| Notes |
- 3 januari 1541:
Heijlwich weduwe van Dani?el Peter Hermans, dochter van Jan Michiel Roelofs draagt over aan haar wettige kinderen al haar tocht en recht van tochtenwege dat ze bezat na de dood van haar man Dani?el in 1/3 deel van een beemd, gelegen te Tilburg in die Sporckt, de hele beemd tussen:
Weduwe van Wouter Willem Zegers een zijde
Aert Veramelvoert ander zijde
Jacop Cornelis Heijmericks een einde
kinderen van wijlen Peter Hermans ander einde
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 287 fol. 36v
9 februari 1563 n.st.:
Bekend zij aan eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven, Peter, Adriaen, Jan en Michiel, gebroeders, zonen van wijlen Dani?el Peter Hermans, die de voors Dani?el verwekt en verkregen had bij en uit wijlen Heijlwich zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan Michiel Roeloffs aan de ene zijde en Cornelis zoon van wijlen Ghijsbrecht Cornelis Vels en Claes zoon van wijlen Dionijs vanden Pass als door de heer aangestelde momber en toeziener van Laureijs en Adriaen, gebroeders, onmondige en minderjarige kinderen van wijlen Jan zoon van wijlen Cornelis Vels voornoemd, door deze Jan en uit wijlen Eva zijn huisvrouw, dochter van wijlen Claes Stevens samen verwekt en verkregen, daar de momber en toeziener voors voor instonden en gelofte deden, en ze maakten bekend hou zij onder elkaar van zekere losrenten, uitstaande penningen en ook van zekere erfgoederen die hun aangekomen en verstorven waren van Cornelis hun halfbroer van het middelste [tweede] huwelijk als zoon van wijlen Jan Cornelis Vels en van Heijlwich zijn huisvrouw voornoemd, een zekere scheiding en deling gedaan en gemaakt zoals hierna volgt.
Tengevolge hiervan zulen de voors Peter, Adriaen, Jan en Michiel, gebroeders, van het voorbed (eerste huwelijk) samen hebben, houden en erfelijk bezitten de helft onbedeeld in een stuk beemd, de gehele beemd groot ongeveer 7 lopensaet, gelegen in de parochie van Ghils onder het land van Breda genaamd aenden Elsbeempt, aldaar tussen:
erfenis van Gerit Jan Veldekens een zijde
erfenis van Reijner Jan sGroten ander zijde
erfenis van Jan Dionijs Crillairts een einde
de lopende stroom genaamd de Donge ander einde;
nog een jaarlijkse lospacht van 10 lopen rogge zoals destijds Adriaen Sijmon van Son aan Goiairt Jan Michiels als momber van de voors wijlen Cornelis van het middelste bed [middelse huwelijk] beloofd had, ter kwijting staande met 32 karolus gulden, nog een jaarlijkse loscijns van 45 stuivers, zoals Adriaen Jan Peter Gijben destijds beloofd heeft, ter kwijting staan de met 37 karolus gulden en daartoe nog een loscijns van 2 karolus gulden, die destijds Jan Wijt Joosten beloofd heeft, te los staande met 32 karolus gulden, alles naar inhoud van de schriftelijke bescheiden die daarvan zijn.
Hiertegen zullen de voors momber en toeziener van Laureijs en Adriaen voors ten behoeve van deze kinderen hebben, houden en voor hun deel bezitten de andere helft van het stuk beemd in de parochie van Ghils voornoemd en daartoe nog een jaarlijske loscijns van drie Carolus gulden en een stoter die men heft en beurt van Jan Cornelis Wouters en zijn gronden gelegen onder Tilborch, ter kwijting staande met vijftig laorolus gulden, alles naar inhoud van zekere schriftelijk bescheiden, die daarvan zijn zoals ze zeiden.
De deelslieden voornoemd in de naam en kwaliteit als voor hebben op elkaars deel vertegen, met overgeven en afgaan zoals in deze de gewoonte is, belovende deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan voors altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te laten houden zonder enig wederzeggen en ieder alle kommer en calangie van zijnentwege daarop komende allemaal voor elkaar af te doen, met conditie en voorwaarden hierbij, als er voor de voornoemde deelslieden op hun deel rechtens enige kommer of last zou komen hun hier niet benoemd of dat men daarvan ontwaard zou worden, dat zij deelsieden voornoemd die kommer en waardevermindering voors elkaar zullen helpen dragen en betalen, wat zij elkaar, de vier gebroeders op henzelf en op al hun goederen en de voors momber en toeziener onder de verbintenis van de goederen van de onmondige kinderen, hebbende en verkrijgende zo ook beloofd hebben. Derhalve zullen zij de cijns op de voors beempt staande jaarlijks betalen, elk de helft, zoals men die schuldig is en behoort te betalen zonder arglist.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).
Duplicatur una pro quattuor fratribus, solverunt 15 st. alia pro impuberibus, solverunt 7 stuivers (er moet een copie gemaakt worden voor de vier gebroeders, ze hebben betaald 15 stuivers, en een andere voor de onmondigen, ze hebben betaald 7 stuivers).
Bron: RHC Tilburg, algemeen protocol rechterlijk archief, R 308 f. 68r-v
|
Stamboom Marijnissen
