Stamboom Marijnissen

Family: Jan Gerit Beijkens / Geritken Peter Verscueren (F665)



Family Information    |    Notes    |    All    |    PDF

  • Father | Male
    Jan Gerit Beijkens

    Born     
    Died  Bef 1553   
    Buried     
    Married     
    Type  Civil 
    Father  Gherit Beijkens | F1627 Group Sheet 
    Mother  Hadewijch Melis die Laet | F1627 Group Sheet 

    Mother | Female
    Geritken Peter Verscueren

    Born     
    Died  Aft 1553   
    Buried     
    Father  Peter Verscueren | F3724 Group Sheet 
    Mother  Barbara Gerit die Bont | F3724 Group Sheet 

    Child 1 | Female
    Jenneken Jan Gerit Beijkens

    Born     
    Died     
    Buried     
    Spouse  Laureijs Jan Laureijs Eelkens | F656 (Civil) 
    Married  Bef 1559   

    Child 2 | Male
    Gerit Jan Gerit Beijkens

    Born     
    Died  Bef 1553   
    Buried     
    Spouse  Maria Wouter Willem Zegers | F1631 (Civil) 
    Married  Bef 1553   

    Child 3 | Female
    Barbara Jan Gerit Beijkens

    Born     
    Died     
    Buried     
    Spouse  Jan Jan Gherit Hermans | F1630 (Civil) 
    Married  Bef 1553   

    Child 4 | Female
    Marij Jan Gerit Beijkens

    Born     
    Died     
    Buried     

  • Notes 
    • 27 november 1537:
      1537, november 27 | R 284/20v.
      Gherit zoon van wijlen Gherit Gherit Beijkens, bekend schuldig te zijn aan Gherit, de weduwe van Jan Gherit Beijkens en haar zoon Gherit en dochters Barbel, Jenneke en Marijke een jaarlijkse cijns van 83 stuivers en 1 oort uit de percelen van voorgaande acte.
      Staat te los met 67 karolusgulden van 20 stuivers binnen 3 jaar.
      Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 284 f 20v

      Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens, Gherit de weduwe van Jan Gherit Beijkens, met haar zoon Gherit en haar dochters Barbel, Jenneke en Marijke, met Adriaen Beijkens als momboir en Jan Cornelis Spapen als toeziender bekennen schuldig te zijn aan Hadewijch weduwe van Gherit Beijkens een lijfcijns haar leven lang jaarlijks te betalen, groot 50 stuivers uit huis etc. en de gronden, die zij ge?erfd hebben vrij van beede, lote, scote, scatting en onraet. Zodanig, dat Gherit de zoon van wijlen Gherit Gherit Beijkens en de andere mede-erfgenamen er geen last van hebben.
      Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 284 f 21r

      28 januari 1553:
      Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens met haar voogd heeft wettelijk en erfelijk overgegeven aan haar wettige kinderen bij name van Marie haar dochter, Jan zoon van Jan Gherit Hermans als man en momber van Barbara, Laureijs Jan Laureijs Eelkens als man en momber van Jenneke, haar schoonzoons, en aan Marie weduwe van Gherit zoon van wijlen Jan Gherit Beijkens dochter van wijlen Wouter Willem Zegers, haar tot haar recht van tochten en aan haar kinderen door wijlen Gherit haar man voors. uit haar verwekt het erfrecht daarvan te blijven, met afgaan en vertijen, haar tocht en recht van tochtenwege, wat ze bezat in alle erfelijke goederen, die Gheritke voors. en wijlen Jan Gherit Beijkens, haar man toen hij leefde, samen bezaten, waar en in welk plaats deze erfelijke goederen voors. gelegen zijn of bevonden worden, het zij binnen de parochie van Tilburg en ook daarbuiten, het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge of zo waar men die enigszins in haar naam zal mogen bevinden, niets uitgezonderd, alleen die tweede delen van alzulke 65 stuivers jaarlijkse cijns, die men jaarlijks heft op Cornelis Gherit van Boerden en zijn goederen gelegen te Tilburg aan die Horevoert, zoals ze zeide.
      Gheritke met haar momber heeft geloofd als schuldenaar super se et bona sua etc. dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig te houden en van tochtenwege daar nooit meer aanspraak op te maken noch te doen maken etc. en alle kommer en calangies van harentwege daarop komende allemaal voor hen af te doen, behalve echter dat voor Gheritke voors. daaruit vergoud moet worden haar leven lang 2 mud rogge lijfpacht en 6 karolus gulden lijfcijns en daartoe andere bijdragen en profijten, die ze daarop behoudt volgens de brieven daarvan heden ten dage te passeren, zonder arglist.

      Quo facto constituti coram scabinis infrascriptis (Dit gedaan zijnde waren gestaan voor schepenen ondergeschreven) die voorschr. Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens met haar voogd, Jan Jan Gherit Hermans als man en momber van Barbara, Laureijs Jan Laureijs Eelkens als man en momber van Jenneke en Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens, allen voornoemd, ook met haar momber daartoe door haar gekozen etc. en met haar Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens als wettige momber en Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers als wettige toeziener van Jan en Peter, gebroeders, Leenke en Corenliske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Gherit Jan Gherit Beijkens en Marie zijn huisvrouw voornoemd, waar zij als momber en toezienre voors. voor instonden en geloofden en ze hebben geloofd gezamelijk, onverdeeld en elk voor allen aan Gheritke hun moeder, schoonmoeder en grootmoeder van de onmondige kinderen voors., dat zij haar leven lang zullen laten volgen, heffen en beuren de twee delen van de voors. jaarlijkse cijns van 65 stuivers te los staande met 52 karolus gulden volgens de brieven, die daarvan zijn, en daartoe dat zij haar jaarlijks zullen betalen haar leven lang en niet langer een jarlijkse en erfelijke lijfpacht van 2 mud rogge en daartoe een jaarlijkse en erfelijke cijns van 65 karolus gulden te betalen elk jaar op Onze Lieve Vrouwedag lichtmis, waarvan de eerste pacht en cijns vervallen en verschenen zijn geweest met lichtmis l.l. en de anderen met lichtmis nu a.s. en dat uit alle erfelijke goederen, die zij gelovers voors. bezitten en hen door Gheritke voors. overgegeven en bevonden zullen worden, het zij huis, hof, land, zand, weiden, beemden, heivelden of zoals die gelegen mogen zijn, niets uitgezonderd, zoals ze zeiden.
      Gelovers in de kwaliteit als boven hebben voorst geloofd op zich en op al hun goederen, nu hebbende en nog later te verkrijgen, aan Gheritke voors. de voors. lijfpacht en lijfcijns te waren zoals men lijfpacht en lijfcijns moet waren en de voors. erfelijke goederen altijd goed, zeker genoeg etc. en alle kommer en calangies daarop komende voor haar allemaal af te doen.
      Item hebben nog geloofd Marie, Jan, Laureijs, Marie, Adriaen en Jan, allen voornoemd, elk in de naam en kwaliteit als voor en ook op verbintenis als voor, dat zij Gheritke zal behouden haar leven lang het gebruik en woning in de uitkamer van de Oude Stede aan de Velthoven, waar ze altijd gewoond heeft, naar haar gelieven en daartoe 2 roeden hof en het vijfde deel van het fruit van de oude boomgaard en dat ze zal mogen houden 2 hoenders.
      Item dat elk van haar kinderen voors. en Marie met haar kinderen voors. haar jaarlijks zullen bezorgen 1600 turven, waarvan 1400 zullen zijn vale turf en de andere 200 bleckeling en dit altesamen haar leven lang en niet langer en ook dat ze dit alles zal hebben en bezitten los en vrij van alle beden, loten en schoten en ander onraad, die daarop mochten komen, maar haar voors. kinderen en kleinkinderen zullen dat moeten dragen.
      Daarbij is nog voorwaarde gesteld, dat als Gheritke niet voldaan zou worden van al hetgeen voors. staat of van iets daarvan, dat ze dan zonder enige rechtsvordering te hoeven doen maar met re?eele executie haar zelf zal mogen recht doen aan de allergereedste goederen of oogst van goederen voors., waar het haar gelieven zal en dat later bevaard zal zijn, dat iemand van de voors. gelovers in gebreke van betaling of voldoening bevonden zal worden, zonder arglist.
      Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 298 f 64r-65r

      Kond zij eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens met haar voogd Jan zoon van Jan Gherit Hermans als man en momber van Barbara, Laureijs Jan Laureijs Eelkens als man en momber van Jenneke, dochters van wijlen, dochters van wijlen Jan Gherit Beijkens voornoemd, Marie weduwe van Gherit Jan Beijkens, ook met haar voogd door haar gekozen en door de rechter haar gegeven zoals recht is, en met haar Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens als gerechte momber en Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers als gerechte toeziener van Jan en Peter, gebroeders, Leenke en Corneliske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Gherit Jan Gherit Beijkens en van Marie zijn huisvrouw voornoemd, waar de momber en toeziener samen voor instonden en geloofden, welke kinderen van wijlen Jan Gherit Beijkens voors. deze Jan verwekt en verkregen had bij Gheritke zijn vrouw dochter van wijlen .............
      (niet ingevuld) erfelijke goederen hen aangekomen en verstorven zijnde van wijlen Jan Gherit Beijkens hun vader, schoonvader en grootvader voornoemd, waarin Gheritke, weduwe van Jan Gherit Beijkens voors. haar tocht heden ten dage overgegeven had, en dat op de manier als volgt:
      Ingevolge deze erfdeling zal de voors. Jan zoon van Jan Gherit Hermans als man en momber van zijn huisvrouw voors. hebben, houden en erfelijk voor zijn deel bezitten een erfenis in hof en weide liggende met het huis, dat door deze Jan voors. daar nu ter tijd opgezet en getimmerd is, met een akkerland daar achter aan komende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd aan die Velthoven samen tussen:
      erfenis van Peter Steven Willems een zijde
      erfenis van Laureijs voorschr., hiertegen gedeeld,
      en van Jan Gherit Hermans met zijn kinderen ander zijde
      Ook dezelfde Jan met zijn kinderen een einde
      die gemeijn straat ander einde.
      Nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in die Schijve tussen:
      erfenis van Jan Jan Gherits een zijde en einde
      erfenis van Lijsbet weduwe van Wouter Cornelis Spapen
      met haar kinderen ander zijde
      het Hoevelweeghske aldaar ander einde,
      zoals hij zeide.
      Op welke erfenis tot hof en weide liggende met het huis daarop staande en akker daar achteraan komende en op het stuk land voorschr. de andere deelslieden voors. elk in de naam als voor op vertegen hebben ten behoeve van Jan zoon van Jan Gherit Hermans voornoemd, samen en op de schepenbrieven, die daarvan gewag maken, en op al het recht hen enigszins daarin toebehorende, met overgeven en afgaan zoals gebruikelijk is gelovende op hen en op al hun goederen nu hebbende en nog later te verkrijgen deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangies elk van zijnentwege daarop komende allemaal voor hem af te doen, behalve dat Jan voors. uit dit zijn deel moet betalen:
      De helft in 25 lopen rogge erfpacht in een erfpacht van 30 lopen rogge in de maat van den
      Bosch en in den Bosch te leveren aan die Bogaerden aldaar.
      Nog de helft in 4 lopen rogge erfpacht aan de Heilige Geest van Tilburg.
      'sHeren schouwen van de Schijve en van de waterlaat door de voors. weide lopende te onderhouden naar oude gewoonte.
      Nog hiertoe aan Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens zijn schoonvader jaarlijks haar leven lang uit te reiken en te betalen het vierde deel in 2 mud rogge lijfwacht en in 6 karolus gulden lijfcijns en nog hiertoe haar jaarlijks haar leven lang te bezorgen en te leveren 1600 turven en haar ook haar leven lang voor een vierde deel vrij te houden van alle beden, loten en schoten en ander onraad, waar zij op gezet mocht worden, alles volgens haar brieven haar heden ten dage daarop verleend en gegeven.
      Welke pachten, cijns en andere kommer of last voornoemd Jan zoon van Jan Gherit Hermans voors. zo zal betalen, onderhouden of voldoen en geloofd heeft als schuldenaar super se et bona sua etc. die zo te betalen, te onderhouden of te voldoen ter plaatse en termijn daartoe gezet en bepaald, zodat er de andere deelslieden, hun goederen noch hun nakomelingen daarvan nooit meer hinder, kommer nog last zullen hebben of lijden.
      Met voorwaarden hierbij, mocht er voor Jan zoon van Jan Gherit Hermans voors. op dit zijn deel enige kommer of last met recht komen, die voor niet genoemd is, dan zullen de deelslieden voornoemd die kommer en last, als die komt, elkaar in de naam als voor volgens kind en kindsdeel gelijk helpen dragen en betalen, wat ze elkaar in de naam en op verbintenis als voor geloofd hebben zonder arglist. Schepenen Ghierl en Berijs.

      Hiertegen zal Laureijs voors. als man en momber van zijn huisvrouw voors. hebben, houden en erfelijk voor zijn deel bezitten een huis en hof met de grond genaamd de Oude Stede en erfenis daaraan liggende, daarvoor in weide en daarachter in land, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd aan die Velthoven tussen:
      erfenis van Jan Jan Gherit Hermans voors. hiervan afgedeeld
      en van Jan Gherit Hermans voors. diens vader met zijn
      kinderen en ook van de kinderen van Henrick Crillaerts een zijde
      erfenis van Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens
      en van Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met
      haar kinderen voornoemd, zoals dat ook hiertegen gedeeld
      en afgepaald is ander zijde
      die gemeijn straat een einde
      erfenis van de kinderen van wijlen Henrick Crillaerts voors. ander einde.
      Nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in die Schijve aan de Dorenboom aldaar tussen:
      erfenis van Jan Cornelis Spapen een zijde
      erfenis van Marie en Marie met haar kinderen beiden
      voornoemd, zoals dat hier afgepaald en gedeeld is ander zijde
      erfenis van de kinderen van wijlen Henrick Crillaerts een einde
      de gemeijne akkerstraat genaamd de Dijck ander einde.
      Nog hiertoe zal hij hebben, houden en bezitten het zesde deel in 65 stuivers jaarlijkse cijns, die men heft op Cornelis Gherit van Boerden en zijn goederen gelegen aan de Horenvoirt volgens de brieven, die daarvan zijn zoals hij zeide.
      Op welk huis, hof met de grond en erfenis daaraan liggende, stuk land en zesde deel in de cijns voors. de andere deelslieden voorschr. elk in de naam als voor vertegen hebben ten behoeve van Laureijs Jan Laureijs Eelkens voornoemd samen en op de schepenbrieven, die daarvan gewag maken, en op al het recht hen enigszins daarin toebehorende, met overgeven en afgaan zoals dat gebruikelijk is, ge-lovende op hen en op al hun goederen etc. deze erfdeling en dit vertijen etc. pro ut supra en alle kommer en calangies elk van zijnentwege daarop komende voor hem allemaal af te doen, behalve dat Laureijs voors. uit dit deel moet betalen:
      de helft in 25 lopen rogge erfpacht in een erfpacht van 30 lopen rogge in de maat van den
      Bosch te leveren aan die Bogaerden aldaar.
      Nog de helft in 4 lopen rogge erfpacht aan de Heilige Geest van Tilburg.
      'sHeren schouwen van de Schijve te onderhouden naar oude gewoonte.
      Nog hiertoe aan Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens zijn schoonvader jaarlijks haar leven lang uit te reiken en te betalen deel in 2 mud rogge lijfpacht en in 6 karolus gulden lijfcijns en dat zij haar leven lang zal hebben en behouden haar woning in de uitkamer van het huis voors. en daartoe 2 roeden hof.
      Item zij zal hebben het vijfde deel van het fruit , dat er jaarlijks zal groeien in de oude boomgaard en dat ze zal mogen houden 2 hoenders.
      Item dat hij haar jaarlijks zal bezorgen 1600 turven en ook dat hij haar haar leven lang voor een vierde deel zal vrij houden van alle beden, loten en schoten en ander onraad, waar zij op gezet mocht worden, alles volgens haar brieven haar heden ten dage daarop verleend en gegeven.
      Welke pachten, cijns en andere kommer of last voornoemd Laureijs voors. zo zal betalen, onderhouden of volgen en geloofd heeft, alles als boven in de brief van Jan. Met voorwaarden hierbij ook als boven.
      Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 298 f 71r-72r

    Married:
    • 28 januari 1553:
      Hiertegen zullen Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens en Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar kinderen voornoemd hebben, houden en erfelijk bezitten, te weten Marie eerstgenoemd voor de ene helft en Marie de weduwe met haar kinderen voors. voor de andere helft, voor Marie laatstgenoemd tot recht van tochten en voor haar kinderen het erfrecht daarvan te blijven, een stuk erf in weide en akkerland gelegen met het huis, dat daar nu ter tijd op staat en door Gherit voors., toen hij leefde, daarop gezet zijnde, met het recht van de dijk, die daarnaast loopt, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd aan die Velthoven tussen:
      erfenis van Laureijs Jan Laureijs Eelkens voors.
      dat hiervan afgedeeld is een zijde
      de dijk voors. ander zijde
      de gemeijn straat en erfenis van Laureijs voors. een einde
      erfenis van de kinderen vn Henrick Peter Crillaerts ander einde.
      Nog een stuk erf in weide en akkerland liggende in de parochie en plaats voors. over de dijk voors. tussen:
      erfenis van Heijliger Jan Crillaerts een zijde
      erfenis van Peter Jan Martens ander zijde
      erfenis van Jan Jan Gherit Hermans voors. een einde
      de dijk voors. ander einde.
      Nog een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genamd in die Schijve bij de Dorenboom aldaar tussen:
      erfenis van Laureijs Jan Laureijs Eelkens voors.
      hier afgedeeld een zijde
      erfenis van Willem Meeus de Cremer ander zijde
      de voors. dijk een einde
      erfenis van de kinderen van Henrick Peter Crillaerts ander einde.
      Nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie en plaats laatst voors.omtrent de kerk aldaar tussen:
      erfenis van Willem Meeus de Cremer een zijde
      erfenis van Jan Jan Hermans, waar een gemeijne
      kerkweg op het einde dwars overgaat ander zijde en een einde
      de Rijtsche Kerckwech ander einde.
      Item zal de voors. Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens alsnog alleen hebben, houden en erfelijk bezitten het zesde deel in 65 stuivers jaarlijkse en erfelijke cijns, die men heft op Cornelis Gherit
      van Boerden en zijn goederen gelegen aan de Horevoirt volgens de breiven, die daarvan zijn, zoals ze zeiden.
      Op welke erfenissen met het huis en recht van de dijk allen voornoemd Jan en Laureijs, zwagers voors. vertegen hebben ten behoeve van Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens voors. voor de ene helft en ten behoeve van Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar kinderen voor de andere helft en nog ook die zelfden en met hen Marie weduwe voorschr. en Adriaen en Jan, momber en toeziener van haar onmondige kinderen voorschr., op het zesde deel van de 65 stuivers cijns voors. ten behoeve van Marie dochter van Jan Gherit Beijkens voorschr., samen en op alle schepenbrieven, die daarvan gewag maken etc. en op het recht etc. met overgeven en afgaan etc., gelovende elk in de naam als voor en zo het elk aangaat op hen en op al hun goederen, hebbende en verkrijgende etc. pro ut supra et moris est (zoals boven en gebruikelijk is) .
      Waaruit Marie en Marie met haar kinderen voornoemd samen zullen betalen:
      20 lopen rogge erfpacht in de maat van den Bosch en in den Bosch te leveren aan de Zusters
      van Orthen.
      Nog 5 lopen rogge erfpacht in een erfpacht van 30 lopen rogge aan de Bogaerden in den
      Bosch en in den Bosch met de maat aldaar te leveren.
      Nog 3 lopen rogge erfpacht in 14 lopen rogge erfpacht aan Jan Jan de Vet.
      lopen rogge erfpacht aan de rector van Sinte Katherina altaar in de kerk van Tilburg.
      Nog stuiver erfcijns aan de rector van Onze Lieve Vrouw altaar in het nieuwe koor in de
      kerk voors.
      Nog hiertoe de helft in 2 mud rogge lijfpacht en in 6 karolus gulden lijfcijns aan Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens voornoemd en haar Gheritke voors. te laten volgen haar leven lang het vijfde deel in het fruit, dat er jaarlijkse wassen zal in de boomgaard.
      Ook haar jaarlijks te bezorgen elk 1600 (turven) en ook dat elk haar voor een vierde deel zal vrijhouden van alle beden, loten en schoten en ander onraad, waar zij op gezet mocht worden, volgens haar brieven haar heden daarop verleend en gegeven.
      Nog hiertoe te laten wegen, die men van rechtswege moet laten wegen, en het hek hangende aan het voors. huis te onderhouden en ook 'sHeren schouwen van de Schijve en de waterlaat en ook de gewoonlijke paden te onderhouden naar oude gewoonte.
      Welke pachten, cijnsen en andere kommer en last Marie en Marie met haar kinderen voornoemd zullen betalen, onderhouden en laten volgen en voldoen hebben geloofd Marie en Marie voornoemd met haar momber als voor en voors. Adriaen en Jan als momber en toeziener van de onmondige kinderen van de laatstgenoemde Maire als schuldenaars super se et bona sua etc. die zo te betalen etc.
      Met voorwaarden hierbij, mocht er voor Marie en Marie met haar kinderen voors. op dit hun deel enige andere kommer etc. ut supra.
      Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 298 f 72r-v

      31 januari 1553:
      Kond zij eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen onderschreven Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens met haar voogd ter ener zijde en Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens ook met haar voogd en met haar Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens als momber en Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers als toeziener van Jan en Peter, gebroeders, Leenke en Corneliske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Gherit Jan Gherit Beijkens en Marie diens huisvrouw voornoemd, waar de momber en toeziener voors. voor instonden en geloofden, ter anderer zijde en ze hebben een erruil gemaakt als volgt:
      Zo zal Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar kinderen voornoemd hebben, houden en erfelijk bezitten de helft aan Marie dochter van Jan Gherit Beijkens toebehorende in een huis, hof, grond en erfenis daaraan in weide en akkerland liggende met het recht van de dijk daarnaast lopende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd die Velthoven tussen:
      erfenis van Laureijs Jan Laureijs Eelkens,
      daar tevoren van afgedeeld een zijde
      de voors. dijk ander zijde
      de gemeijn straat en de erfenis van Laureijs voors. een einde
      erfenis van de kinderen van Henrick Peter Crillaerts ander einde.
      Nog hiertoe de helft in een stuk erf in weide en akkerland gelegen in de parochie en plaats voors. over de dijk voors. tussen:
      erfenis van Heijliger Jan Crillaerts een zijde
      erfenis van Peter Jan Martens ander zijde
      erfenis van Jan Jan Gherit Hermans een einde
      de voors. dijk ander einde.
      Nog hiertoe de helft in een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in die Schijve bij de Dorenboom, het geheel tussen:
      erfenis van Laureijs Jan Laureijs Eelkens,
      hier tevoren van afgedeeld een zijde
      erfenis van Willem Meeus de Cremer ander zijde
      de voors. dijk een einde
      erfenis van de kinderen van Henrick Peter Crillaerts ander einde.
      Nog hiertoe de helft in een stuk land gelegen in de parochie en ter plaatse laatst voorschr. bij de kerk het geheel tussen:
      erfenis van Willem Meeus de Cremer een zijde
      erfenis van Jan Hermans waar een gemeijne
      akkerweg aan het einde dwars over gaat ander zijde en een einde
      de Rijtsche Kerckwech ander einde.
      Tot welk huis etc. en de andere percelen en stukken van erven voornoemd Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens en Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar kinderen samen toegekomen waren in een erfdeling gemaakt met Jan Jan Gherit Hermans en Laureijs Jan Laureijs Eelkens, hun zwagers, zoals uitvoeriger in deelbrieven van Tilburg begrepen is.
      Op welke helft van het huis etc., recht van dijk en op de helft van de andere percelen van erven voornoemd Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens voors. vertegen heeft ten behoeve van Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens, haar tot haar recht van tochten en aan haar kinderen, door wijlen Gherit voors. uit haar verwekt, het erfrecht daarvan te blijven, samen met de genoemde en alle andere brieven, in zoverre die dit aangaan, en met al het recht en ze heeft dit overgegeven en is afgegaan op de gebruikelijke manier, gelovende met haar voogd als schuldenares super se et bona sua etc. dit vertijen, overgeven en afgaan altijd vast en stendig te houden en in haar naam te doen etc. en alle kommer en calangies van harentwege daarop komende voor hen allemaal af te doen, behalve dat Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens voors. met haar kinderen uit de voors. helft moet betalen, onderhouden en voldoen de helft van alle kommer en last, aan haar Marie en Marie met haar kinderen voors. in de voors. deelbrieven benoemd en begroot, behalve dat Marie dochter van wijlen Jan Gheit Beijkens zelf zal geven en betalen haar vierde deel in de beden, loten en schoten, waar Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens, haar moeder, op gezet zal worden, zonder arglist.

      Hiertegen zal Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens voors. hebben, houden en erfelijk bezitten het vierde deel toebehorende aan Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar kinderen voors. in een jaarlijkse en erfelijke pacht van 4 lopen rogge in een erfpacht van 9 lopen rogge, die men jaarlijks heft op de erfgenamen en nakomelingen van wijlen Marten vanden Zandt en hun goederen gelegen te Tilburg in Oerle volgens de brieven, die daarvan zijn, en van welke 9 lopen rogge erfpacht voors. de andere 4 lopen rogge heft Jan Aert Smeijers, zoals ze zeide.
      Op welk vierde deel van de 4 lopen rogge erfpacht voorschr. Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens en met haar Adriaen en Jan, momber en toeziener voors. in de naam van de onmondige kinderen voors. vertegen hebben ten behoeve van Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens voornoemd, tesamen met en op de brieven, die daarvan gewag maken, in zoverre die dit aangaan, en op al het recht hen enigszins daarin toebehorende en ze hebben dat overgegeven etc. gelovende met haar momber en de voors. Adriaen en Jan in naam als voor super se et bona sua etc. dit vertijen, overgeven en afgaan altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden etc. en alle kommer en calangies daarop komende allemaal voor haar af te doen.

      Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar voogd en met haar Adriaen zoon van wijlen Gherit Jan Beijkens als momber en Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers als toeziener van Jan en Peter, gebroeders, Leenke en Corneliske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Gherit Jan Gherit Beijkens en Marie voors. in de naam van deze onmondige kinderen voors. gezamelijk op de goederen van Marie voors. en de momber en toeziener op verbintenis van de goederen van de onmondige kinderen voors., nu hebbende en nog later te verkrijgen, (hebben geloofd) te betalen aan Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens binnen een vierde jaar volgend op de dood van Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens 70 karolus gulden, 20 stuivers of die waarde in ander goed gevalueerd geld daarvoor te rekenen voor elke karolus gulden voors.
      Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 298 f 75v-76v