Notes |
- 13 maart 1436:
Willem Jan Willemsz. en Peter Jannesz. van Overa, schepenen in de Hage, oorkonden dat Heylwych Hermen Sevendr., de vrouw van Wouter van Wisschel, erkent verkocht te hebben aan Kerstine Henrick Mertensdr. de erfpacht groot 8 lopen rogge vermeld in de akte dd. 1398-01-20 (REGB073) waardoor deze gestoken is
Bron: Regestenlijst archief Begijnhof Breda regest nr. REGB122, URL: http://stadsarchief.breda.nl/collecties/obit/REGBEG.HTML
Oorspronkelijk document: inv.nr. IAB584.
17 oktober 1440:
Peter de Lathouwer gaf over aan zijn broers Claus en Geerd de Lathouwer eenerfelijke rente van 14 mud rogge op de goederen van Peter van Overacker te Rijsbergen,over, die Claus de Lathouwer, zijn vader, hem gegeven had krachtens zijn huwelijksevoorwaarden. Claus en Geerd de Lathouwer bekennen volledig voldaan te zijn door hun broer Peter van de gehele nalatensch ap
van hun ouders Claus de Lathouwer en Mechtilde Lodders.
Bron: Zeeuws kwartierstatenboek: Kwartierstaat van Iris en Erik Neuteboom
24 juli 1442:
Peter Jannesz. van Overa en Willem Jan Willemsz., schepenen in de Hage, oorkonden dat Willem Herman Kantsz. erkent verkocht te hebben aan joncfr. Mergriet Petersdr.van den Vuchtschoot een erfpacht groot een zester rogge, te leveren in Breda op Maria Lichtmis en gaande uit twee stukken land gelegen in Huyfacker
Oorspr. (IAB583) met nog slechts een fragment van het tweede zegel in groene was
Juten nr.: JC108
Bron: Regestenlijst archief Begijnhof Breda regest nr. REGB130,URL: http://stadsarchief.breda.nl/collecties/obit/REGBEG.HTML
|