Notes |
- 19 mei 1540:
Jan zoon van wijlen Willem Berijs als man van Elijsabet dochter van wijlen Willem Laureijs Ansems bekent schuldig te zijn aan Wouter zoon van wijlen Willem Wouter Baeijens een jaarlijkse en erfelijke cijns van 22 stuivers uit een stuk land, groot 8 lopensaet genaamd de Malcker, gelegen te Tilburg in Broeckhoven tussen:
Reijner Gherit Reijen een zijde
Jonkvrouwen van de Coulsteren ander zijde
Jonkvrouwen van de Coulsteren een einde
de Malstraet ander einde
nog uit een halve buender beemd, genaamd Malgat, gelegen te Tilburg in Achtermal tussen:
Jonkvrouwen vande Coulsteren een zijde
Willem Willem Laureijs ander zijde
Kathelijn weduwe van Willem Wouter Jacops een einde
de Malstraet ander einde
Staat te los met 18 karolus gulden van 20 stuivers.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 287 f. 12vso.
29 maart 1541:
Elijsabet weduwe van Jan Willem Berijs en met haar Peter en Adriaen, haar zonen, voor henzelf en voor Gherit en Jan, gebroeders, Kathelijn, Margriet, Willemke en Heijlke, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Jan Willem Berijs en Elijsabet voors. vernaarderen een huis, hof, schuur, grond en erf, gelegen te Tilburg bij de kerk, tussen:
een kerkhofmuur een zijde
Claeus Henrick van Ghierl ander zijde
Henrick van Lieshout een einde
gemeijn kerckwech ander einde
wat Heijliger, zoon van wijlen Jan Willem Berijs, Cornelis, Geertuijt en Willemke, zusters, dochters van wijlen Jan Willem Berijs, die Jan verwekt had bij wijlen zijn 1ste vrouw, Kathelijn, dochter van wijlen Henrick van Ghierl, alsmede voor Heer Jan priester, hun broer, verkocht hadden aan Cornelis Aert Reijnbouts.
Elijsabet ut supra draagt over aan haar zonen Peter en Adriaen ten behoeve van henzelf en van Gherit en Jan hun broers en Kathelijn, Margriet, Willemke en Heijlke, zusters, onmondige kinderen van wijlen Jan en Elijsabet, haar tocht en recht van tochtenwege, wat ze bezat na de dood van haar man in een stuk beemd, gelegen in Tilburg in Achtermal tussen:
de jonkvrouw van de Coulsteren een zijde
Willem Willem Laureijs ander zijde
Anthonis Denijs en Kathelijn weduwe van
Willem Wouter Jacops een einde
de Malstraat ander einde
Peter en Adriaen, voors., gebroeders, voor henzelf en voor Gherit en Jan, hun broers, en voor Kathelijn, Margriet, Willemke en Heijlke, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Jan voors. en Elijsabet voors. verkopen het stuk beemd ut supra aan Willem zoon van wijlen Willem Laureijs.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 287 fol. 72r-v
29 januari 1544:
Aert zoon van wijlen Goijaert Gielis en Elijsabet zijn zuster dochter van wijlen Goijaert voors. en Jan de Keteler van Oesterwijck de jonge, weduwnaar van Jenneke dochter van wijlen Goijaert voors., welke kinderen Goijaert verwekt had bij wijlen Kathelijn zijn vrouw dochter van wijlen Jan Naes en Jutta diens vrouw, voor henzelf en voor....
(niet ingevuld) dochter van Jan de Keteler en wijlen Jenneke voors. onmondige, waar Jan als vader en momber en Aert voors. als toeziener voor instaan, hebben verkocht aan Cornelis zoon van wijlen Gherit Backs elk hun deel, te weten de helft in een huis, hoeve met grond en toebehoren, groot in het geheel ca lopensaet, gelegen in de parochie van Tilburg bij die ekrcke aan die Hoecht, het geheel tussen:
Bartolomeus de Sneijer - een zijde
Jan van Grevenbroeck - ander zijde
Jan Peter Laukens - een einde
Nog uit het deel en versterf, dat Jan zoon van wijlen Willem Berijs nog versterven zal van Willem Laureijs Ansems, zijn schoonvader, welke cijns voors. Jan zoon van wijlen Willem Berijs als schuldenaar geloofd had aan Jutta weduwe van Jan Naes.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 290 fol. 33r-v
21 mei 1546:
Peter. Adriaen en Gherart, gebroeders, zonen van Wijlen Jan Willem Berijs, voor henzelf en mede voor Jan, Kathelijn, Margriet, Heijlke en Willemke, hub broer en zusters, nog onmondig zijnde, kinderen van wijlen Jan Willem Berts, daar Peter, Adriaen en Gherart voors. en met hen Peter zoon van wijlen
Willem Berijs als momber en Willem zoon van wijlen Willem Laureijs als toeziener gezamelijk voor instaan, verkopen aan Cornelis Claeus van Ghierl een stuk land groot ca 1 lopensaet, gelegen te Tilburg bij de kerk tussen:
Claeus Henrick van Ghierl een zijde
de kinderen van Heer Claeus Willems,priester ander zijde
Dierck Back een einde
die gemeijn kerckstraet ander einde.
Met voorwaarden als de voors. onmondige kinderen tot hun mondige jaren gekomen zullen zijn en de voors. momber en toeziener brengen ze voor de wet en laten hen vertegen op het voros. stuk land, dat dan de voors. momber en toeziener ongehouden zullen zijn van hun geloften.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 293 fol. 12v-13r
24 september 1546:
Peter, Adriaen en Gherart, gebroeders, zonen van wijlen Jan Willem Berijs, voor henzelf en Peter zoon van wijlen Willem berijs als momber en Willem zoon van wijlen Willem Laureijs als toeziener van Jan, Kathelijn, Grietke, Willemke en Heijlke, broer en zusters, onmondige kinderen van wijlen Jan Willem Berijs welke kinderen voors. wijlen Jan Willem Berijs verwekt had bij wijlen Elijsabet zijn vrouw, dochter van wijlen Willem Laureijs, verkopen aan Heijliger zoon van wijlen Jan Willem Berijs uit het eerste huwelijk een stuk beemd gelegen te Tilburg in Athtermall tussen:
Anthonis Denijs Meijnaerts en Kathelijn de
weduwe van Willem Wouter Jacops een zijde
de stroom genaamd die Leije ander zijde
Claeus Andries van Gorcum een einde
de rector van Sint Anthonis altaar in de
kerk van Tilburg ander einde.
Heijliger moet sHeren schouwen van de Leije onderhouden.
Er is voorwaarde gesteld, dat als de onmondige kinderen tot hun mondige jaren gekomen zijnde op dit stuk land zelf zullen vertijen, dat dan de momber en toeziener en Peter, Adriaen en Gerart, gebroeders, los en voortaan ongehouden zullen zijn van de veste en gelofte, die ze bij deze voor hen gedaan hebben.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg, R 293 fol. 24r-v
|