gherit ten deel gevallen het westelijke eind van een schuur en daarbij een paardestal staande op de Oude Stede en grond, aan Peter Peter Vrancken in deze deling toebedeeld. De voors. Gherit moet dat voors. eind van de schuur en ook de paardestal van de voors. grond verwijderen twssen nu en mei a.s., ut dicebat (zoals hij zeide).
Uit welke percelen voornoemd Gherit voors. moet gelden een half mud rogge erfpacht te betalen aan de Rector van sint Jans altaar in de kerk van Tilburg en daartoe een lopen rogge erfelijks aan de Vier Biddende Orden. Item nog twee blancken min een penning hollantsch erfgrondcijns, te betalen deels in 'sHerthogen cijns op sint Thomasdag in Oisterwijk en deels aan de Heer van Tilburg op sint Stevensdag te betalen. Daartoe moet hij op behoorlijke wijze onderhouden de paden zoals dat gewoonte is.
De voornoemde deelslieden hebben voor elkaar in de naam als voor op elkaars deel volkomen vertegen met overgeven en afgaan etc ut supra (als boven), gelovende op alle manieren ut supra (als boven). Met condities en voorwaarden ook op alle manieren ut supra (als boven).
Datum, et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).

Daar Jutta weduwe van Claes Jan Huijb Melis op de 20e maart anno vijf en vijftig laatstleden haar vruchtgebruik in al haar erfelijke goederen overgegeven en opgedragen had aan haar kinds-kinderen en daar zij daarin gereserveerd had te behouden haar woning en onderhoud van al hetgeen zij gedurende haar leven lang zou behouden in en op het oude huis en erfenis daaraan liggende te Loven, waar Claes en Jutta vs samen plachten te wonen en daar dat door haar voors kinds-kinderen haar zo ook toegezegd en beloofd is geweest, alles naar inhoud van schepenbrieven daarvan gepasserd in dato als voor, zo is op heden voor schepenen ondergeschreven gestaan Peter zoon van wijlen Peter Vrancken als man en momber van Margriet suae uxoris (zijn huisvrouw) dochter van wijlen Marten Ghijb Goessens, aan wie bij zekere erfdeling toegevallen is tegen zijn medezwagers het huis, hof en erfenis voors, en hij heeft gelofte gedaan op hem en op al zijn goederen, hebbende en verkrijgende, aan Adriaen Jan Brocken en Gherit Jan Cocks, zijn medezwagers, dat hij voor de voors Jutta doen zal woning en onderhoud van al hetgeen voor haar haar leven lang durende nodig zal zijn, volgens inhoude van de brieven voors, die haar daarvan verleend zijn, derhalve zullen de voors Adriaen en Gherit deze Peter voors jaarlijks ten bate komen en bijleggen elk een derde deel in 14 karolus gulden per jaar, per stuk tot 20 stuivers gerekend, waarvoor Peter bekend gemaakt heeft, dat hij deze Jutta voors aangenomen en beloofd heeft te onderhouden zoals voors staat, en hij maakte daarenboven ook bekend, dat hem door de vs Adriaen en Gherit voldaan is van de 14 gulden voors tot van nu mei a.s. over een jaar toe en dat alsdan het voors bijleggen eerst zal aangaan. Dus zo is voorwaarde, dat als de voors Jutta zou komen te overlijden binnen de voors tijd van nu mei a.s. over een jaar, waarvoor hij voldaan is zo hij bekend maakte zoals voors staat, dan zal hij de voors Adriaen en Gherit restitutie doen van de penningen navevant de tijd, dat hij haar niet onderhouden zal hebben.
Item zo is in tegenstelling ook voorwaarde, dat als de voors Jutta ziekelijk raakte of anderszins armelijk zou worden, zodat hij haar niet zou kunnen helpen, maar dat men haar zou moeten heffen en leggen, leiden en dragen, dat dan Adriaen en Gherit voors in dat geval Peter voors zullen bijstaan met geld en andere zaken en dat boven de 14 gulden per jaar voors en in zoverre als dat goede mannen zullen zeggen te behoren, opdat Jutta voors haar gerief mag hebben en betamelijk onderhouden mag worden zoals voors staat, wat ze elkaar en de een voor de ander op verbintenis als voor zo ook beloofd hebben zonder arglist.
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).

Gherit zoon van wijlen Jan Cocks als man en momber van Joestke suae uxoris (zijn huisvrouw), dochter van wijlen Marten Ghijb Goessens legitime et hereditarie vendidit et supportavit aan Dierck Willem Jan Oerlmans, anders genaamd Dierck Willems de Bie, met afgaan en vertijen etc, een stukje land hem toebehorende in alle grootte als dat gelegen is in de parochie van Tilburg ad locum dictum (ter plaatse genaamd) in Loven Acker, aldaar tussen:
erfenis der erfgenamen van wijlen Huijbrecht Jacob Huijben een zijde
erfenis van Jan Dierck Gielis en Claes Henrick Verhoeven ander zijde
erfenis van Adriaen Jan Brocken, westwaarts een einde
erfenis van dezelfde Adriaen voors westwaarts, beide heden
door Adriaen voors verkocht aan Dierck Willem Jan Oerlmans, en
ook aan erfenis van Claes Willem Verhoeven ander einde
ut dicebat et promisit warandiam more solito (zoals hij zeide en hij heeft beloofd te waren zoals gebruikelijk) en alle kommer en calangies daarop komende allemaal af te doen en ook dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors altijd vast en stendig te houden en in zijn naam en die van zijn huisvrouw te doen houden zonder enig wederzeggen.
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen toegangen R 302 fol. 96r-98v 
Family F2101
 
470 9 juni 1531:
Aert zoon van wijlen Jan van Aerl heeft beloofd als een principaal schuldenaar te betalen aan Ghijsbrecht zoon van wijlen Jan Vermee een jaarlijkse en erfelijke pacht van 12 lopen rogge uit huis, hof en erfenis daaraan gelegen en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg in die Rijt tussen:
erfenis van Cornelis Ghijb Smitten een zijde
erfenis van Jan van Aerl ander zijde
de gemeijn straat beide einden.
Nog een stuk land gelegen in de parochie vs in die Schijve tussen:
erfenis van Jan Leijten een zijde
erfenis van Thonis Denis ander zijde en een einde
erfenis van Herman Peter Hermans ander einde.
Bron: RHC Tilburg, algemeen protocol rechterlijk archief, R 279 f. 9v

9 februari 1532 nieuwe stijl:
Aert en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Jan van Aerl hebben beloofd als een principaal schuldenaar te betalen aan Laureijs zoon van wijlen Hanrick Zwijsen een jaarlijkse en erfelijke pacht van een half mud rogge uit een huis, hof en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Rijt, aldaar tussen:
twee straten beide zijde
erfenis van Cornelis Huijb Smitten een einde
erfenis van Claeus Steven Huijben ander einde.
Nog uit een stuk land genaamd dat Haverveld, gelegen in de parochie voors ter plaatse genaamd in die Schijve, aldaar tussen:
erfenis van Herman Peter Hermans een zijde
een gemeijne gebuurweg ander zijde en een einde
erfenis van Peter Lemmen Weijmers ander einde.

Staat te los over 8 jaar met 20 karolus gulden van 20 stuivers per stuk.
Bron: RHC Tilburg, algemene protocollen rechterlijk archief, R 279 f. 44r-44v

18 januari 1533 n.st:
Aert zoon van wijlen Jan van Aerl heeft beloofd als een principaal te gelden, te geven en wel te betalen aan Lambrecht zoon van wijlen Goeijaert Lambrechts een jaarlijkse en erfelijke pacht van mud rogge en een jaarlijkse en erflijke cijns van 25 stuivers, waarvan de eerste termijn zal zijn met Onze Lieve Vrouwe Lichtmis a.s. over een jaar, uit een stuk land in die Schijve tussen erfenissen ut supra en nog uit een huis, hof en erfenis in die Rijt tussen:
erfenis van Cornelis Huijb Smitten een zijde
erfenis van Jan van Aerl ander zijde.
de gemeijn straat beide einden.

Staat te los, de pacht en de cijns resamen, met 40 karolus gulden van 20 stuivers per stuk.

Bron: RHC Tilburg, algemeen protocol rechterlijk archief, R 280 f. 32r

29 januari 1533 n.st.:
Aert en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Jan van Aerl, Cornelis zoon van wijlen Jan Zwagemakers voor de wettige kinderen van wijlen Wouter vanden Vossenberch, Aert zoon van wijlen Ghijsbert vanden Vossenberch. Michiel zoon van wijlen Jan Peijmans als man en momber van Ariaena dochter van wijlen Ghijsbert vanden Vossenberch, Jutta dochter van wijlen Ghijsbert vanden Vossenberch, Aert, Jan, Aert en Michiel voors voor Kathelijn dochter van wijlen Embrecht van Aerl hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Peter zoon van wijlen Willem Huijben een jaarlijkse en erfelijke pacht van 4 lopen rogge uit een erfpacht van 5 lopen rogge uit een huis, hof en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in de Berckdijck, aldaar tussen:
erfenis van Berijs Peter Eelkens een zijde
de Scaepsdijck ander zijde.
Nog uit 13 lopen land gelegen tussen:
erfenis van Willem Stelaerts een zijde
erfenis van Peter die Wagemaker ander zijde.
Nog uit 3 lopensaet land naast de erfenis van Willem Stelaerts.
Welke 4 lopen rogge erfpacht uit de voors erfpacht van 5 lopen rogge aan hen verstorven was van wijlen Heijlwich dochter van wijlen Aert van Aerl, hun moeije en oude moeije, welke 5 lopen rogge Heijlwich voors gekocht had van Jennijke weduwe van Ghijsbert Stelaerts en met haar Jan Bertholomeeus Jan Otten alias Biekens haar 2e man en Willem Stelaerts als momber en Dierck Jannis als toeziener van de onmondige kinderen van wijlen Ghijsbert en Jennijke voors en wat de voors Ghijsbert Willem Stelaerts gekocht had van Jan zoon van wijlen Jan Snellen met zijn broers en zusters en welke 5 lopen rogge erfpacht Heijlwich weduwe van Jan Snellen met haar kinderen gekocht had van de wettige erfgenamen van wijlen Jan Peijmans en welke 5 lopen rogge Jan Peijmans voors erfelijk beloofd had te betalen aan de wettige kinderen van Jan Peijmans.

Aert en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Jan van Aerl, Cornelis zoon van wijlen Jan die Wagemaecker voor de wettige kinderen van wijlen Wouter vanden Vossenberch hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Peter zoon van wijlen Willem Huijben een half mud rogge erfpacht uit huis, hoeve en grond en uit de erfenis van 16 lopensaet daartoe behorende ut supra (zoals boven), gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Berckdijck, aldaar tussen:
erfenis van Jan Hanrick Peijmans een zijde
de gemeijn straat genaamd de Venstraet ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Goijaert Celen ander einde.
Welk half mud rogge hun verstorven was van wijlen Heijlwich dochter van wijlen Aert van Aerl, wat Wouter Peter Dani?els gekocht had van Boudewijn zoon van wijlen Gerit Goeijaerts.
Bron: RHC Tilburg, algemeen protocol rechterlijk archief, R 280 f. 34v-35r 
Family F663
 
471 9 mei 1692:
Adriaen Matheeussen van Heijl en Pauwelijn Corstiaen Cornelissen, echteluyden, woonende tot Chaem op de Leege Legge, zijn de som van 200 gld ter saecken van goeden geleenden gelde tegen 5 per cent intrest met onderpand een parcheel weijde, 350 r. genaamd Geerit Abrahams Weijde tot Chaem aen de Cleijstrate; oost de kindr van Wijnant Peeter Beckers; zuid en west de voirs Block; noord de Cleij ofte Gebuerstraet, schuldig aan Henric Cornelissen van Bechoven.

Het onderpand is de debitrice aengecomen volgens testament bij prelegaet van Elisabeth Cornelissen van Beers, huysvrouwe van Cornelis Antonissen, haere moejen zaliger, gepasseert voor schepenen tot Chaem in date 1 november 1689, welcke Elisabeth van Beers tselve weijde vercregen hadde als eenigh kindt en erffg van Cornelis van Beers haeren vader, die daer inne gevest is op 17 mei 1644
IN MARGE: Compareerden Catharina van Kempen, wed van wijlen Hendrick Cornelis van Beckhoven, en Cornelis Hendrick van Beckhoven, haeren soone, dewelcke verclaerden van de 200 gld met den verscheenen intrest van dien geheel en al betaelt te sijn, en dat uyt handen van de kindr van Adriaen Mattheus van Heijl en Pauwelijn Corstiaen Cornelissen, in hun leven echteluyden. Actum 1723/10/09.
Bron: ISIS Breda, Vestbrieven Alphen en Chaam 1525-1717, schepenbank Breda I-1b inventarisnummer 776 fol. 54r-55r 
Family F2295
 
472 9 november 1640:
Barths. Pauwels, halfbroer, en Cornelis Blanckaert, oom, leggen de eed af als voogden over Jaecques, oud 20 jaar, Jan, oud 18 jaar, en Pieter de Mol, oud 10 jaar, wezen van Pieter de Mol, moeder is Fransyntken Blanckaerts.
Bron: Index Weeskamer Sint Anna ter Muiden na 1604, RA Zeeuws-Vlaanderen inv.nr. 457

14 mei 1648:
Nicolaes Blanckaert legt de eed af als provisioneel voogd maternel over Maria en Bartholomeeus Pauwels, wezen van Tanneken Goemaers, vader is Bartholomeeus Pauwels, de voogd paternel Jacques de Mol, won. Cadzand, is 'zieck ende kreupel'.
Bron: Index Weeskamer Sint Anna ter Muiden na 1604, RA Zeeuws-Vlaanderen inv.nr. 487, fol. 62

19 september 1657:
Bartholomeeus Pauwels, schepen dezer stede, legt de eed af als voogd over Jan, oud 13 jaar, wees van Claeijs Blanckaert, moeder is Janneken van den Abeele.
Bron: Index Weeskamer Sint Anna ter Muiden na 1604, RA Zeeuws-Vlaanderen inv.nr. 487, fol. 69

22 mei 1668:
Bartholomeeus Pauwels, schepen, aangetr. cosijn maternel, legt de eed af als voogd over Jorijnken, oud 3 jaar, wees van Tanneken Verstrate, vader is Boudewijn Scheers.
Bron: Index Weeskamer Sint Anna ter Muiden na 1604, RA Zeeuws-Vlaanderen inv.nr. 487, fol. 95 
Family F594
 
473 9 november 1640:
Barths. Pauwels, halfbroer, en Cornelis Blanckaert, oom, leggen de eed af als voogden over Jaecques, oud 20 jaar, Jan, oud 18 jaar, en Pieter de Mol, oud 10 jaar, wezen van Pieter de Mol, moeder is Fransyntken Blanckaerts.
Bron: Samenvatting weesboeken St. Anna ter Muiden sinds 1604. 
Family F595
 
474 9 september 1702:
Staat en inventaris overgegeven door Anthonij Cornelis Baertmans, weduwenaer van Maeijken Adri. van Loon in bijwesen van Jan Jansse van Gurp als vooght ende Cornelis Corns. Baertmans als toesiender.
Inventaris bevat o.a. drie melkkoeien, een varken, twee weefgetouwen en weefgereedschap, vinkennetten, vinken, drie hoenderen met kuikens, een gemet boekweit, bonen, spurrie, zaad, rogge en hooi. Totale waarde van de roerende goederen: fl.253-16-0. Er was geen onroerend goed.
Bron: Staat en inventaris van Maeijken Adriaans van Loon, 9 september 1702; "Staten en inventarissen Princenhage 1700-1729," digitale afbeeldingen, Stadsarchief Breda (http://www.stadsarchief.breda.nl : geraadpleegd 30 november 2013), inv.nr. 168. 
Family F3402
 
475 Aangevers: Hendrik de Jong, 52 jaar, dagloner en Cornelis van Arendonk,65 jaar, schoenmaker. van den Heuvel, Gerardus (I5509)
 
476 Aangezien de ongeldigverklaring van zijn tweede huwelijk onwettig was verklaard, was dit een bigamistisch huwelijk dat in 1200 als ongeldig werd verklaard. Family F3148
 
477 Abigail is mogelijk een dochter van Isaac Siliou, die in de lijst van 1688 onder het gezin van haar en Cornelis Verhage staat. Dit klopt tevens met de vernoeming van zoon Isaac.
Bron: http://www.grijsbaard.demon.nl/bevolking/Bevolking_1688.html 
le Siliou, Abigail (I2855)
 
478 Abraham Silion is een broer van Anna Siljen, vrouw van Jan Verhage. (zie boedelinventaris van Jan Verhage, 1729). Abigael S. en Anna S. erven tesamen 3/8 van Abraham S. (zie boedelinventaris Anna Siljon, 1720).

In 1676 woont Isaacq Sillon aan de Walestraat in Groede. Aan de lijst te zien komt dit overeen met het pand Groede C 173 op de kadastrale kaart van 1832. Hij werd geschat op 15 gulden. 
Family F818
 
479 accoord tussen Blasius van der Wee, mat. en Pieter van Renterghem, pat.als voogden van de kinderen van Joos van Renterghem fs.Joos geprocr. bij Barbara de Munck fa.Dani?el m.n.: Jooskyn van Renterghem; Janken van Renterghem; Ghertken van Renterghem; Celiken van Renterghem; Tanneken van Renterghem; Betken van Renterghem en Christynken van Renterghem ter ener - en Joos van Rentergehem voorn. met Hubrecht Sneeuwaert ter andere zijde betreffende de moederlijke successie groot ? 28.- Verder komt de wezen toe de helft van een huis staande aan de oostzijde van de Kapellestraat 'daer nu de Sterre uutstect'. De anderen helft is verbonden met de ? 28.- voorn.
Verder blijven de wezen gerecht in het sterthuis van hun grootvader Pre. (?) van Renterghem en in het sterfhuis van hun grootvader Joos van Renterghem welke nog ondverdeeld staan.
19-11-1605
De voogden brengen over de f 28.- in handen van Bertholomeeux Diericx en Cornelis Pyl, schepenen van wezen.
Bron: Weeskamer Sluis 1605-1641, fol. 9 
Family F2498
 
480 Adriaan en Helena hebben hun hele leven in Tilburg gewoond. Family F23
 
481 Adriaan kon niet schrijven toen hij trouwde. Marijnissen, Adriaan (I52)
 
482 Adriaan kon niet schrijven toen hij trouwde. Bij de huwelijksbijlagen zat een certificaat van de Nationale Militie.

Adrianus van der Sande, geb. Loon op Zand, 11-9-1810, zoon van Gijsbertus en van Catharina Dirksen, binnen de gemeente Loon op Zand, trekkingsnummer 18 en is ingelijfd bij de 5 afdeeling infanterie.
Signalement: Lengte: 1. 710, aangezigt ovaal, voorhoofd rond, Oogen blaauw, neus gewoon, mond id., kin rond, haar bruin, wenkbraauwen id., merkbare teekenen geene, handteekening: kan niet schrijven. Registratienummer 2374.

Bron: huwelijksbijlagen 
van der Zanden, Adriaan (I72)
 
483 Adriaan kon niet schrijven toen zijn dochter Cornelia trouwde. van Galder, Adriaan Cornelisz (I211)
 
484 Adriaan vervulde zijn dienstplicht toen hij trouwde. Hij had toestemming van zijn commandant, Dhr. Koland? van de vijfde afdeling infanterie te Breda. De kolonel van de vijfde afdeling Infanterie te Breda gaf op 28 oktober 1838 toestemming. Family F16
 
485 Adriaen Adriaen Jan Gielis Lippens, Jacob (I850)
 
486 Adriaen Adriaen Resemans borgestelling voor Van Doren, 15 juli 1649
Samenvatting:
Quam Jacob Philipsen van Doren borger en brouwer alhier debet Cornelia Andriessen van Daem weduwe wijlen Cornelis Cornelissen van Ertrijck de somme van 500 gl van geleend geld, tegen 5% rente. Onderpand sijn huijs brouwerije en erve het wit cruijs alhier binnen Breda op het Ginnekenseijnde, gelijk hij 't selve tegenwoorgich in eijgendom is bewoonende en gebruickende. Borgen Adriaen Adriaen Reesmans en Lambrecht Adriaenssen van Steen beijde wonende tot Etten.
15 juli 1649.
Bron: Schepenbank (Breda), vestbrieven 1647-1650, fol. 2494 (15 juli 1649); inv.nr. 534, Schepenbank Breda, Stadsarchief Breda, Breda; "Genealogische bronnen," index en afbeeldingen, Stadsarchief Breda (http://stadsarchief.breda.nl : geraadpleegd 23 december 2019).

Adriaen Adriaen Resemans borgstelling voor Van Doren, 15 juni 1654
Samenvatting:
Anthoni Philipssen van Dooren, Lambrcht Adriaenssen van Steen, en Adriaen Reesmans, beijde woonende onder Etten, welcke verclaren dat zij zich stellen tot borgen voor Jacob van Dooren borger ende brouwer tot Breda ten behoeve van Willem Lips border ende maeckeelaer alhier voor de somme van 600 gulden spruijtende van gecofte brouwgraenen. 15 juni 1654.
Bron: J. van den Couwenbergh, notaris (Breda), protocol allerhande acten 1652-1655, fol. 107v, Van Doren Crediteur (15 juni 1654); "Genealogische bronnen," index en afbeeldingen, Stadsarchief Breda (http://stadsarchief.breda.nl : geraadpleegd 23 december 2019).

Binnenpondboek Etten, 1635, bijgehouden tot 1670
Samenvatting:
Adriaen Adriaen Domus Reesmans sone
Een stede met huijsinge ende erve op den Brembergh groot viii gemeten
Een half bunder int Elshout
Een gemet weijden in de Brande
Een half buijnder op den Bremberge
Iiii gem xv roeden in Swartenbergh [marge: Jacob Dijrck Hagens]
De helf van iii gem op den Brembergh
Iiic roeden weijden op de Hillekens . [marge: Cornelis Jan Aertse]
Een Half buijnder in de ?Achterstraet pmarge: Guilliam Huijbrecht Roovers]
III Gemeten aende Brembergh van Cornelis Jacobs van Briel [marge: gevest 21 jan 1643]
De helft van een buijnderken d'oostsijde onder Swartenbergh ant Peetr Lambrechts van Moer [marge: Over 18 febr. 1645]
Een buijnder op den Bremberge genaemt Troijenberch vrijt Gillam Poppe [marge over 13 7ber 1645]
Een gemeth aenden Branden uijt Geerit Adriaen Bertels kijnderen [marge over 19 december 1647, ht. Anthonis . ]
Ii gemeten inden Hilleken dijck uijtte weeskijnderen van Domus Domus Nieulaets [marge: over 14 december 1648]
Vc roeden in d elshout uijt Jan Aertsen van Loon [over 21 januari 649]
Iiic r aldaar an Jacob Dijrck Hagens gelijcke [25 meert 1650]
Ii gem op Attelaecken weduw van Jan Wouter Le[.] [4 feb 1653
[.]
Bron: Dorpsbestuur (Etten-Leur), binnenpondboek, aangelegd 1635, bijgehouden tot 1670, deel Bremberg, fol. 12v-13, Adriaen Adriaen Domis Resemans; inv.nr. 891, Dorpsbestuur Etten-Leur, toegang 1, West-Brabants Archief, Bergen op Zoom; geraadpleegd als "Bladeren in Bronnen," West-Brabants Archief (https://westbrabantsarchief.nl/collectie/bladeren-in-bronnen/registers/ed1ab508-ebf8-3bae-1f87-890ec13a365c : geraadpleegd 22 december 2019)

Binnenpondboek Etten-Leur, 1669, bijgehouden tot 1697
Samenvatting:
Adr. Adr. Domus Ressemans
[marge: bescheiden ende gedeelt bij de kinderen ende erffgenam: den 3 april 1669 voor de schepenen]
De stede huijsinge ende erve groot viii gem op den Brembergh [mage: Cornelis Adr. Resemans]
Int Elshout [marge: Jacob Jacob Buijt nom ux Heiltien Adr. Reesmans]
1 gem: weiden in de Branden [marge: Rom. Jansen Poppelaar Buijten nom: ux: Neeltien Adr. Reesmans.
[..] Op den Brembergh [marge: Jacob Jacobs Buijs]
De helft van iii gem aldaar [mage: den selven]
Ii gem aldaar [marge: den selven]
. aan d'oostsijde onder Zwartend [marge: Adr Adr. Resemans]
Aan den Brembergh gent: Troijenbergh [marge: Jacob Jacobs Buijs]
[.] ii Gem: inden Stilschen Dijk [marge: Romb. Janss: Poppelaars]
Vi . in d'Elshout [marge: den selven]
iiii . aldaar [marge: Jacob Jacobs Buijs]
Ii gem: lands in de Brabde [marge: Adr Adr Reesmans]
Iiii gem op den Brembergh [marge: Adr Adr Reesmans]
Viii gem weiden aldaar [marge: Corn Adr Reesmans]
Vi gem .goed [marge: Adr Resemans .]
V gem nieuw goed op het Klein Heiken op der Liewen Bergh [marge: Corn Adr Reesmans een helft en Jacob Jacobs Buijs dander helft]
Vi Gem: op den Brembergh met de koeije sing[?] [marge: Romb: Jansen Poppelaar]
. aan de oostsijde onder Swartend [marge: Adr Adr Reesmans]
. op den Brembergh [amrge: Jacob Jacobs Buijs]
Dit laat zien dat Adriaan in 1669 nog de bezitter was, maar dat zijn kinderen het op 3 april 1669 hebben gedeeld. Dat suggereert dat hij in of kort voor 1669 was overleden.
Bron: Dorpsbestuur (Etten-Leur), binnenpondboek, aangelegd 1669, bijgehouden tot 1697, deel Bremberg, fol. 11r-v, Adriaen Adriaen Domis Resemans; inv.nr. 893, Dorpsbestuur Etten-Leur, toegang 1, West-Brabants Archief, Bergen op Zoom; geraadpleegd als "Bladeren in Bronnen," West-Brabants Archief (https://westbrabantsarchief.nl/collectie/bladeren-in-bronnen/registers/f538f64a-327f-7a19-9a39-0ffa720f0192 : geraadpleegd 22 december 2019).

Erfdeling Adriaen Adriaen Resemans en Maijken Cornelis, 3 april 1669
Samenvatting:
Compareerden Adr. Adrian Resemans de jonge, Cornelis Adriaan Reesmans, Heiltien Adriaan Reesmans met haren man Jacob Jacobs Buijs, Neeltien Adriaan Reesmans met haren man Rombout Jan Rombouts Poppelaar, tesamen mondige sonen en dogteren van Adr. Adr. Reesmans d'oude en Marijken Cornelissen van Eekelen, beide zalr, hebben met elkaar een akkoord voor erfdeling bereikt van al de erffgoederen van Adriaan Adriaan Reesmans d'oude en Maijken Cornelissen van Eekeln nagelaten, te weten:
- Adriaan Adriaan Reesmans bevallen een stedeken sonder huijsingen op den Bremberg tegenover het Molen akkerken, item 2 gemetten lants op den Brembergh genaamt Meijere stedeken, item 3 gemeten lants genaamt dulbieren voorsten heijblok gelegen in 't heijgoet, item een buijnder weide gelegen in den Oostpolder gnt het Velt onder den dijk, eindelijk 2 gemeten lant genaamt Logtenlant, op den Bremberg, en zal ontfangen van Neeltien Adriaan Reesmans 100 gl.
- Kornelis Adriaan Reesmans is bevallen eene steede, huijsinge, schure, hoff ende erffenisse groot omtrent thien gemeten op den Bremberg genaamt d'oude Stede, item 800 roeden lants genaamt den Heiblok, gelegen op den Liessenbergh bij het Liesbos, ende 1 bunder weide in de Brande, zal tot sijne laste nemen 650 guls capitaal aan de weduwe Wouter Peeter Goosens tot Breda beneffens 150 gulden aan erfgenamen Kornelis Hendrix, en nog uitreiken aan Heiltien Adriaan Reesmans de somme van 50 gls.
- Heiltien Adriaan Reesmans bedeelt lant met 14 akker gelegen op den Bremberg tesamen 4 gemeten groot, 1 bunder lant genaamt Martijntiens velt, gelegen op den hoeke van de Bremberghstraat, een halff buijnder lants genaamt het Berghsken gelegen op de Smekole, een parcheel lants op den Liessenbergh aghter de Stede van Cornelis Fransen, gent. Den Heijblok, 800 roeden weide inden Oostpolder genaamt de Delff veldekens, en zal ontfangen van Cornelis Adriaan Reesmans 50 gulden en van Neeltien Adriaan Reesmans 100 gul.
- Neeltien Adriaan Reesmans bedeelt een stede huijsinge ende erffenisse met het Geerken daar nevens aan, gelegen op de Brembergh, tegenover de stede van Jan Cornelissen van den Broeck, groot seven en een half gemet, en eene rente van 18 stuivers 5 duijten aan den huijse van den Houte, 3 gemeten lant gelegen in t zongat genaamt den Agtersten drilbieren heijblok, 2 gemet lant gelegen inden hilsen dijck genaamt de baan veldekens, een parcheel weide genaamt het delfvelt, gelegen inden oostpolder tegenover den ouden wegh groot 2 gemeten en zal uitreiken aan Adriaan ende Heiltien Adriaan reesmans de somme van 100 gulden.

Mede gecompareert Jenneken Adr. Vervaart weduwe zal. Jan Adr. Reesmans geassisteert met Jan Adriaansen Vervarat haren broeder als erffgen. Van den voorn: Jan Adri Reesmans die de voors. parthijen broeder was, verklaarden verakkordeert te wesen als volgt: de weduwe zal hebben de haaff en meubele goederen die zij in het huwelijk heeft ingebraght, en zal nog ontfangen de somme van 154 gulden en daaroe nogh de somme van 45 gulden voor de togte die deselve na lantrechte soude competeren in hares mans zalr. Onder stokgoederen te betalen.
3 april 1669
Bron: Schepenbank (Etten), protocol onroerende goederen, 1668-1669, fol. 36v-38r, erfdeling Adriaen Resemans (3 april 1669); inv.nr. 397, Schepenbank Etten, toegang 7, West-Brabants Archief, Bergen op Zoom; "Bladeren in Bronnen," West-Brabants Archief (http://www.westbrabantsarchief.nl : geraadpleegd 22 december 2019) 
Family F3513
 
487 Adriaen Hermanssoon van Beurden, man van Heijlwich en Willem Jan Mutsaerts, man van Juet, dochters van Vranck vander Hoeven, doen ten behoeve van Aert soon wjilen Aert van der Hoeven afstand van 2/3 deel in 1/4 gedeelte van der erfenissen, daer Aert vander Hoeven is bestorven, nl. huis en landerijen in Haren.
Bron: Cor van Osch: Laureyns Mutsaerts en zijn nazaten in 20 generaties. 
Family F648
 
488 Adriaen hertrouwt op 2 december 1628 te Tilburg met Adriaentken Scheijven. Zij krijgen acht kinderen, allen gedoopt te Tilburg:
1. Jenneken, ged. op 25 augustus 1629.
2. Denijs, ged. op 6 november 1633.
3. Maria, ged. op 28 november 1635.
4. Cathelijn, ged. op 28 juni 1637.
5. Willemijna, ged. op 18 juli 1641, ovl. op 22 april 1691, begijntje te Turnhout.
6. Gerit Adriaen, ged. op 18 juli 1641.
7. Lambert.
8. Aert Adriaen. 
Family F285
 
489 Adriaen hertrouwt voor 12 november 1502 met Lijsbeth Jan Ghijselsdochter, dochter van Jan Ghijselsz en Christine Zebrecht Roeversdr.

Op 22 april 1502 vindt de boedelscheiding plaats tussen Adriaen Dierick Roversz., ter eenre, en zijn kinderen Dierick, mondig, de voogd en toeziender (Dierck Rovers en Jan Huijbrechts) van de minderjarige Rover, Adriaen, Huijbrecht, Marie en Dingen, en Aleit, mondig, geassisteerd met Cornelis Dierick Rovers, ter andere zijde, na het overlijden van hun moeder Katelijne Huijbrechtsdr.

Op 28 februari 1542 verkopen Adriaen, wijlen Adriaen Dyrck Roeversz.z., Alijt, wijlen Adriaen Dyrck Roeversz.dr., met Jacop Jan Cornelis Witbolsz., haar zoon en voogd, Digne, wijlen Adriaen Dyrck Roeversz.dr., met Adriaen Jan Ghoriszz., haar man en voogd, Adriane, Kathelijne en Jenneke, gezusters, zaliger Dyrck Adriaen Dyrck Roeversz. dochters, met Adriaen Jan Ghorisz. als voogd, Peeter en Adriaen, gebroeders, zaliger Roever Adriaen Dyrck Roeversz. zoons, Kathelijn Roever Adriaen Dyrck Roeversdr., met Jan Anthonis Jongensz., haar man en voogd, allen voor henzelf, en Aert Noyt Jan Ghijselsz. als voogd, en Jan Anthonis Jongen als toeziender van Lijnke, wijlen Cornelis Adriaen Dyrck Roeversz. onbejaarde dochter, aan Cornelis Anthonis Tacx, gehuwd met Marie Adriaen Dyrck Roeversz.dr., een stede met gevolg te Tichelt.
Op 1 februari 1558 wordt Adriaen Adriaen Roeversz. te Rijsbergen vermeld als zoon van Kathelijn Hubrecht Peter Jannisdr.
Bron: B. van den Dooren: Van den Muizenberg, in: Gens Nostra 1994 p. 196 e.v. 
Family F197
 
490 Adriaen is overleden tussen 13 februari 1717, als hij verbannen wordt uit de baronie van Breda, en 17 september 1717, als zijn dochters de nalatenschap delen. Gastelaers, Adriaen Jacob (I1151)
 
491 Adriaen Plasschaert doet op 4 januari 1693 belijdenis te Zuidzande.
Bron: Lidmatenboek Zuidzande 1659-1721 
Plaschaart, Adriaen (I2771)
 
492 Adriaen Smulders bezat onder meer land in het Ghilschot en een huis in de Rijt aenden Dreyboem.
Bron: J.A.M. Smulders: De herkomst van een Tilburg geslacht Smulders, in: Brabantse Leeuw 1992 p. 1 e.v. 
Family F2619
 
493 Adriana werd vergezeld door haar zwager Gert van den Breckel. Ze woonde toen al 9 jaar in Tilburg. Family F41
 
494 Adrianus Flooren, vormer, 38 jaren, wonende alhier, vader der overledene, en Hubertus Antonius Melis, machinist, 45 jr, wonende alhier, die verklaarden dat op 27 juli 1918 voormiddags 10:00 uur in Breda is overleden, Cornelia Flooren, zonder beroep, oud zes dagen, geboren en wonende alhier, dochter van den eersten aangever en van Adriana Trouw, zonder beroep, wonende alhier. Flooren, Cornelia (I1275)
 
495 Adrianus hertrouwt met Cornelia Hendriksdr, weduwe van Adriaen Bouwens.

De oudste vermelding van de familienaam Wevers vinden we in 1626, als Adriaen Adriaens Wevers een stede met een half bunder land koopt in het vierendeel van Steenbergen te Made. Hij koopt dit van de weeskinderen van Laureijs Corstiaens. Daarna heeft de familie zich uitgebreid naar Terheijden en Zevenbergen. 
Family F219
 
496 Adrianus Luijten, 37, depothouder; Johannes Petrus Snoek, 45, landbouwer Trouw, Cornelis (I13248)
 
497 Adrianus Luijten, winkelier, bij de bevalling tegenwoordig geweest (aangever) Trouw, Adrianus Cornelis (I12804)
 
498 Adrianus Luiten Maakt Alles. ALMA parketvloerfabriek. Jeanny was hier in huis na het overlijden van haar ouders.

Adrianus heeft in diverse plaatsen gewoond:
Voor 1931: Maasbree
8 mei 1931: Ginneken en Bavel, Raadhuisstraat 26, later geannexeerd bij Breda.
14 september 1946: Kweekerijstraat 13
5 november 1946 Lange Brugstraat 4
28 april 1947 Zeisstraat 4
10 oktober 1947: Dijklaan 81
1 October 1953: Haven 16
15 februari 1961: Hooilaan 2
5 juni 1962: Lunetstraat 60
26 februari 1973: Dordrecht, Johan de Wittstraat 174
23 september 1975: Breda Wallenburgstraat 130
2 november 1979: Overakkerstraat 111/90
Bron: Persoonskaart Adrianus Luijten 
Luijten, Adrianus (I1250)
 
499 Adrianus Marijnissen kwam op de kiezerslijst van Breda van 1918 voor. Hij woonde toen in de K. Gampelstraat 2 te Breda. Marijnissen, Adrianus (I22)
 
500 Aernt was eigenaar van het goed Coydenberch te Tilburg en Loon op Zand. Het hertogelijke cijnsboek van 1380 verantwoordt inkomsten de bonis de Coydenberch quondam Beijs Coelborne.
L.F.W. Adriaenssen: Het altaar van Maria Magdalena te Hilvarenbeek, in: Brabantse Leeuw 1996 p. 34 e.v. 
Family F2615
 

      «Prev «1 ... 6 7 8 9 10 11 12 13 14 ... 35» Next»