Notes |
- Jan was mogelijk als Jan van Wijflit van Breda voor 1380 gehuwd met Jollegond Wouter Vos van Eindhoven.
Brussel, 16 juni 1392:
Johanna, hertogin van Brabant, oorkondt, dat zij naar aanleiding van de klacht van heer Reiner van Husen, landkommandeur van de balije Oudenbiezen, dat de kinderen van wijlen Dieric van Ghemert sr, in het bijzonder Jan en Spierinc, hem en zijn Orde lange tijd hebben gestoord in het bezit en vreedzaam gebruik van hun gemeenten in de heerlijkheid Gemert, door koop eertijds van Dieric van Ghemert voornoemd verkregen, een onderzoek heeft doen instellen door Jan Wijflit, schout van Peelland, en dat zij na vonnis door haar Raad de heren van de Duitse Orde in het gelijk heeft gesteld, op de naleving waarvan zij haar schouten van 's-Hertogenbosch en van Peelland beveelt toe te zien.
Bron: Brabantse archieven online, regesten Duitse orde Gemert, regest 93. Origineel in toegangsnummer 272 inv.nr. 11
1410-1411:
Jan van Wijflet zoon wijlen Jan Bac van Tilborg.
Bron: Bossche Protocol folio 94, http://www.docudeurne.eu/mediapool/68/681008/data/1410.doc
13 december 1423:
Op 13-12-1423 werd bekend gemaakt dat Gherijt Wijten bastaard Gherijt Wijten zoon een ondaad gedaan heeft aan jkvr Elsbeen Jans van Wijflit. Gherijt Wijten beloofde aan Willem Jans van Wijflit ten behoeve van hem en van zijn broer en hun gemene magen uit het land van Brabant te gaan, zodra Roelof van Haestrecht, Jan Back Berthouts en Jan van Erpe Jan Serijs zoon hem dat zullen opdragen; hij mag niet terugkomen tenzij Jan en Willem, zvw Jan van Wijflit, daarin toestemmen. Gherijt Wijten beloofde voorts zich te houden aan hetgeen Roelof van Haestrecht, Jan Back en Jan van Erpe hem gezamenlijk (of althans 2 van de 3) zullen opdragen. Zou een van de 3 scheidslieden overlijden, dan zullen de 2 overblijvende een opvolger kiezen.
14v-2. De broers Gherijt Wijten en Henric Wijten, zvw Gherijt Wijten, tevens voor Gherijt Wijten bastaard van voornoemde Gherijt Wijten, beloofden aan Willem Jans van Wijflet ten behoeve van hem en van zijn broer en de gemene magen, dat zij drie?en zich zullen houden aan hetgeen Roelof van Haestrecht, Jan Back Berthouts en Jan van Erpe Jan Serijs zoon hen zullen opdragen. Zou Gherijt Wijten bastaard Gherijt Wijten zich er niet aan houden, dan zullen zijn broers Gherijt Wijten en Henric Wijten het gebrek aanzuiveren.
14v-3. Gherijt Wijten en Henric Wijten, zvw Gherijt Wijten, en hun neven Gherijt en Marcelijs, zvw Wijtman Gherijt, beloofden aan Phijlips van Meeghem 200 gouden kronen, met lichtmis en met halfvasten (letare) aanstaande.
Bron: RHC Tilburg online, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr. 145, microfiche 1-C11, f. 14v-1, aktenr. 095, 13-12-1423.
Spechtboek 1374-15e eeuw:
[Jan van Wijflet sijn soen]
Jan van Wijflijt zoen Jan Bacx van Tilbourch hout i huus hofstat metten hove ende beemde ende toebehoirten geheiten tgoet ten Kerchove gelegen tot Oesterwijc ende was Jans van Beke ende Wijnric Arnt Hixspors zoen cocht jegens die rentmeesters vanden bezuec. Ende tot desen goide plagen te hoeren viij mud rogge erffelic. Men sal weten wie den rogge heeft. (ook in 5,22v)
Dese pachtinge is te menten maer Godscalk Rosemont hier om gescreven houdet dlant daer af desen vors. goide wilen toebehorende also de vors. Godscalck selve seit.
Bron: W. de Bakker: Het spechtboek 1374, HERTOGELIJK LEENREGISTERS 4 en 5 en REKENKAMER 543, http://www.do.nl/heemkunde/Bronnen/hertogelijk_leenregister/1374%20specht%20lb4_5.htm
16 november 1428:
Johannes van Dussen, zvw Arnoldus en van wijlen Hadewigis Johannis van Dordrecht, droeg over aan Johannes van Gerwen een erfcijns van 10 gouden hollandse gulden, te betalen met Remigius, gaande uit een hofstad genaamd Zwanenborg, in Oisterwijk en uit de beemden, landerijen, akkers en andere toebehoorten van de hofstad, welke erfcijns Johannes van Dordrecht verworven had van Johannes van Wijflet. Hij beloofde verplichtingen af te doen van de zijde van Johannes van Dordrecht, wijlen Hadewigis en van Nycolaus Steenwech.
166v-5. 18-11-1428.
Willelmus van Wijflet vernaderde en droeg 5/6 deel over aan (schoon)zonen van Johannes van Wijflet,
1. Johannes Johannis van Wijflet,
2. Bertoldus Johannis van Wijflet,
3. Johannes van Gerwen,
4. Johannes Adame die Lu,
5. Willelmus van Dinther.
1199/166v(165v)-4/16-11-1428. Non solvit.
(transcriptie van origineel).
Johannes de Dussen filius quondam Arnoldi ab eodem quondam Arnoldo et ex quondam Hadewigi filia quondam Johannis de Dordrecht genitus hereditarium censum decem aureorum florenorum communiter gulden vocatorum monete hollandie boni auri et iusti ponderis vel alterius pagamenti eiusdem valoris solvendum hereditarie Remigii confessoris de et ex quodam domistadio dicto Swanenborch sito in prochia de Oesterwijc et ex (doorgehaald: de) pratis, terris, agris et ceteris attinentiis eiusdem domistadii universis ubicumque locorum consistentibus, sitis aut solvendis, quem hereditarium censum Johannes de Dordrecht erga Johannem de Wijflet acquisierat prout in litteris, hereditarie supportavit Johanni de Gerwen cum litteris et iure promittens super omnia et habenda ratam servare et omnes obligationem et impeticionem ex parte sui et quondam Johannis de Dordrecht et quondam Hadewigis predictorum necnon ex parte Nycolai Steenwech et ex parte quorumlibet heredum et successorum quondam Johannis de Dordrecht, Arnoldi van der Dussen, Hadewigis et Nycolai predictorum deponere. Testes Wolf et Johannes de Erpe. Datum XVI novembris.
1199/166v(165v)-5/18-11-1428. Non solvit.
(transcriptie van origineel).
Willelmus de Wijflet prebuit (doorgehaald: et reportavit michi ad opus Johannis). Quo facto idem Willelmus quinque sextas partes dicti census hereditarie supportavit michi ad opus Johannis et Bertoldi fratrum liberorum quondam Johannis de Wijflet et ad opus Johannis de Gerwen et Johannis die Lu filii Adame et Willelmi de Dinther generorum quondam Johannis de Wijflet. Testes Best et Loenman. Datum XVIII novembris.
Bron: Bosch' protocol R1199 / 166v-4 en 5, http://www.do.nl/heemkunde/Bronnen/bosch_protocol/bp%201425_1450a.htm
11 november 1430:
336-5.
Willelmus Bloc schout van Oisterwijk, Gerardus van Aa zvw Willelmus van Aa ridder, de broers Johannes en Willelmus van Wijflet, kinderen van wijlen Johannes van Wijflet, beloofden aan Philippus, heer van Geldrop en van Biechten, schout van 's-Hertogenbosch, het aandeel of ....... te leveren, dat de schout van Oisterwijk moet leveren, zo lang genoemde Willelmus schout in Oisterwijk is.
336-6.
De eerste beloofde de anderen (=borgen) van deze belofte schadeloos te houden.
1201/336-5/11-11-1430. Gratis pro sculteto.
Willelmus Bloc scultetus de Oesterwijc, Gerardus de Aa filius domini quondam Willelmi de Aa militis, Johannes et Willelmus de Wijflet predicti (336-3: fratres, liberi quondam Johannis de Wijflet) promiserunt indivisi super omnia et habenda Philippo domino de Geldrop et de Biechten sculteto de Buscoducis quod ipsi quotam seu ....... quam scultetus de Oesterwijc racione sui solvere tenetur quandum idem Willelmus in Oesterwijc scultetus fuerit, sic et taliter dant et solvent quod dicto Philippo et suis fideiussoribus dampna exinde non eveniant in futuro. Testes, datum supra. (Loden et Erpe, XI novembris).
1201/336-6/11-11-1430. Solvit.
Primus promisit super omnia et habenda alios indempnes servare. Testes, datum supra.
Bron: Bosch' protocol, R1201 / 336-5 en 6, http://www.do.nl/heemkunde/Bronnen/bosch_protocol/bp%201425_1450a.htm
|