Notes |
- Hendrik de Loeker wordt in vele schepenakten vermeld.
Op 15 april 1406 kocht hij een erfpacht van Geylen op twee stukken erf in Werchovenacker, het ene geheten de Breeacker en het andere geheten de Royacker. Na zijn overlijden gingen hiervan de rechten over op zijn kinderen.
In het jaar 1409 kocht hij een erfrog van Jan Faes waarvan de rogge op "onser vrouwen dach lichtmis" geleverd diende te worden "in goeden cusbaere rogghe metter rechte roghmate van Hoegstraten".
Op 30 mei 1419 verkocht Henric die Loeker een erfrente aan Wouter Biermans op een hof geheten "de Molenberchshof" te Meer.
In het jaar 1421 verkocht Hendrik een veertel erfrog aan Jan Mertens.
De kinderen van Hendrik de Loeker worden alle vermeld in een schepenakte van 4 maart 1432 waarbij zij landerijen gelegen onder Beke bij Meer verkopen.
Uit de tekst blijkt dat Hendrik gewoond heeft op de hoeve/stede "de Bruggehof", gelegen te Beke bij Meer. Zijn nakomelingen zijn daar ook blijven wonen.
In het jaar 1445 bekennen de kinderen Jan de Loeker en Alaert de Loeker dat zij onderling de goederen verdeeld hadden die zij hadden verkregen na het overlijden van hun vader en moeder. Jan kreeg erfroggen belast voor Wouter Boermans, Hendrik de Loeker, Pauwel van Brecht en Jan de Coninc: Alaert verkreeg erfroggen belast voor Faes Mertens, Merten Stevens, Lijsbetten Huijbs, Gheerd Gugods, Jan van Etten en Peteren Stevens.
Bron: A.M. Bosters: De Loeker/Sloekers/Slokkers (1300-heden), in: GTMWB 1995 p. 163 e.v.; HOK 1958, 45; GAH, Archief van het begijnhof 290b, 27a, 17 april 1409; RAA, Oud Archief Meer, Laathof van de jonkheer van Geldorp, 15; GAH, Archief van het begijnhof, 290 B, 27b; RAA, Oud Archief Hoogstraten, 1bis, fol. 30 en 31; SAA, Schepenregister 34, fol. 293, 2 maart 1445.
|