Notes |
- 15 juni 1559:
Lucas zoon van wijlen Frans Aerdts als man en momber van Cornelia suae uxoris (zijn huisvrouw), dochter van wijlen Laureijs Korstiaens, door deze Laureijs en uit Margriet zijn huisvrouw, dochter van wijlen Henrick Gherits, daarvoor huisvrouw en weduwe van Elen Jan Sijmons, verwekt voor de ene helft en Laureijs Jan Laureijs Eelkens als man en momber van Jenneke suae uxoris (zijn huisvrouw), dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens, voor hemzelf en Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens als momber en Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers als toeziener van Jan en Peter, gebroeders, Leenke en Corneliske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Gherit Jan Gherit Beijkens, waar de moeder van was Marie dochter van wijlen Wouter Willem Zegers voorschreven, daar Adriaen en Jan als momber en toeziener voor instonden en gelofte deden en Anthonis Jan Gherit Hermans als momber en de voornoemde Laureijs Jan Laureijs Eelkens als toeziener van Jan en Korstiaen, gebroeders, en Gheritke hun zuster, onmondige kinderen van wijlen Jan Jan Gherit Hermans vs, waar moeder van was Barbara dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens voors, daar Anthonis en Laureijs voors ook als momber en toeziener voor instonden en gelofte deden voor de andere helft, allen als erfgenamen ter ener en andere zijde van wijlen Gheritke overleden zoon van wijlen Jan zoon van wijlen Elen Jan Sijmons voornoemd en van wijlen Marie suae uxoris (zijn huisvrouw), dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens ook voornoemd legitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Anthonis zoon van wijlen Jan Adriaen Smolders ten behoeve van Joest zoon van wijlen Willem Joest de Beer zijn zwager, simul cum dictis literis et jure (samen met de genoemde brieven en het recht) etc, met afgaan en vertijen etc, een huis, hof, schuur met de grond en toebehoren en de erfenis daaraan liggende en daartoe behorende en dat hen in de naam als voor verstorven is, groot ca. acht lopensaet en zeventien roeden min een vierde roede, gelegen in de parochie van Tilborch ad locum dictum (ter plaatse genaamd) die Cleijn Hasselt bij het Huijs des Heren van Tilborch, aldaar tussen:
erfenis van Geertruijt weduwe van Willem Willem Mutsaerts
met haar kinderen een zijde
en waar een waterlaat tussendoor loopt ook aan een einde
erfenis van de kinderen van wijlen Gherit de Bont ander zijde
de gemeijn straat ander einde,
welk huis, hof, schuur met de grond etc Jan zoon van wijlen Elen Jan Sijmons gekocht en verkregen had van Marie weduwe van Claes Henrick Smolders en van Henrick zoon van wijlen Gherit Henrick Smolders en Jan zoon van wijlen Henrick Leijten als toezieners van de onvolwassen en onmondige kinderen van wijlen Claes Henrick Smolders en van Marie zijn huisvrouw voors, zoals dat in schepenbrieven van Tilborch, de dato de 24e mei anno 1556 laatstleden daarop gemaakt meer volkomen is begrepen.
De diverse verkopers bovengenoemd hebben beloofd elk in de kwalificatie als voor, te weten de voors Lucas voor de ene helft als principaal schuldenaar super se et bona sua (voor zich en zijn goederen) en de voors Laureijs met de zijnen voor de andere helft op verbintenis van de goederen van diegenen, waar ieder voor spreekt, dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden etc en alle kommer en calangies elk van zijnentwege en vanwege de voors wijlen Jan Elen Jan Sijmons en vanwege al zijn nakomelingen daarop komende allemaal af te doen, waaruit echter Joest voors moet gelden de pacht, cijns en kommer in de voors brief begrepen en benoemd.
Datum de 15e juni, schepenen Meijnaerts en Ghierl.
Bekend zij aan eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Lucas zoon van wijlen Frans Aerdts als man en momber van Cornelia suae uxoris (zijn huisvrouw) dochter van wijlen Laureijs Korstkens, waar moeder van was Margriet dochter van wijlen Henrick Gherit eerder huisvrouw van wijlen Elen Jan Sijmons haar eerste man, aan de ene zijde, en Laureijs Jan Laureijs Eelkens als man en momber van Jenneke suae uxoris (zijn huisvrouw), dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens, voor henzelf en Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens als momber en Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers als toeziener van Jan en Peter, gebroeders, Leenke en Corneliske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Gherit Jan Gherit Beijkens waar moeder van is Marie dochter van wijlen Wouter Willem Zegers voors, daar Adriaen en Jan voors als momber en toeziener voor instonden en gelofte deden, en Anthonis Jan Gherit Hermans als momber en de voornoemde Laureijs Jan Laureijs Eelkens als toeziener van Jan en Korstiaen, gebroeders en Gheritke hun zuster, onmondige kinderen van wijlen Jan Jan Gherit Hermans voors, waar moeder van was Barbara dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens voors, waar Anthonis en Laureijs voors ook voor instonden en gelofte deden aan de andere zijde en ze hebben van zekere penningen tot rente of ander behoorlijke wasdom onder diverse personen uitstaande, zoals die toebehoorden bij zijn leven aan Jan zoon van wijlen Elen Jan Sijmons en Marie zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens al vaak voornoemd en van Gheritke de overleden zoon van de voors Jan en Marie, welke aan de deelslieden van de ene en de andere zijde voornoemd aangekomen en verstorven zijn zoals zij zeiden, een zekere deling en scheiding gedaan en gemaakt zoals hierna volgt:
tengevolge hiervan zijn aan de voors Lucas ten deel gevallen alzulke vijftig karolus gulden, die onder zich heeft gehad Cornelis Willem Leijten en nu zijn nakomelingen; alzulke vier en vijftig karolus gulden, die onder zich heeft Marie de weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens voornoemd; nog alzulke een en twintig karolus gulden, die onder zich heeft Heijliger Jan Crillaerts en nog alzulke twee en dertig karolus gulden, die onder zich heeft Joest Willems.
Daarentegen zijn aan de voors Laureijs met de zijnen voornoemd ten deel gevallen alzulke vijf en twintig karolus gulden, die onder zich heeft Willem Gherit Zibben; nog alzulke vijf en twintig karolus gulden, die onder zich heeft Dingen weduwe van Gherit Henrick Beijkens; nog alzulke twee en zestig karolus gulden die onder zich heeft Denijs Adriaen Mutsaerts; nog alzulke twaalf karolus gulden, die onder zich hebben de kinderen van wijlen Jan Jan Gherit Hermans voornoemd en nog alzulke vier en dertig karolus gulden, die onder zich heeft Joest Willems ut dicebant (zoals ze zeiden.
De partijen ter ener en ander zijden boven genoemd hebben volkomen vertegen op elkaars deel op de manier hierin gewoonte wezende, samen en op alle bescheiden, brieven en andere voorwaarden, die daarvan zijn of benoemd zullen worden, overgevende en afgaande zoals dat behoort, belovende deze deling en scheiding en ook dit vertijen, overgeven en afgaan voors altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden zonder enig wederzeggen en alle kommer an calangies van zijnentwege daarop komende allemaal af te doen.
Derhalve is als conditie en voorwaarde gesteld in deze dat als de partijen ter ener of ander zijde van enige der voornoemde penningen met de behoorlijkheden daartoe staande in het geheel of in delen ontwaard of gefrustreerd zou worden, dat zij van beide zijden elkaar zullen helpen dragen en betalen wat ze van beide zijden aan elkaar beloofd hebben, daarvoor en voor alles wat voorschreven staat verbindende hun personen en al hun goederen van degenen, die voor henzelf spreken en die in de hoedanigheid van momber en toeziener spreken verbinden daarvoor de goederen dergenen waar elk van hen voor spreekt en dat over alle hebbende en nog later te verkrijgen, alles zonder arglist.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als boven).
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R305 f 15r-16v
|