Notes |
- 14 december 1554:
Steven zoon van wijlen Goijaert Verschueren als man en momber van Engel, Jan Jan Sijmons de jonge als man en momber van Lijsbet, Henrick Cornelis Gherit Smolders als man en momber van Mathijske en Jan Wouter Jans als man en momber van Emke, allen dochters van wijlen Willem van Gorp, elk voor een achtste deel en Henrick zoon van wijlen Gherit Smolders als wettelijke en door de Heer aangestelde momber van Jan, Willem en Marten, gebroeders, Lijsbet, Ariaenke, Anneke, Marike en Lijsbet, gezusters, onmondige kinderen van Cornelis zoon van wijlen Gherit Smolders door deze Cornelis en uit wijlen Jenneke zijn vrouw dochter van wijlen Willem van Gorp samen verwekt, waar Henrick voors. voor instond en geloofde, ook voor een achtste deel, en nog Adriaen zoon van wijlen Denijs Mutsaerts als door de Heer en de wet gezette en aangestelde voogd van de onvolwassen kinderen van wijlen Jan Aert Jacops bij name van Aert en Adriaen, gebroeders, Heijlwich, Willemke, Vijver, Anneke, Huijbertke en Peterke, gezusters, welke kinderen deze wijlen Jan Aert Jacops verwekt en verkregen had bij Cornelia zijn vrouw dochter van wijlen Willem van Gorp, waar Adriaen voors. ook voor instond en geloofde, ook voor een achtste deel hen toebehorende in 1 mud rogge jaarlijkse en erfelijke pacht elk jaar te betalen op de hoogtij van kerstmis uit een zesde deel van een huis en hof met degrond en toebehoren van de erfenis in zoverre als Jan zoon van wijlen Marten Peter Gherits eertijds daarin gerechtigd is geweest, gelegen in de parochie van Tilburg in een stede genaamd de Bochamer, welk mud rogge erfpacht voors. Jan zoon van wijlen Marten Peter Gherits als schuldenaar geloofd en gevest had aan Geertruijt dochter van Willem Mutsaerts ten behoeve van haar en ten behoeve van Marten natuurlijke zoon van deze Jan en Geertruijt voors. en welk mud rogge erfpacht voors. Willem zoon van wijlen Mathijs van Gorp gekocht en verkregen had van Jan zoon van wijlen Mathijs van Gorp zijn broer en van Adriaen Jan Peter Ghijben als man en momber van Elijsabet dochter van wijlen Mathijs voors. eensdeels en wat hem deels aangekomen en verstorven was van wijlen Mathijs zijn vader en de voors. Mathijs had dat mud rogge erfpacht gekocht en verkregen van Geertruijt dochter van Willem Mutsaerts en van Marten natuurlijk zoon van Jan Marten Peter Gherits voornoemd, op welk mud rogge erfpacht voors. Willem zoon van wijlen Mathijs van Gorp als gemachtigde van Geertruijt zijn moeder een wettige konde en waarheid beleid heeft gehad, zoals dat altesamen in verscheidene schepenbrieven van Tilburg daarop gemaakt, meer volkomen is begrepen; bovenstaande verkopers hebben dit wettelijk en erfelijk verkocht aan Jan zoon van wijlen Willem van Gorp samen met de genoemde brieven in zoverre die dat aangaan en met al het recht, met afgaan en vertijen.
De voornoemde verkopers hebben geloofd elk in de naam als voor als schuldenaars op zich en op al hun goederen, hebbende en verkrijgende, dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangies van hunnentwege, vanwege hun huisvrouwen en ook vanwege de onmondige kinderen en hun ouders daarop komende elk tot zijn achtste deel voorschr. toe allemaal voor hem af te doen.
Item hierbij staande de voornoemde Cornelis zoon van wijlen Gherit Smolders weduwnaar van Jenneke zijn huisvrouw voornoemd en Cornelia weduwe van Jan Aert Jacops ook voornoemd met haar voogd hebben elk op tocht en het recht, dat elk had in dat mud rogge erfpacht voors., vertegen ten behoeve van hun kinderen voornoemd, gelovende dit vertijen altijd vast en stendig te houden en van tochtenwege daarop nooit meer aanspraak te maken met geen ankel recht, zonder arglist.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 300 fol 30v-31v
|