Stamboom Marijnissen

Margriet Hendrick Gerit Beijkens

Female - Bef 1553


Personal Information    |    All    |    PDF

  • Name Margriet Hendrick Gerit Beijkens 
    Gender Female 
    Died Bef 1553 
    Person ID I5465  Voorouders van Els Marijnissen
    Last Modified 12 Jun 2003 

    Father Hendrick Gerit van Boerden 
    Mother Mechteld Jacob Aert van den Brekel 
    Married Bef 1511 
    Notes 
    • 17 maart 1550:
      Marcelis zoon van wijlen Ghijsbrecht Wijten als man van Margriet met Aert zoon van wijlen Gherit van Oeckel als man van Engelberen, dochters van Henrick zoon van wijlen Gherit Beijkens, welke kinderen Henrick voors. verwekt had bij wijlen Mechteld zijn eerste vrouw, dochter van wijlen Jacop vanden Brekel, hebben wettelijk en erfelijk afgezien van 1 mud rogge erfpacht en 2 mud rogge erfpacht, die na de dood van Henrick zoon van wijlen Gherit Beijkens, hun schoonvader, hun jaarlijks en elk tot zijn deel toe vervallen en verstorven zouden zijn op de goederen van Henrick voornoemd en op de goederen van wijlen Elen Embrecht Eelkens, welke pachten voors. te los stonden elk mut tegen 32 Peters, elke Peter voors. tot 20 stuivers gerekend volgens de losbrief, die daarvan is en verder op het recht, deel, actie en toezeggen, dat de voornoemde Marcelis en Aert in naam van hun huisvrouwen voornoemd zouden mogen toebehoren op de goederen en erfenissen van Henrick en van wijlen Mechteld voornoemd en ook op de goederen en erfenissen van wijlen Elen Embrecht Eelkens ook voornoemd, deze goederen en erfenissen altesamen gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd op de Cauwenbergh, zoals ze zeiden, ten behoeve van Henrick hun schoonvader voors. en de kinderen uit zijn tweede huwelijk, die hij verwekt en verkregen had bij wijlen Lijsbet zijn tweede vrouw dochter van wijlen Embrecht Eelkens, samen met de brieven en recht, met overgeven en afgaan zoals dat gewoonte en recht is.
      De voors. Marcelis en Aert hebben geloofd super se et bona sua etc. dit vertijen, overgeven en afgaan altijd vast en stendig te houden etc. en nooit maar naar de voors. pachten, goederen noch erfenissen te talen noch te doen talen met geen enkel recht, geestelijk of wereldlijk, en alle kommer en calangies van hunnentewege en vanwege hun huisvrouwen voors. daarop komende allemaal af te doen.
      Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 295 f 53v-54r

      23 februari 1551:
      Anthonis, Ghijsbrecht en Adriaen, gebroeders, zonen vn wijlen Gherit zoon van Henrick Gherit Beij kens, voor henzelf en ook voor Vijver hun zuster, dochter van wijlen Gherit voors., waar zij zich sterk voor maakten en geloofden, in bijzijn en tegenwoordigheid echter van deze Vijver voors. en tot het geen hierna volgt, zover in haar ws, volkomen toestemming en macht gevende, hebben wettelijk en erfelijk vertegen ten behoeve van Henrick hun grootvader voornoemd en van zijn nakinderen, bij name van Laureijs en Peter, gebroeders, zonen van wijlen Wijtman Joest Lenaerts als mannen en mombers van Ariaena, huisvrouw van Laureijs voors., en van IJke, huisvrouw van Peter voors., die de voors. Henrick verwekt en verkregen had bij wijlen Lijsbet zijn tweede huisvrouw, dochter van wijlen Em brecht Eelkens, samen met alle brieven en het recht, op 1 mud rogge erfpacht in 2 mud rogge erf pacht, die na de dood van Henrick zoon van wijlen Gherit Beijkens voornoemd, hun grootvader, hen jaarlijks elk tot zijn deel vervallen en verstorven zouden zijn geweest op de goederen van Henrick voornoemd en op de goederen van wijlen Elen Embrecht Eelkens, welke pachten voors. te los ston den elk mud tegen 32 Peters, 19 stuivers voor de Peter gerekend, volgens de losbrief die daarvan is.
      En verder op al het recht, gedeelte, actie en toezeggen als deze kinderen van wijlen Gherit zoon van Henrick Gherit Beijkens voornoemd zouden mogen competeren en toebehoren op de goederen en er fenissen van Henrick hun grootvader voors. en van wijlen Mechteld zijn vrouw toen ze leefde, dochter van wijlen Jacop van den Brekel, hun grootmoeder, en ook op de goederen en erfenissen van wijlen Elen Embrecht Eelkens ook voornoemd, deze goederen en erfenissen voor aangeroerd altesamen gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd op de Cauwenbergh zoals ze zeiden en ze hebben deze overgegeven en opgedragen met afgaan op de manier die daartoe gebruikelijk is, ge lovende als schuldenaars in de naam als voor super se et bona sua etc. dit vertijen, overgeven, op dragen en afgaan altijd vast en stendig te houden etc. en nooit meer naar de voors. erfpachten, goe deren noch erfenissen te talen noch te doen talen met geen enkel recht, geestelijk etc. , en alle kom mer en calangies van hunnentwege en vanwege wijlen Gherit hun vader voors. daarop komend alle maal af te doen.

      Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens als man van Marie dochter van wijlen Jan Sijmons voor 1/5 deel, Adam zoon van wijlen Cornelis Jan Sijmons, voor hemzelf en ook voor Jan zoon van wijlen Dierck van Lieshout als man van Heijlwig dochter van wijlen Cornelis Jan Sijmons voors., waar hij Adam voors. door kracht van opdracht, ten anderen tijde daarvan ontvangen, zich sterk voor maakte en geloofd heeft, en Jan zoon van wijlen Jan Zomers als momber en Adam voors. als toeziener van Kathelijn onmondige dochter van Jan Cornelis Vannis, die hij verwekt en verkregen had bij wijlen Cor nelia zijn vrouw dochter van wijlen Cornelis Jan Sijmons voornoemd, waar de momber en toeziener voors. voor instonden en geloofd hebben, ook voor 1/5 deel, en Jan zoon van wijlen Elen Jan Sijmons ook nog voor 1/5 deel, hen toebehorende in een huis, hof, schuur met de grond en erfenis daaraan lig gende en daartoe behorende in alle grootte etc. in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd aan
      het Creijenven het gehele huis etc. voors. tussen:
      erfenis van Jan zoon van wijlen Jan Sijmons een zijde
      erfenis van Peter zoon van Gherit Jan Maes Ghenen ander zijde
      erfenis van Goijaert Marten Jan Ghenen en Peter zoon
      van wijlen Gherit Jan Maes Ghenen voors. een einde
      die gemeijn straat ander einde,
      zoals ze zeiden.
      (Personen voornoemd) hebben dit wetelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Jan zoon van wij len Jan Sijmons met afgaan en vertijen.
      Adriaen, Adam, Jan en Jan, verkopers voornoemd, elk in de naam als voor en zoals elk van hen voor geloofd heeft, hebben geloofd als schuldenaars super se et bona sua etc. elk zijn 1/5 deel in de voors. huis etc. te waren zoals gebruikelijk, behalve dat Jan koper voors. uit het gehele huis etc. moet beta len ca braspenning erfgrondcijns aan de Heer van Tilburg op Sint Stevens dag en daartoe 8 pennin gen erfcijns aan de Heilige Geest van Tilburg, gelovende verder verkopers voors. in de naam en op verbintenis als voor dit verkopen, overgeven, opdragen afgaan en vertijen altijd vast en stendig etc. en alle kommer en calangies meer daarop komende elk tot zijn deel allemaal af te doen
      Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 296 fol. 70r-v
    Family ID F1625  Group Sheet  |  Family Chart

    Family Marcelis Gijsbert Wijten,   d. Aft 1553 
    Married Bef 1537 
    Type: Civil 
    Notes 
    • 28 februari 1537:
      Gherit Henrick van Boerden,
      Marcelis Ghijsbrecht Wijthen als man van Margriet van Boerden
      Aert Gherit van Vechel als man van Engelen Henrick van Boerden (alias Beijkens) hebben
      vertegen aan Aert en Ariaen, zonen van Henrick Gherit van Boerden (alias Beijkens en
      van Mechteld dochter van den Brekel) een erfpacht van 3 mud rogge jaarlijks uit huis en
      hof, groot 16 bunder, gelegen te Tilburg op de Cauwenberch.
      Henrick Gherit van Boerden (alias Beijkens) gehuwd met Mechteld Jacop van den Brekel had
      op 1-12-1511 geloofd en gevest deze 3 mud roggeerfpacht te erce te geven aan:
      Gherit Henrick van Boerden
      Engelken diens zuster
      Marcelis Ghijsbrecht Wijthen als man van Margriet Henrick van Boerden.
      Aert en Ariaen, kinderen van Henrick van Boerden.
      Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 283 f 48r

      7 maart 1553:
      Marcelis zoon van wijlen Ghijsbrecht Wijten, weduwnaar van Margriet dochter van Henrick Gherit Beijkens, heeft overgegeven aan Willem en Adriaen, gebroeders, zijn zonen, Ghijsbrecht natuurlijk zoon van Jan van Ghierl als man en momber van Katherina, Willem zoon van Willem Willem Verschueren als man en momber van IJke, Jan Jan Willem Verschueren als man en momber van Ghijsberta, dochters van Marcelis en wijlen Margriet voornoemd, en aan Peter en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Peter Gherit Reijnen als vader en om, mombers en regeerders van Peterke minderjarige dochter van Peter zoon van wijlen Peter Gherit Reijnen voornoemd, door deze Peter verwekt uit wijlen Mechteld diens vrouw, dochter van Marcelis en wijlen Margriet voornoemd, ten behoeve van dit Peterke voors., met afgaan en vertijen, zijn tocht en recht van tochtenwege, wat hij bezat door en na de dood van Margriet zijn huisvrouw voornoemd in alle erfelijke goederen gelegen mogen zijn en in de naam van zijn huisvrouw bevonden zullen mogen worden het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge, niets daarin uitgezonderd, zoals hij zeide.
      De voornoemde Marcelis heeft geloofd als schuldenaar super se et bona sua etc. dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig te houden en van tochtenwege daar nooit meer aanspraak op te maken of te doen maken en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal etc., behalve dat aan hem Marcelis voors. daaruit en op te behouden zijn leven lang durende datgene, wat hem zijn kinderen en schoonzoons en mombers voornoemd geloofd is volgens een schepenbrief, die daarvan is.

      Marcelis zoon van wijlen Ghijsbrecht Wijten, weduwnaar van Margriet dochter van Henrick Gherit Beijkens, heeft overgegeven aan Willem en Adriaen, gebroeders, zijn zonen, Ghijsbrecht natuurlijk zoon van Jan van Ghierl als man en momber van Katherina, Willem zoon van Willem Willem Verschueren als man en momber van IJke, Jan Jan Willem Verschueren als man en momber van Ghijsberta, dochters van Marcelis en wijlen Margriet voornoemd, en aan Peter en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Peter Gherit Reijnen als vader en om, mombers en regeerders van Peterke minderjarige dochter van Peter zoon van wijlen Peter Gherit Reijnen voornoemd, door deze Peter verwekt uit wijlen Mechteld diens vrouw, dochter van Marcelis en wijlen Margriet voornoemd, ten behoeve van dit Peterke voors., met afgaan en vertijen, zijn tocht en recht van tochtenwege, wat hij bezat door en na de dood van Margriet zijn huisvrouw voornoemd in alle erfelijke goederen gelegen mogen zijn en in de naam van zijn huisvrouw bevonden zullen mogen worden het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge, niets daarin uitgezonderd, zoals hij zeide.
      De voornoemde Marcelis heeft geloofd als schuldenaar super se et bona sua etc. dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig te houden en van tochtenwege daar nooit meer aanspraak op te maken of te doen maken en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal etc., behalve dat aan hem Marcelis voors. daaruit en op te behouden zijn leven lang durende datgene, wat hem zijn kinderen en schoonzoons en mombers voornoemd geloofd is volgens een schepenbrief, die daarvan is.
      Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R298 f 104r-v
    Children 
     1. Ijken Marcelis Gijsbert Haermans
     2. Willem Wijten
     3. Adriaen Wijten
     4. Katherina Wijten
     5. Ghijsberta Wijten
     6. Mechteld Wijten
    Last Modified 12 Jun 2003 
    Family ID F1624  Group Sheet  |  Family Chart