Notes |
- 4 oktober 1535:
Berthelmeeus zoon van wijlen Ghijsbrecht [Peter Ghijsbrecht] van Boerden heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Arijaen zoon van wijlen Gherit Beijkens alle versterf en recht van versterven, dat hem verstorven was van Peter Ghijsbrecht van Boerden zijn grootvader en van Mechtelt diens huisvrouw, te weten een elfde deel in alle erfgoederen, nog hiertoe zijn recht en deel, te weten een elfde deel in 60 karolus gulden van 20 stuivers per stuk, die Cornelis Gherit Snijers schuldig is en nog hiertoe een elfde deel in een jaarlijkse cijns van 11 karolus gulden, die Claeus Peter van Boerden schuldig is te betalen.
Koper moet hieruit betalen de kommer die men van rechtswege hieruit moet betalen, behalve dat Berthelmeeus voors zal behouden een elfde deel in een erfpacht van een half mud rogge op de erven van Peter Goijaert Pulskens.
Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens heeft beloofd als een principaal schuldenaar te betalen aan Berthelmeeus zoon van wijlen Ghijsbrecht van Boerden een jaarlijkse en erfelijke cijns van 3 karolus gulden, 15 stuivers en 1 oertstuiver uit drie elfde deel van een huis, hof, schuur, schaapskooi met de grond en de erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Heijdsij, aldaar tussen:
erfenis van Arijaen Ghijb Goessen en meer anderen eenz ijde
erfenis van Willem Verschueren ander zijde
erfenis van Ghijsbrecht Cornelis Vels een einde
erfenis van Denijs Jan Reijnkens en de gemeijnt ander einde.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 282 f 23v-24r
1 februari 1537:
Adriaen, zoon van wijlen Gherit Beijkens bekent schuldig te zijn aan Anthonis Benis Meijnaerts
1. een erfcijns van 1 mud rogge jaarlijks uit huis, hof, schaapskooi en grond, groot 1 mudsaet, gelegen te Tilburg aen die Ruijbracken.
Belendingen: Denis Jan Reijnkens een zijde
Arijaen Ghijb Goessen ander zijde
Convent van Tongerlo een einde
gemeijn straet ander einde
2. Nog uit een stuk bouwland, weiland en heide, groot 70 lopensaet, gelegen te Tilburg In die Ruijbraecken. Belendingen:
Denis Jan Reijnkens een zijde
Arijaen Ghijb Goessen ander zijde
Convent van Tongerlo een einde
gemeijn straet ander einde
3. Nog uit een stuk bouwland, weiland en heide, groot 70 lopensaet, gelegen te Tilburg In die Ruijbraecken. Belendingen:
Willem Verschueren een zijde
Arijaen Ghijb Goessens een einde
gemeijnt die Ruijbracken ander einde
Staat te los met 50 karolusgulden van 20 st. per stuk. | R 283/ 36r
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 283 f. 36r
Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens bekent schuldig te zijn aan Adam, zoon van wijlen Cornelis Jan Sijmons (van Maerle) en zijn zuster Cornelis een jaarl. cijns van 5 karolusgulden uit huis, hof, schuur en schaapskooi, groot 1 mudsaet, gelegen te Tilburg, aan die Ruijbraecken.
Belendingen: (zie | R 283/ 36r 1-2-'37
Denis Jan Reijnkens een zijde
Adriaen Ghijb Goessens ander zijde
Convent van Tongerlo een einde
gemeijn straet ander einde
Dit had Adriaen Beijkens voorheen gevest aan Anthonis Denijs Meijmaerts. (zie | R 283/ 36r)
Staat te los met 75 karolus gulden van 20 st.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 283 f 37r
31 januari 1561:
Jan en Cornelis, gebroeders, zonen van wijlen Adriaen Gerijt Beijkens, door deze Adriaen en uit wijlen Goiairtke zijn huisvrouw, dochter van wijlen Peter Ghijsbert van Boerden samen verwekt, Eelen zoon van wijlen Frans Henricx als man en momber van Geritke zijn huisvrouw, en Peter Peter van Spaendonck en Berthelmeeus Ghijsbert Peter van Boerden als door de heer aangestelde momber en toeziener van Cornelia, meerderjarig maar klein van verstand zijnde, gezusters, kinderen van wijlen Adriaen en Goiairtke beiden voornoemd, legitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Gerit de zoon van wijlen Adriaen Gerijt Beijkens, hun broer, voor de ene helft en aan Gerijt zoon van wijlen Peter Peter Mutsairts, hun zwager, voor de andere helft, samen met alle schepenbrieven in zoverre er die daarvan enigszins zijn of bevonden mogen worden, et cum tot jure (en met al het recht), met afgaan en vertijen etc, al alzulk versterf, recht en deel dat aan de voornoemde kinderen gezamelijk en aan elk van hen in het bijzonder aangekomen en verstorven was van wijlen Adriaen en Goiairtke, hun vader en moeder, schoonvader en schoonmoeder, beiden voornoemd, in alle erfelijke goederen, hoedanig die mogen zijn en in welke plaats die gelegen zijn, staan of vergolden mogen worden, het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge of zo waar men die enigszins in de naam van Adriaen en Goiairtke zal mogen bevinden niets daarin uitgezonderd zoals ze zeiden.
De voornoemde Jan en Cornelis, gebroeders, Eelen Frans Henricx als man en momber van Gerijtke zijn huisvrouw voornoemd, hebben beloofd op henzelf en op al hun goederen en de voornoemde momber en toeziener op verbintenis der goederen van de voors Cornelis, nu hebbende en nog te verkrijgen, dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors altijd vast en stendig etc in de naam als voor te laten
houden etc en alle kommer en calangie elk van zijnentwege daarop komende allemaal voor hen af te doen.
Datum ut supra, scabini (Datum als boven, schepenen) Ghierll en Boerden.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R306 f 64v-65r
|