Notes

Stamboom Marijnissen

Matches 1,451 to 1,500 of 1,728

#	Notes	Linked to
1451	Tgoet van Bernaert de zone van wylent Pauwels Bernaertssen die hy hadde by Pieryne Gheertssen zyn wyf. Joachim Hendricx ende Corn: van Duuslaghe voochden brengen over 4 ponden rustende onder Arnout Cornelissen als ghetrauwet hebbende de moedere vande voorn weese... 5 octobris 1575 [marge] Noch heeft deese weese ghedeelt van Pierken tkint van Arnoudt Cornelissen sijn halven broeder van smoeders zyde de some van 2 ponden 14 schell comt tsamen met de vaderl successie 6 ponden 14 schell die Loys Clautier als ghetrauwet hebbende de moedere van dese weese kendt onder hem te hebben daervooren Lieven Wittooghe ende Franchois Clautier heurlieden borghe... 5 juni 1582 Bron: Marianne Gossije (transcriptie), RAZvl inv.nr. 487 fol.	Family F2676
1452	Tgoet van Pierken ende Tanneken de kinderen van wylent Arnoudt Cornelissen de welck hy gehadt heeft by Pierynken Gheertssen zyn wyf van svaders doot. Jan vande Borne ende Gheeraert Gheertssen brengen over 22 ponden rustende by tvoorn Pierynken Gheertss haerl moedere... 12 january 1581 [marge] Metten overlydene van Pierken zo heeft Tanneken alleene 19 ponden 5 schell overmidts dat dander 2 pond 15 schell zyn ghedeelt by den halven broeder , welck voors 19 pond 5 sch Loys Clautier als hebbende ghetrauwet de moeder van dese weese kendt onder hem te rusten. Daervooren Lieven Witthoge ende Francois Clautier borgen... 5 juni 1582 Bron: Marianne Gossije (transcriptie), RAZvl inv.nr. 487	Family F2674
1453	The Gesta Consulum Andegavorum vermeldt het huwelijk van Graaf Fulk en "de pago Turonico.Roscillam, Warnerii filiam", waarbij hij vermeldt dat "Warnerius.filius Adalaudi" drie kastelen had "in Turonico.Lochas atque Villentrasti et Haia" die later in het bezit waren van Fulk. Bron: Medieval lands, http://fmg.ac/Projects/MedLands/Contents.htm	Roscille (I10563)
1454	Thegans Vita Hludowici Imperatoris noemt de vrouw van Keizer Lodewijk "filiam nobilissimi ducis Ingorammi.Irmingarda". Bron: Medieval lands, http://fmg.ac/Projects/MedLands/Contents.htm	Family F708
1455	At least one living or private individual is linked to this note - Details withheld.	Family F390
1456	Thonijs heeft niet zo'n geregeld leven geleid. Wanneer een twist over de nalatenschap van zijn ouders wordt bijgelegd volgt een lijst van schulden die Thonijs had gemaakt bij zijn moeder Beatrijs. Hij heeft geregeld kledij van haar verkocht ten behoeve van zochzelf. Hij heeft ooit een geschil met haar gehad, evenals met iemand anders. Hij was tweemaal betrokken bij een vechtpartij, waarbij zijn moeder voor de financi?ele gevolgen was opgedraaid. Ook had hij gewond gelegen in Zeeland, waarbij hij op zijn moeders kosten een bode had gestuurd. Zij betaalde tevens het 'meestersloon' voor zijn herstel. Het lijkt dan ook niet verwonderlijk dat hij gewelddadig aan zijn einde is gekomen. Bron: Streekarchief Nassau-Brabant, Oud rechterlijk Archief Zundert 280 f. 208	Maesz, Thonijs Jan (I1094)
1457	Toen hun dochter Johanna in 1814 trouwde, woonden Johannis en Maria Catharina nog steeds in Geertruidenberg.	Family F37
1458	Toen in 1569 de goederen van de Tilburgse bevolking werden opgenomen voor de heffing van de honderdste penning om de geduchte hertog van Alva voorlopig tevreden te stellen, had Michiel Willem Laureyssoen een huys, scuer, scaepskoye met 10 lopenzaad aan de Broekzijde. De grond bij het huis werd gebruikt als hof en weiland. Verder had Michiel het eigendom van 20 lopense zaailand, 6 lopense beemd met daarbij een open, onbeheimd heiveld aan de Maasdijk en de hierboven al vermelde 10 lopense achter Mal. Te oordelen naar de woning van zijn nakomelingen was de stede gelegen aan de Driehuizen. Zijn bescheiden grondbezit ten spijt was Michiel de hoogstaangeslagene van de herdgang Loven, het meest oostwaarts gelegen deel van de parochie Tilburg, waar een hondertal huishoudens leefde. Hij zat dan ook van 1573 tot en met 1580 in de schepenbank van Tilburg en Goirle. Met het oog op zijn bezit en inkomen werd Michiel in 1579 voor de plaatselijke kommer een belastingaanslag opgelegd van 62 stuiver. Daarnaast moesten zijn zoon Claas nog 13 stuiver en zijn huisvrouw, welke kennelijk als weduwe goed in tocht bezat, 11 stuiver betalen. Claas was in die tijd op moderne voet pachter van de hoeve, toebehoorende den religieusen des convents van der Baseldonck binnen der stadt van Den Bossche. Hij beteulde de hoeve der wilhelmieten derhalve niet in halfwinning, zodat de dieren op de hoeve, als perden, ossen, schapen ende andere lege beesten, van hem alleen waren. Toen in 1580 soldaten uit Geertruidenberg hem zijn veestapel afhandig maakten en afvoerden, hadden de geuzen niet de 'papen' te grazen, maar iemand die onder het sauvegarde (vrijgeleide) van de prins van Oranje leefde, zoals de andere bewoners van Tilburg en Goirle. De bescherming van de prins had al eerder niet kunnen verhinderen dat de bevolking veel te lijden had van de in Geertruidenberg gelegerde soldaten, die toen de zaak van de prins waren toegedaan. Tijdens een Hilvarenbeekse jaarmarkt in 1574 heeft een Peter Cornelissoen, in de wandelinge Leeuw genoempt, met als handlangers een zekere lewaan en een Luikenaar geheten Lenaart, de Tilburgse heiligegeestmeester Jan Cornelissen de Ber overweldigd. Hem werd aan het verstand gebracht dat die Leeuw is nu den Ber te sterck geweest en dat hij salder nu wel mede omme springen. De Leeuw dreigde De Beer, dat hij zijn hert uyt sijnen lijve wouden eten. Toen de heilige-geestmeester, gedachtig de sauvegarde, verklaarde ter verantwoording mee naar Geertruidenberg te willen gaan, hoonde de knevelaar dat 'de Berg' te edel was voor zulke dieren. Hij zou hem wel in een schuur over een balk trekken en zo laten hangen met vijf- of zeshonderd pond zwairten aen zijne benen tot hij eenen voet langer gerect zoude zijn dan hem God gemaect hadde. Zo werd de heilige-geestmeester fl. 175 en een rijkelijk gelag afgeperst. 's Anderendaags viel Leeuw met twee andere soldaten, genaamd Adam en den Galmen Paep, binnen ter woonstede van Michiel Willem Laureyssen, die zich had ingelaten met het innen van geld bij de bevolking voor het loskrijgen van de sauvegarde. Hij werd geboeid en onder stompen en slaan en met een kaakslag gedwongen mee te gaan naar Goirle ten huize van de jongste schepen, Niclaas Peter Aart Sterts. Daar is vergeefs betoogd, dat te Geertruidenbberg zou moeten worden beoordeeld of Michiel de schelm was waarvoor Leeuw hem uitmaakt. Leeuw heeft op hoge toon ge?eist dat Michiel hem terstond in Goirle geld beloofde: qfick sal hem selffs hangen oft doerstooten. Met Sterts als borg heeft Michiel daarop een schikking moeten maken van 200 voor het drietal en nog eens 50 die Leeuw heimelijk alleen in zijn zak heeft gestoken. Eerder had het drietal Michiel al eens een belofte van honderd daalder afgedwongen door hem met een wis van eikentwijgen om de hals heen en weer te slepen. Waarschijnlijk was bij Michiel met de verademing ook de gedachte aan de sauvegarde gekomen en heeft hij de onder dwang gedane belofte niet gestand gedaan, weshalve Leeuw hem in Goirle later kon uitschelden voor schelm. Michiel, aan wie deze avonturen zijn overkomen toen hij al in de zestig was, heeft het vermoedelijk langer gemaakt dan de Leeuw. In het kommerboek van 1595 komt hij nog voor en in dat jaar schijnen zowel hij als vervolgens zijn vrouw te zijn gestorven.40 Hij liet twee zonen achter, genoemde Claas alsmede Adriaan, doch ook nog zes dochters, die allen een gezin stichtten. Bron: G. Berkelmans: "Nogmaals Van Rund", in Brabantse Leeuw 1994 p. 103 e.v. 18 mei 1612: Sijmon Peterssen, geh.m. Alitken, Wouter Aert Kauenbergh, geh.m. Luijtken, Huijbert Sebastiaenssen, geh.m. Anneken, Claes Michielssen (met vijf kinderen: Willem, Cornelis, Jan Peterssen, geh.m. Anneken, Margrietken en Jenneken), Jan Arijenssen van de Velde, geh.m. Anneken, Jan Jan Crillaerts, geh.m. Kathelijn, Cornelis Huijberts, Ariaen Mutsaerts, geh.m. Alitken, Peter Jan Kauwenberchs de jonge, geh.m. Maeiken, de kinderen van Jan Hendricx, Jan Denis Meijnaerts, geh.m. Jenneken, ook voor Goiaert Janssen, Thomas de broer en Engeltken de zuster, Jan Arijenssen van de Weelde en Jan Giel Jan Denis als voogden van de kinderen Ariaen Goiaertssen en Lijntken Michielssen, Cornelis Pauwels, geh.m. Marijken, met zijn zonen Jan en Claes, Anthonis Joosten, Wouter en zijn brower Jan, Jan Gerit Peter Geritssen, geh.m. Willemken, Thonis Joosten, geh.m. Joostken Ariaen Lamberts, en de erfgen. Ariaen Gielen (zoon Aerdt, Jan Cornelis de Smidt, geh.m. Jenneken, en Ariaen Claes Hermans van Heijst, geh.m. Ariaentken, allen erfgenaam van Jenneken, wed.v. Michiel Willem Laureijssen, transporteren goederen aan Reijner Ariaen Reijnen, ook erfgenaam. Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 62 fol. 71v 19 april 1574: Michiel wilner Willem Laureijssen heeft verkocht Herman Cornelissoon van Goircum zijn gedeelte in een heijvelt zoo hem dat ten deele ende bepaelt is ijn zijnder grote opte Moelenstrraat gelegen, oostwaerts metten graft ende hoil aen erffenisse van Jan Peeter Faessen, zuijtwaerts metten graft ende hoil aen mijn vrouwe van Loon, westwaerts aen Peeter Ariaenzn. de Lepper ende noortwaerts aen Jan Mateusse, alzoo hij zeede. Ende heeft hem opgedragen ende gelooft te waren, vrij en los. Testes, Jacop ende Jan. Actum den 19e dach april 1574. Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 58 fol. 528r 18 mei 1612: Reijner Ariaenssen bekent schuldig te zijn aan de erfgen. Jenneken, wed.v. Michiel Laureijssen, een bedrag van 44,5 gld. terzake van een transport op heden. Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 62 fol. 72	Family F1901
1459	Toos en Jan hebben elkaar leren kennen op de dansvloer. Ze gingen elke zondagmiddag dansen in een hotel aan de Teteringsedijk (De Dijk?) in de buurt van de Hero. In eerste instantie moest ze niets van hem hebben want hij had een vals gebit. Toos zei altijd 'als je met mij trouwt, trouw je er drie' omdat ze ook voor haar zussen moest zorgen. Jan vond het wel gezellig en wou nooit een cent kostgeld hebben. Bron: Mededelingen Toos Marijnissen 5 augustus 2005 Jan was slager en werkte bij de firma Kroese. In de Tweede Wereldoorlog is Jan bij de Binnenlandse Strijdkrachten gekomen. Samen met Prins Bernhard is hij bij de bevrijding van Nederland betrokken geweest. Na de oorlog woonde hij op Paleis het Loo. Later zijn zijn vrouw en dochter Mia overgekomen naar Apeldoorn. Het gezin woonde toen aan de Zanderijweg 76. Terwijl ze hier woonden werd ook hun dochter Els geboren. Jan ging over naar de Marechaussee en werkte bij de Willem III-kazerne te Apeldoorn. Later maakte hij de overstap naar de Koninklijke Luchtmacht. Hij werd gestationeerd te Winterswijk. Zijn gezin trok met hem mee. Ze woonden aan de Lariksstraat 11 en de Populierenstraat 37. Later werkte hij op de Vliegbasis Twenthe als chef-hofmeester van de officiers-mess. Hij had toen de rang van adjudant. Bron: Toos Marijnissen	Family F3
1460	Trouwboek Breskens: C. Meurissen, jm, gb Z, won. onder Oud Schoondijke, met C Sonnevijl, wed. Adr. Schotte, won. onder Oud Schoondijke.	Family F792
1461	Trouwboek Ginneken nr. 119 blz. 61 Den 20 april 1754 Lambertus van der Pas j.m. geb. te Teteringe en wonende te Heusdenhout met Antonetta van der Stigt j.d. geboren te Teteringe en wonende te Heusdenhout	Family F561
1462	Trouwboek Grote Kerk Breda, nr. 42 blz. 142: Cornelis Lambregt Adriaanse van de Pas, j.m. onder Tetering met Dingena Willemse Schippers j.d. onder Tetering Den 29 aug. 1722	Family F562
1463	Trouwboek Grote Kerk, breda, no. 45b blz. 355 Lambert van der Pas, j.m. geboortig van 's Princenhage met Adriana Cools j.d. geboortig en woonende te Teteringe Den 15 Junij 1782 in ondertrouw opgenomen in presentie van de Hren Ouderl. Zwaan getrouwt den 30 jun. 1782 segel 1 gl	Family F553
1464	Uit een notariele akte voor de notaris te Sluis van 5 december 1797 blijkt dat Johannes Plasschaart na de dood van Jacomintje van den Broeke is hertrouwd met Appolonia Masclee. Zoon Adriaan Plasschaart verklaart dat hij zich goed herinnert dat `soo door wijle sijne vader Johannis Plasschaart geweest landman te St Anne voornoemd als na overlijden van denzelven door wijle zijne moeder Appolonia Mascle, en sulx door hun beijden zedert ontrent den jaaren 1740 tot ontrent den jare 1755 [...] van den directeuren van de voornoemde gecombineerden polders [Robbemoreel- Gouverneurs- en Craeijenspolders] is gepagt en als zoodanig gebruijkt de zeedijk van den voornoemde gouverneurspolder en met dezelve de voorgronden off schorren daar voorgelegen, des tijdt gemeen met de zee, dog ten jaare 1795 nieuw bedijckt, zig bestreckende van het gewezen Cleijne pas tot aan den krinckeldijk, en zig voorts bepalende tusschen den gemelden zeedijkm ende kille of kreek, scheijdinge makende tusschen de gezegden voorgronden of schorren, ende schorren off plaat door het gewezen Bron: Marianne Gossije, Lokaties te St Anne uit de notari?ele archieven van Sluis vanaf 1796.	Family F3220
1465	Uit een schepenakte van 13 juli 1462 blijkt dat Henric Loekers gehuwd was met Lucia, die dan als zijn weduwe wordt genoemd. Bij die gelegenheid bekende zij schuldig te zijn een viertele erfrog jaarlijks in verband met het gebruik en bezit van goederen te Beke. De akte is vermoedelijk opgesteld in het jaar van overlijden van Henric Loekers. Een schepenakte van 12 januari 1484 vermeldt de kinderen van Henric Sloeckers, Geert, Heylwich, Agniete, Kateline en Marie. Bij die gelegenheid werd hun bezit het stuk land "den Bruggehof" te Beke onder Meer, verkocht aan Geert Jannes Meeuwssen en zijn erfgenamen. Gp 9 april 1496 vond de algehele verdeling van de erfgoederen plaats onder de kinderen van Henric Sloeckers. Hierbij werd bepaald dat zijn zoon, Geert Henricx Loeckers, de oude stede te Beke zou behouden waar zijn vader had gewoond en gestorven was. Tevens viel hem een stuk erf "het Qualant" ten deel alsook andere percelen grond zoals de "Wijnricxacker" "d'Acker" en "de Berckel". Andere goederen werden onder zijn zusters verdeeld. Bron: A.M. Bosters: De Loeker/Sloekers/Slokkers (1300-heden), in: GTMWB 1995 p. 163 e.v.; RAA, Oud Archief HOogstraten inv.nr. 5bis fol. 233; inv.nr. 11bis fol. 150; inv.nr. 13 fol. 86 en 87	Family F2532
1466	uiterlijk 31 december 1217: Jan I, heer van Heusden, schenkt samen met zijn zonen Arnold en Jan aan de abdij van Berne tol- en handelsvrijheid binnen zijn gebied. Iohannes, Dei gratia dominus de Husden, universis fidelibus presentem paginam inspecturis salutem in Domino. Notum facimus tam posteris quam modernis quod pro remedio anime mee et uxoris mee, pie memorie Aleydis, et patris mei Arnoldi et matris mee Iustine et omnium antecessorum meorum presentibus filiis meis domino Arnoldo et Iohanne, et idipsum mecum facientibus indulsimus hoc privilegium ecclesie Bernensi quod cum bonis suis per universam terram dominii nostri libere navigent, transeant, vendant, emant absque theloneo et immunes sint ab omni exactione violenta vel iniusta sive consuetudinaria. Et hoc presente conventu in prefata ecclesia super altare beate Marie in perpetuum obtulimus. Bron: digitaal oorkondenboek Noord-Brabant, http://www.donb.nl/database/weergave/oorkonde/1217december31uiterlijk	van Heusden, Jan I (I12344)
1467	Vader genoemd Arnoldus Cornelissen ipv Cornelis Arnoldussen, maar de naam van de moeder en de achternaam maakt duidelijk dat hij wel tot dit gezin behoort.	Moorlinx, Joannes (I13029)
1468	Vader genoemd Henricus Joannes.	Joannes, Egidius Henricus (I8243)
1469	Van 18 mei 1917 tot 24 augustus 1918 woont Johanna Catharina Trouw bij haar tante Maria Trouw en diens man Adrianus van Sprundel. Zij wonen aan de Van Duivenvoordestraat 4 in Ginneken en Bavel. Bron: Bevolkingsregister Ginneken en Bavel 1904-1922 alleenwonende personen, http://www.stadsarchief.breda.nl Ze kwam op 24 augustus 1918 vanuit Ginneken bij Adrianus Flooren en Adriana Trouw inwonen in Breda. Annie woonde jaren bij Ome Henk Flooren in Rotterdam. Later verhuisde zij naar Apeldoorn. Na haar trouwen woonde zij in Wenum bij Apeldoorn. Ze ging na het mislukken van haar huwelijk terug naar Ome Henk in Rotterdam. Later woonde zij samen met Piet Intveen aan de Julianastraat 75 in Bergschenhoek. Bron: Toos Marijnissen	Trouw, Johanna Catharina (I14)
1470	Van Dijk: R 350-1618-110 R 350	Verbunt, Cornelis Corstiaen Lenaert (I2128)
1471	Van Jan III van Arkel is bekend dat hij uiterlijk in 1305 gehuwd was aangezien hij in dat jaar op 5 december zijn vrouw Mabelia van Voorne tochtte aan het bisschoppelijke leengoed afkomstig van wijlen Jan van Ochten. Hoogstwaarschijnlijk was hij al echter enkele jaren eerder gehuwd aangezien zijn vrouw al uiterlijk in 1280 geboren moet zijn. Bron: Hans Vogels, e-mail aan soc_nederlandse_adel, 17 november 2007 6 januari 1305: Jhan, heer van Arkel, erkent verkocht te hebben aan heer Gysebrecht, den heer Utengoye, ridder, Jhan van Bosinchem en Gysebrecht van Kaets, knapen, en ten behoeve van het land, dat gelegen is tusschen Bosinchem en den Divediic, een watergang, waardoor dit land langs de Linche in de Merwede kan afwateren. Met fragmenten van het zegel van Herbaren van Arkel, broeder van den oorkonder; die van den oorkonder, van zijn oom heer Arnoud van Arkel, ridder, van zijn neven Jhan Utengoye en Otte van Okelhem, knapen, zijn verloren. Bron: Gelders archief, Regest 24 archief Heren en Graven van Culemborg, archieven.nl 5 juni 1307: Akte van belening door Johan heer van Arkel van zijn broer Hertbaren van Arkel betreffende de Grote Waard met gerecht, mannen en tiend, 50 morgen land in Reierskop en 17 morgen land in het land van der Lede. Bron: Nationaal Archief, Inventaris van de handschriften Derde Afdeling tot en met 1950, inv.nr. 501 22 april 1312: Johan, heer van Arkel, geeft aan de bewoners van Sidendervelt een watergang, waarmede zij op den Zyric, vandaar in den Damme, door de sluizen tArkel en de Linghe op de Merwet kunnen uitwateren. Bron: Gelders archief, Regest 33 archief Heren en Graven van Culemborg, archieven.nl	Family F674
1472	Verklaring van Jan en Elisabeth Jaspers Hoogeloon, 13 september 1676 Bron: P. van Heusden, notaris (Breda), protocol van allerhande acten, 1675-1676, blad 78-79, verklaring van Jan en Elisabeth Jaspers Hoogeloon, 13 september 1676; "Genealogische bronnen," index en afbeeldingen, Stadsarchief Breda (http://stadsarchief.breda.nl : geraadpleegd 26 maart 2019). Samenvatting: Jan Jaspars van Hoogeloon, 22, ende Elisabeth Jaspars van Hoogeloon, huijsvrouw van Adriaen Embrecht, beijde woonende op Boeijmeer onder de Hage, de welcke ten versoecke van Nicolaes Peeter Eijckers hebben getuijgt dat in de jaren 1672, 1673 en 1674 naer dat bninen Breda de sluijsen waeren ingeset tot opstoppinge van het water buijten, het selve water tot Boeijmeir soo hooge gesteijgert was dat alle de hoij ende wijlanden die den reqt. Van den heer Jaspar Brasseliers in hure hadde t'eenemael stonden onder water, ende dat oock de saeijlanden die hij in hure hadde als voor, daer de selve leege . oock onder water gestaen hebben, soodanich dat het eerste jaer voors. Daer seer weijnige goede vruchten van gekomen sijn, ende dat deselve zaeijlanden inde volgende jaren sijn onbequaem geweest door het voorstaende onder water om besaeijt te connen worden, verclarende voorder dat het huijs daer inne de reqt. Was woonende ende den voorn: Basseliers toebehoorende, inden jaere 1673, omtrent Kersmisse door de Fransen affgebrandt sijnde,hij Reqt. Sich met sijne geheele familie ende beesten heeft begeven inde huijsinge ende stallinge toebehoorende de kinderen van Michiel van der Avoirt gelegen op Boeijmeir, de welcke in jaer ofte dagh niet en hadden bewoont geweest, en ledich stonden door dien onbequaem waren om bewoont ende gebruijckt te connen worden vermits de selve met het affkomende water dickwils waren gein. deert, belijck (naer dat sij daer weijnige dagen offte weken geweest hadde) oock soodanich van het water, soo is het huijs als stalle is overvallen, dat de beesten uijt de selve stallen ende vande werff . moeten swemmen, ende dat hij Eijckers sich selffs midtsgaders sijn vrouwe en kinderen uijt de huijsinge die van binnen wolle drij voeten onder water stonden, met sijn karre heeft moeten salveren ende dat hij reqt. Tsedert sijne wooninge tot half meert des jaers 1675 toe, wederom heeft genomen inde schure van voorn: Basseliers daer hij de voren uijtgetrocken was, ende sich aldaer soo heeft onthouden tot den voors. tijd van halff meert toe, beneffens sijne peerden en beesten, voor redenen van wetenschap allegeren de attestanten dat sij inde voors jaeren omtrent de reqt. Waeren woonende ende t'gene voors also gesien te hebben, als daer bij ende present geweest, verklarende binnen Breda den 13 september 1676. [get.] Jan Jaspers hantmerck + van Elisabeth Jaspars van Hoogeloon [getuigen]	Family F1927
1473	vermeld 1491	Cornelis Gheert Christiaens (I1076)
1474	Vermeld als "Bruijnenbos" ipv "Bruijnenbaard".	Bruijnebaert, Catharina Willem (I1337)
1475	Vermeld ORA Breda 743, f.56v, dd. 9-3-1557+	Maes, Adriaan Janszn (I1472)
1476	Vermeld ORA Zundert 281, dd. 9-1-1503.	Witbols, Cornelis (I754)
1477	Vermeld ORA Zundert 282, f. 148, dd. 16-4-1515, f. 240v, dd. 2-3-1517	Witbols, Jan Cornelisz (I744)
1478	Vermeld: ORA Breda 739, f. 16v, (dd. 9-1-1537+)	Diels, Gielis Dyrcksz (I1471)
1479	Vermelding in de cijnsboeken: Oorspronkelijke uitgifte: (1340) 'Gher(ardu)s Io(annis) van den Rode (later:) Jo*annes) fil(ius) Ger(ardi) fil(ij) Mette Nieuwe uitgiften: (1340-1380) 'Jo(annes) fil(ius) Ger(ardi) fil(ij) Mette de novo (1340-1380) 'Jo(annes) van den Rode de Novo De eerste inschrijving doet vermoeden, dat de cijnsplicht overging van vader op zoon en dus dat Geraert Jans van den Rode dezelfde is als Geraert Metten, de ene keer naar vaderszijde, de andere keer naar moederszijde genoemd.	Metten, Geraert (I1683)
1480	Vermelding voor Schepenen te Weelde (B): Tanneke Anthonis Jan Snels x Jacop Peeter Anthonissen Brabers (11/5/1638) R.152 Etten, dd. 19-5-1650: rekeninge van de weeskinderen van Jacob Peeter Brabers ende Tanneken Anthonis Snels. R.153 Etten, dd. 15-10-1655: idem 2e rekening. Bron: Hans den Braber: Brabers uit Etten (tak 1), http://www.den-braber.nl/genealogieen/etten_1.html	Family F2342
1481	Vermeldingen in de cijnsboeken: (1450-1498) 'Joh(ann)es et Pet(rus) lib(eri), Katharina rel(i)c(t)a et liberi Petri, Petrus et Engelken liber(i) Jo(annis) V(er)metten (1450) Jo(annis) fi(liu)s Joh(annis) V(er)metten de Riel (1498) 'Arnoldus dil(ius) Ar(nol)di Weymersz pro relict(a) et liberi(s) Pet(ri) fil(ij) Jo(annis) V(er)metten de he(redita)te Jo(annis) V(er)metten de Riel de uytfangh an(no) dom(i)ni 35	Family F513
1482	Vermeldingen: ORA Breda 739, f. 18v, dd. 10-3-1556	Family F196
1483	Vermeldingen: ORA Breda 739, f. 16v, dd. 11-2-1556.	Staelkens, Mr. Cornelis Lambrechts (I1468)
1484	Vermeldingen: ORA Breda 739, f. 16v. dd. 11-2-1556.	Diels, Dingne Gielis Dyrck (I1469)
1485	Vermoedelijk de ouders van Pieter, doopkaartjes ontbreken ivm indexeren.	Family F387
1486	Vermoedelijk is Hendrik Sloeckers met zijn hele gezin uit Meer weggetrokken en verhuisd naar West-Brabant, waar zijn kinderen later allemaal te vinden zijn.	Family F2526
1487	At least one living or private individual is linked to this note - Details withheld.	Living (I1592)
1488	Verschenen Cornelis van Beek, 61 jaar, koster, wonende te Terheijden en Martinus Marisse, 54 jaar, schoenmaker, wonende te Terheijden, dewelke hebben verklaard dat op den zesentwintigsten December dezes jaars, om heir ure des namiddags binnen deze gemeente is overleden Anna Maria Rens, 67 jaar, zonder beroep, geboren en wonende alhier, weduwe van Antonius Willemse, dochter van Johanna Rens, overleden.	Rens, Anna Maria (I55)
1489	Verschenen zijn voor schepenen Elen en Bastiaen, gebroeders, zonen van wijlen Jan Eelen Mutsaerts, Dani?el zoon van wijlen Cornelis Herman Heijsten als man en momber van Cornelia zijn huisvrouw, Meeus Steven Meeus als man en momber van Dimpna zijn huisvrouw, dochters van wijlen Jan Eelen Mutsaerts, en ze hebben een zekere erfdeling en erfscheiding gedaan en gemaakt van de erfpachten en erfcijnsen, die aan elk van hen aangekomen zijn van wijlen Jan Eelen Mutsaerts, hun vader en schoonvader. Tengevolge van deze erfdeling en erfscheiding zal hebben en houden Elen voors een jaarlijkse en erfelijke pacht van 1 mud rogge uit een stuk land genaamd de Langen Acker, groot ongeveer 2 lopensaet, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd dat Creijenven, aldaar tussen: erfenis van Ida weduwe van Reijner van Broeckhoven een zijde erfenis van Jan van Boerden ander zijde. Nog uit een stuk land groot ongeveer 4 lopensaet, gelegen in de parochie voors ter plaatse genaamd in die Hasselt, aldaar tussen: erfenis van Hanrick die Snijer een zijde de gemeijne wech ander zijde. Nog uit een stuk broeck genaamd de Heijdries, gelegen tussen: erfenis van Aert Roelofs een zijde erfenis van Jan Wouter Gheenkens ander zijde. Welke pacht van dat een mud rogge voors Jan zoon van wijlen Elen Mutsaerts gekocht had van Arijaen zoon van wijlen Peter Hagen, man en momber van Hijlwich, en van Peter zoon van wijlen Jan Wouters als man van momber van Katherina, dochters van wijlen Jan Vrancken, die Jan voors verkregen had bij wijlen Anthonia zijn huisvrouw, dochter van wijlen Pauwels zoon van wijlen Evert Roelofs en Pauwels voors had die gekocht van Lambrecht zoon van wijlen Jan Henricks. Nog hiertoe een jaarlijkse en erfelijke pacht van een mud rogge uit een stuk land genaamd Huenckens Braeck gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Velthoven, aldaar tussen: erfenis van Jan zoon van wijlen Wouter Back een zijde erfenis van de kinderen van wijlen Jan Wouter Back ander zijde. Welk mud rogge erfpacht Jan zoon van wijlen Elen Mutsaerts gekocht had van Arijaen zoon van wijlen Peter Hagen en van Peter zoon van wijlen Jan Wouters als man en momber van hun huisvrouweN, dochters van wijlen Jan Vrancken, die Jan voors verkregen had bij wijlen Anthonia zijn huisvrouw, dochter van wijlen Pauwels Evert Roelofs. Pauwels voors had dat mud rogge gekocht van wijlen Goeijaert die Bont. Welke twee mud rogge voors nu betalen Gerit Huijb Smitten een mud rogge en Dani?el en Aert, gebroeders, zonen van wijlen Jan van Boerden alias Luijtkens een half mud rogge en Herman zoon van wijlen Gerit Herman Heijsten een half mud rogge. Voorwaarden hierbij zijn als Elen hiervan ontwaard mocht worden zo hebben de anderen beloofd kind-kinds gelijk te helpen gelden en betalen. Bron: Regionaal Archief Tilburg, transcriptie algemeen protocol, R281 fol. 39r-v	Family F3112
1490	Vestbrief Breda d.d. 22 december 1759: Voor de Heeren Andries David Knollaert en Mr. Willem Hend. Verbruggen Schepenen te Breda quam Naorbertus van der Pitte, ende Catharina Janssen, Eghteluijden, sijnde sij geadsisteert met haere voors. man en vaaght, hebben gelooft te geven ende bekenden op haer persoonen en goederen wel ende dueghdelijcke schuldigh te sijn aen Antonij Peeters en Cornelia van Hal, eghte Luijden woonende aghter de Uuijlenbras onder Teteringen jurisdictie deser stadr, de somma van een duijsent vijff hondert guldens, t stuck tot veertigh groot vlaems eenzm den eerste metter laatste penninck deughdelijck, toe ende overgetelt, soo sij opt passeeren dezes bekenden, te restitueeren en te betaelen de voors. somma van een duijsent en vijffhondert guldens, aan de crediteuren in dese ofte die gene haer wettige acte sijn hebbende etc. Vestbrief Breda d.d. 19 juni 1779: Voor etc. compareerden Cornelis Peeters zoo voor sig zelve en zig fort en sterk makende ende rato ceveerende voor Pietronella Peeters, huisvrouw van Jan Teurlings, Johannes Peeters, en Anna Maria Peeters, huijsvrouw van Jan Goijaerts eenige kinderen en Erfgenaamen abintestato van Anthonij Peeters en Cornelia van Hal egtelieden bij alnu verclaarde, dewelke verclaarden alnu wettelijk te cedeeren te transporteeren op te draagen en over te geeven bij deesen aan de Heer Anthonij Ruijsenaars borger en coopman alhier een scheepel schuldbrief groot geweest zijnde in cap(itae)l vijfftien honderd guldens intrest loopende tegens drie guldens percento, ten lasten van Norbartus van den Pitte en Catharina Janssen, egtelieden en haare verbondene onderpanden en ten behoeve van Anthonij Peeters en Cornelia van Hal woonagtig onder Teteringen volgens den scheepelschultbrieff daar van zijnde gepasseert voor Heeren Scheepenen ter Secretarie van Breda de dato 22 December 1759. Bekennende den comparant en transportant van t gem: restant capitael van Seeven honderd guldens met de daer op te goed zijnde intressen tot dato deses ten vollen voldaen en betaald te zijn. Renuncieerende ende ve....ende dien volgende daar van ten doene en behoeve voors. stellende voorn. Anthonij Ruijsenaar in zijn Comparants plaatse, om daar meede te mogen doen en handelen naar welgevallen zonder Imands tegenseggen onder verband als naar Regten, Actum desen xviiii Junij Negenenseeventig. Bron: GABDA Vestbrief R 603, f. 236v, R 613 f. 51v d.d. 19-6-1779	Family F550
1491	Vier jaren na zijn huwelijk met Arijaentken was hij in een andere garnizoenstad, Geertruidenberg. In de namenlijst "van degene die nae de Reductie 14 der stede Geertruydenberghe Poorters der selve stede geworden ende byde holl[antsche] magistraten daer vore aengekomen zynde den eedt van getrouwicheyt gebeden hebben in forma debita et consuela" staat in klein maar duidelijk handschrift "vj n may 1610 Pauwels Trommel van Edinborch in Schotlant III ?". Bron: Genealogie Trommelen, http://www.trommelen.org	Family F2587
1492	Vlak v?o?or zijn vierde huwelijk was er een `contract, accoort ende affscheijt' met bepalingen over de drie minderjarige kinderen Trijntje, David en Willem: - Brechtjens oom Jan Adriaans Staessen werd hun voogd, - Pauwels moest tot hun meerderjarigheid of hun huwelijk zorgen voor eten, drinken en kleding en voor een opleiding om te leren lezen en schrijven en het beoefenen van een ambacht of handwerk, - bij hun meerderjarigheid zouden zij 33 Rijnsguldens van Pauwels ontvangen als moeders erfdeel. Bron: Genealogie Trommelen, http://www.trommelen.org	Family F2588
1493	Volgens Bennis Blom is het niet zeker of dit de ouders zijn.	Family F543
1494	Volgens de doopakte van Anna Maria heet hij Antonius Peters, niet Peter, zoals in de overlijdensakte van Anna Maria wordt beweerd.	Peters, Antonius (I1407)
1495	Volgens de Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden uit de kerken van Noord-Brabant vermeldt H. Spilman vd. in het 2e stuk bl. 62 een zerk uit deze kerk [te Mierlo], waarop het wapen Van Grevenbroeck en vier kwartieren en het volgende opschrift : ,,Hier leght begraven Joncker Rassv an Greven- broeek, heer tot Mierlo ende sterft int jaer 1532 op Sinte Michielsdagh bidt God voor zijne ziele." (Hij was ongehuwd en kocht Mierlo op 8 Aug. 1518. Hij was zn. van Jr. Jan van Gr. en Christina van Zyttert geheeten van den Cruys, kleinzoon van Jr. Johan van Gr. en Elsbeen Dicbier.")	van Grevenbroeck, Erasmus (I3308)
1496	Volgens de Hoofd- of gemaallijst van Loon op Zand van 1754 woonde Wouter van Onsenoort toen aan de Molenstraat of Klokkenberg. Het gezin bestond uit 2 volwassenen en 2 kinderen onder de 16 jaar. Bron: Bronnen van Loon op Zand Snoerman stichting, URL http://www.snoerman.org/lz/maal1750.html	Family F1440
1497	Volgens de overlijdensakte was ze 85 jaar, zonder beroep, geboren te Oosterhout, wonende alhier (Terheijden), dochter van Wouter van den Bogaard en van Johanna Zevenhuren, beiden overleden, weduwe van Hubertus van den Biggelaar.	van den Bogaard, Jacoba (I141)
1498	Volgens de vermelding van de trouwakte komt zij uit Leijenbroek.	Einmahl, Maria Elisabeth (I13232)
1499	Volgens de website van Henk Coolen zijn zij op 1 mei 1657 in Tilburg getrouwd, maar dat huwelijk is in het trouwboek niet te vinden.	Family F3089
1500	Volgens een verkoopakte van 12 september 1730 is zij overleden voor haar dochter Magdalena.	Scheers, Johanna (I297)