Stamboom Marijnissen

Family: Adriaen Plaschaart / Catelijntje Meeussen (F790)

m. Abt 1693


Family Information    |    Notes    |    All    |    PDF

  • Father | Male
    Adriaen Plaschaart

    Born     
    Died  Aft 1714   
    Buried     
    Married  Abt 1693   
    Type  Civil 
    Father   
    Mother   

    Mother | Female
    Catelijntje Meeussen

    Born  Abt 1662   
    Christened  12 Feb 1662  Schoondijke Find all individuals with events at this location
    Died  Bef 1702   
    Buried     
    Other Spouse  Jacob Marijssen | F791 (Civil) 
    Married  Abt 1682   
    Father  Jan Meeussen | F334 Group Sheet 
    Mother  Catelijntie Fockenoij | F334 Group Sheet 

    Child 1 | Male
    Maerten Plaschaart

    Born  Bef 1702   
    Died     
    Buried     

    Child 2 | Male
    Johannes Plaschaart

    Born     
    Died     
    Buried     
    Spouse  Jacomijntje van den Broecke | F82 (Civil) 
    Married  Between 1720 and 1721   
    Spouse  Apollonia Mascl?e | F3220 
    Married     

  • Notes 
    • Kerkeraadshandelingen Zuidzande 1659-1812:
      1-4-1696: Avondmaal afwezig o.a. Adr. Plassaert en vr.
      6-10-1697: Avondmaal afwezig o.a. Adriaen Plasschaert en vr.
      3-7-1700: consistorie: Ruzie tussen de vrouwen van Ad. Plasschaert en Jannes Verbruggen. Adriaen Plasschaert als potentiele diaken.
      2-4-1701: consistorie: diken Adr. Plasschaert afgeh.
      2-7-1702: Avondmaal afwezig o.a. Adriaen Plasschaert.
      6-4-1704: Avondmaal afwezig o.a. Ad. Plasschaert
      0-1-1723: Adriaan Platschaart att. naar St. Anna ter Muiden.

      Aankoop van een hofstede, 9 januari 1698
      Bron: Jannis Nuijtingh, notaris (Zuidzande), minuten van notari?ele akten, 1697-1712, transport Versprille aan Plasschaert (9 januari 1698); inv.nr. 940, Vrije van Sluis, toegang 7, Zeeuws Archief, Middelburg; digitale film 008732184, FamilySearch (https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QHV-V36W-S9G8-L?i=60&cat=408039 : geraadpleegd 6 december 2019), afb. 61-62.
      Samenvatting:
      9 januari 1609" Lieven Versprille, landtman in Cadzandt, die verklaarde te hebben verkocht aan Adriaen Plasschaert mede landtman in Cadsant een hofstede met gevolge vandien onder de parochie van Cadsandt int 23e begin van Zuijtande geseght den Oostburger, met den voors: hofstede sal volgen in Eijgendom huijs schuijr wagencot en verdere timmeragie, met al wat aert en nagelvast daer aen hoort, mitsgaders alle plantagie op het pachtlant vande hofstede staende, gereserveert eenige boomen staende aen den noort cant als oock de thuijnen heckens en heijningen den vercooper toegehoorende. Verders sal in pachte volgen met de hofstede den nomb. Van 63 roeden landt daer van de vercooper sal de pachtbrieven overleveren, de cooper sal int gebruijck van sijn gekochte hofstede comen meije aenstaende 1698. Vande andere landen sal hij int gebruijck comen nae het roen van den ougst. Den cooper sal moeten gedoogen dat den vercoopers beesten sullen op het hof mogen gaen om te gaen drijncken tot meije aenstaende 1698. Den vercooper sal tot sijnen profijte houden al het vierjarige waij vant hout sonder eenige verdere pretentie te mogen maken op den cap van eenigh hout hier van behoudens dat den cooper sal cappen het gewaij . de dreve. Oock sal den cooper gehouden wesen geode sorge te dragen dat sijne beesten geene schade comen te doen aen eenige vruchten of deselvesn eenige schade quamen te doen sal hij cooper deselve moeten vergoeden.
      Desen coope gemaeckt voor de somme van 308 pont 6 schellingen 8 grooten vlaems.

      6 augustus 1709:
      Bartholomeus Meurisse en Abraham Silion, als voogden van de wezen Cornelis en Anna Meurisse, voorts oud hoofdman Claes Faes over de gemeene erfgenamen van wijlen hoofdman Pieter Pauwels als gewezen voogd van de voors. wezen, permissie tot verkoping gekregen hebben van de vierschaar jegens Adriaan Plasschaert op 23-4-1708 tot recouvre van de voors. wezen haar penningen over moederlijke successie, openbaar hebben verkocht, en dienvolgend Adriaen Plasschaert en hun wezen te ontuiten en onterven aan sr Jacobus de Jonghe, van een hofstede in de prochie Cadzand, 23e begin van Zuidzande, geseyhdt den Oostburger; koopsom 125.6.8 pond vls. De tweede is een schuldbekentenis in Vrije790, verbanden f16, 2-3-1712, van Bartholomeus Meurisse, won. Groede, aan Abraham Gillon als wett. voogt van de nagelaten onmondige wezen van Cathelijnken Meeussen, over 77.13.11 pond vls, overt geen de comparant bij slot van rekening, overgebracht ter weeskamer v t vrije, 27-11-1711 schuldig is gebleven; onderpand een huis in Groede.
      Bron: E-mail Huib Plankeel d.d. 24-4-2000, Vrije787 (transportregisters Vrije), f68, 6-8-1709.

      2 maart 1712:
      Bartholomeus Meurisse, won. Groede, aan Abraham Gillon als wett. voogt van de nagelaten onmondige wezen van Cathelijnken Meeussen, over 77.13.11 pond vls, overt geen de comparant bij slot van rekening, overgebracht ter weeskamer v t vrije, 27-11-1711 schuldig is gebleven; onderpand een huis in Groede.
      Bron: E-mail Huib Plankeel d.d. 24-4-2000, Vrije790, verbanden f16, d.d. 2-3-1712

      Weesakte wezen van Adriaan Platschart en Catelijntje Meeussen, 22 december 1714
      Bron: Vrije van Sluis, weesakten 1711-1729, Platschart-Meeussen (22 december 1714); "Netherlands, Zeeland Province, Church Records, 1527-1907," digitale afbeeldingen, FamilySearch (https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QSQ-G9QJ-QCL4?i=51&cc=2036997&cat=406013 : geraadpleegd 6 december 2019), pad: Civil > Vrije van Sluis > Weesakten 1711-1729 > afb. 52-54.
      Samenvatting:
      Vrijdag 22 december 1714
      Request bij Abraham Gillon als wettelijke voogd van Jan en Maerten Plasschaert minderjarige weesen van Adriaen Plasschaerd en sijn overleden huijsvrou: Catelijntje Meeusen, mitsgaders als geweesen bijstaende voogt van Cornelis en Anna Meurisse (die alsnu bij competenden ouderdom van jaren haer selfs sijn gedegen) mede naergelaten kinderen van voorn. Catelijntje Meeusen tharen eersten huwelijke verweckt bij wt. Jacob Meurisse, te kennen gevende hoe dat de vier kinderen over hunne moederlijke successie te samen sijn verwewest 283 ponden 6 schellingen 10 groten vlaams, ten gevolge het sloth van staet van goede van de nalatenschap van hunne moeder hier ter weescamer gebragt 5 augustus 1702, van welke penningen Adriaen Plasschaert als gebleven weduwenaer en besitter ten sterfhuijs heeft blijven behonden onder tacite en speciael verband van sekere hofstede staende in Cadsant int 23 begin van Z: Zande gewest den Oostburger bij den selven Plasschaert ten boedel van der weesen moeder in prijsie aengenomen ter somme van 300 pounden Vlaams. Plasschaert cort daerne merlijke is afgegaen van goede en ten agteren geraekt, in soo verre dat lle desselfs goederen wegens eenige sijne crediteuren tot recouvre van haer ager wesen sijn gedaen vercoopen en alsoo uijt t geheel en al is geset alleenich overig houdende de voorn hofstede dewelke op 3 mei 1708 bij den stocke mede is vercogt, en het suijvre provenie daervan ter somme van 123 ponden 3 schellingen 4 groten door de als doe administrerende voogt van de voorn. Cornelis en Anna Maurisse ontfangen en haer in rekeningen verantwoord ter voldoeninge per reste haerder voornom. Moederlijke successie. Ende gemerkt de voors. weesen Jan en Maerten Plasschaert egael met deselve Cornelis en Anna Mourisse hebben regt van hypotheecq op de voorn. Hofstede en vervolgens gelijk regt van preferentie op t provenue der selve, te meer concurentie van hare voorn. Moederl: successie, te meer de wijl den meergem: Adriaen Plasschaert hunner vader geen goederen ter wereld hebbende, waernne sij deselve cunnen recouvreren. Derhalven keert den suppl. Hem tot uEd: oodmoedigh biddende der serlver goede geliefte sij, de voorn: Cornelis en Anna Maurisse te ordonneren en constringeren omme aende suppl: als voogd van gem: weesen Jan en Maerten Plasschaert, te restitueren en te betalen, de geregten helft van t provenue der voorn: vercogte hofstede, bij haer int geheel genooten en geprofijteert, en dat ter concurrentie soo verre strecken kan van hunne voorn. Moederlijke successie, met den intrest van den selve wederhelft sedert dat die bij uhn is genoten tot der tijd de selve aen suppl. Sullen werden opgelegt.