Notes |
- 24 december 1590:
Anthonie Jan Aertssen dr, weduwe van wijlen Jan Henricx van Riel, met diens en heure zone Jan Jan Henricx van Riel als heren voogd, de broers Jan Jan Henricx van Riel en Henrick Jan Henricx van Riel ook voor hen zelven, hun zus Cathelijn Jan Henricx van Rieldr met Henrick Jan Henricx van Riel als heuren gecoren voogd. Zij transporteren als gevolg van een verkoop nu voor 5 oft 6 jaren gelegen gedaen, door Jan Henricx van Riel zelf, aan Laureijs Gerytssen van den Bleeck en Petere man en vrouw (doorgestreept: hen comparanten dochter en zuster), een stede en erve te weten: huysinge, schuere, hovinge en erve onder lant, weijde en heijde, 4 bdr, daer inne Petere heur kyntsgedeelte heur daer in competerende aen heur zelven heeft, gelegen tot Chaem aen de Heijzijde; oost sHeeren vroente; zuid Jan Henrick Nouts en Denys Janssen van den Houtgoir; west Cornelis Joost Maes; noord des Godtshuys van Tongerloo erve.
Te vrijen met 6 loopen rogs den pastor tot Chaem van zijn beneficie wegen; met noch 2 kargld Adriaen Henricxzone van Ghilze; met noch 3 kargld en 10 st ter quijtinge met 50 kargld eens, die Anthonie Jan Aertsendr. daerop is blijven heffende.
Bron: ISIS Breda, Vestbrieven Alphen en Chaam 1525-1717, schepenbank Breda I-1b inventarisnummer 769 fol. 193r-v
|