Notes |
- 1325 juni 20 afschrift
Schepenen van Tongerlo oorkonden dat Johannes van den Broek (de Palude) aan de zaakvoerder van de abdij Tongerlo heeft overgedragen goederen te Tongerlo, die hij pachtte van Heilwig en Inghelberg van Tilburg, begijnen te Diest. Arnoldus dictus Berthout de Tilborch.
Bron: zie onder, regest 645
1327 november 29 Abdij Tongerlo, charters 459
Schepenen van Oisterwijk oorkonden dat Johannes van Oyen verkocht heeft aan Arnoldus dicto Berthout de Westilborgh ten behoeve van diens zusters Heilwigis en Enghelbergis een derde part van een goed gelegen te Ravels, afkomstig van domicella Elisabeth, predicti Johannis amita.
Datum anno Domini MoCCCo vicesimo septimo, dominica ante festum beati Andree apostoli. Nos Johannes de Ele en Paulus Bruere, scabini in Oesterwijc
Bron: zie onder, regest 677
1331 februari 7
Genoemd worden Hubrecht, abt van Tongerlo, zijn broer Arnoldus Berthout van Tilborch en Jan Ingramme van Oesterwijc.
Bron: zie onder, regest 730
1331 november 11
Schepenen van Waalwijk oorkonden dat Diederik Denghe van Waalwijk heeft overgedragen aan Ard tiemen heyt Bertoud Back van Westilborch een jaarlijkse erfcijns van 40 zwarte schellingen op een hofstad.
Ghegheven op sente Merttens dach die gheleghen is in den winter, doemen screef int jaer ons sHeren dusent drie hondert ende enenderttech.
Bron: zie onder, regest 745, waarin die aantekent (zonder dat het in de akte staat) te innen op een woning te West-Tilburg
1347 oktober 2 Tongerlo, charters 620
Arnold genaamd Berthout Bac de Westtilborch heeft verpacht aan zijn zuster Gudule een huis met bijhorigheden gelegen te Oisterwijk naast een huis van wijlen Beerte de Woude, dat hij kocht van Jan Vannyn.
anno Domini MmoCCCmo quadragesimo septimo, feria tercia post Remigii confessoris; Paulus Bruwere en Arnoldus Walravene, schepenen van Oisterwijk.
Bron: zie onder, regest 909
Bron: Oorkonden Middel-Brabant, URL: http://rhc.tilburg.nl/studiezaal/naderetoegangen/midbrab/midbrab1325.htm, uit: M. Erens, De oorkonden der Abdij Tongerloo, II, Tongerlo 1950, III, Tongerlo 1952, met H. Koyen, IV, Tongerlo 1958, H. Koyen, V, manuscript z.p, z.j.
|