Stamboom Marijnissen

Notes


Matches 301 to 350 of 1,728

      «Prev «1 ... 3 4 5 6 7 8 9 10 11 ... 35» Next»

 #   Notes   Linked to 
301 25 september 1640:
Huybert Denis Reijnen momboir ende Pauwels Peter Vrancken toesiender over Judich, Adriana en Goyaertken gesusters en onbejaerden kynderen Hendrick Reijnen Denissen daer moeder aff was Anna dochtere Steven Hendrick Stevens.
Bron: RHC Tilburg online, Eden van voogden Tilburg, oud rechterlijk archief Tilburg inv.nr. 664 
Family F2080
 
302 25-9-1739:
Overleden Oostburg 2-11-138 Johannitie Andriesen tr. Jacob Allaert. Kind: Johannis Allaert 1 jaar. Voogd maternel: Jan Verberge, aangetr. oom. Nadelig slot: ?4.2.4.
Bron: RAZ: NADT 131, Weeskamer Oostburg 1439-II-59 (staat) 
Family F871
 
303 26 februari 1345:
In Oesterwijck:
Notaris Mathias de Dyssen instrumenteert, dat Arnoldus geheten Stamelart, schildknaap, zoon van Arnoldus de Bruhese, voor hem en getuigen heeft verklaard binnen twee jaar na datum dezes een beneficie te zullen stichten in de parochiekerk van Bakel, in het diocees van Luik, uit zijn goederen in Bruhese gelegen, die wijlen Gijselbertus geheten de Bruhese toebehoorden en nu van hem zijn, en uit de grote en kleine tienden, die hij, vocator, in Bruhese van wijlen zijn broer Godefridus heeft verkregen, en dat hij, wanneer de opbrengsten hiervan ontoereikend zouden blijken, dit beneficie zal aanvullen uit zijn overige bezit; en dat heer Johannes, broer van voornoemde vocator, Wilhelmus geheten Custos de Oesterwijck, priesters, en Walterus de Haeren, leek, executeurs-testamentair van wijlen heer Wilhelmus, investiet van de kerk van Essche, voor dit beneficie uit de goederen van wijlen heer Wilhelmus 105 pond bestemmen, maar dat de executeurs, indien deze fundatie niet mocht worden gerealiseerd, deze 105 pond voor een ander doel bestemmen, te weten 20 pond voor het altaar van Maria in de kerk van Haeren en het resterende geld deels voor de Tafel van de Heilige Geest in Haeren, deels voor de Tafel van de Heilige Geest in Oisterwijk, met welke voorwaarde Arnoldus, vocator, heeft ingestemd. Getuigen: Gerardus, investiet van de kerk van Haeren, Walterus de Beecke, rector van het altaar aldaar, Engelbertus de Oesterwijck, priesters, en Henricus de Haeren, Johannes de Haeren en Wilhelmus de Haeren, leken.
Bron: Brabantse Archieven, Regesten inventaris Duitse Orde Gemert (inv.272R), regest 29, via http://www.archieven.nl

18 oktober 1385:
Henricus Langhals, rector of investiet van de kerken van Bakel en Dorne, oorkondt, dat hij instemt met de verlening van het presentatierecht van de kapel, door wijlen Arnoldus geheten Stamelart de Bruhse op zijn goed geheten Bruhese gefundeerd (Vergelijk regestnr 29), aan Jacobus de Padbroeck en zijn vrouw Heylwigis de Bruhese, zuster van de fundator.

8 december 1385:
Arnoldus, bisschop van Luik, bevestigt, wegens sedisvacatie van het aartsdiakonaat van Kempenland, de verlening van het presentatierecht aan Jacobus de Padbroeck en zijn vrouw Heylwigis de Bruhese van de kapel, die wijlen Arnoldus geheten Stamelart de Bruhese fundeerde op zijn goed Bruhese (Vergelijk regestnr 29)

14 mei 1386:
Notaris Godefridus de Duurlaeck instrumenteert, dat voor hem en getuigen Wijnricus, zoon van Johannes Mannaerts de Dornen, leek, de grote en kleine tienden gelegen in de parochie Bakel ter plaatse geheten Bruhese aan de gebroeders Johannes en Walterus geheten de Bruhese, priesters, en Jacobus de Padbroeck, schildknaap, heeft overgedragen voor de rector van het altaar van Katharina in de kapel van Bruhese, van welk rectoraat het presentatierecht aan voornoemde Jacobus de Padbroeck en zijn vrouw Heilwigis de Bruheze en hun kinderen toebehoort en tot wiens portie voorts de dotatie, omschreven in het door Mathias de Dyssen opgemaakte instruinent (regestnr 29) behoort
Bron: Brabantse Archieven, Regesten inventaris Duitse Orde Gemert (inv.272R), regest 73, 74 en 75, via http://www.archieven.nl 
Family F1340
 
304 26 januari 1544:
Jutta weduwe van Dierck Willem Vrancken met Peter zoon van wijlen Wouter Vermee haar huidige man draagt over aan Ghijsbrecht en Heijlwich, broer en zuster, kinderen van wijlen Dierck Willem Vracnken en Jutta voors., haar tocht en recht van tochtenweg, wat ze na de dood van Dierck haar man bezat in een stuk erf in land en weide gelegen in de parochie van Tilburg in die Heijdsijde tussen:
Ghijsbrecht Willem Verschueren - een zijde
Quirijn Peter Reijnen - ander zijde
Jan Peter Reijnen en Dierck Willem Vrancken - een einde
een gemeijne waterlaat - ander einde,
welk stuk erf Dierck zoon van wijlen Willem Vrancken voors.gekocht had van Peter zoon van wijlen Peter Reijnen.

Ghijsbrecht zoon van wijlen Dierck Willem Vrancken, Vranck zoon van wijlen Willem Vrancken als momber en Gherit zoon van wijlen Ghijsbrecht van Boerden als toeziener van Heijlwich dochter van wijlen Dierck Willem Vrancken hebben verkocht aan Jan zoon van Peter Reijnen een stuk erf in land en weide ut supra in de tochtbrief, wat hen verstorven was van wijlen Dierck hun vader en waar van Jutta weduwe van Dierck voors. met Peter zoon van wijlen Wouter Vermee haar huidige man haar tocht van overgegeven had aan haar kinderen.
Hieruit te gelden 1 mud rogge erfpacht aan de erfgenamen van wijlen Laureijs van Ouwen in den Bosch in Bossche maat te leveren. Nog 2 karolus gulden erfcijns aan Willem Verlijnden te los met 32 karolus gulden.
De Schouw van de waterlaat te onderhouden.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, transcriptie algemeen protocol, R290 fol. 31v-32 
Family F3111
 
305 26 januari 1545:
Cornelis Willem Willem Wouter vande Loo als man van Cornelia dochter van wijlen Joest Jan Matheus Peijmans belooft als schuldenaar te betalen aan Henrick zoon van wijlen Jan Gheenen voor hem- zelf en voor Gherit zijn broer, een jaarl. en erf. cijns van 4 karolus gulden en 81 stuiver, elke karolus gulden van 20 stuiver, uit een stu land genaamd de Nispen, groot ca 3 lopensaet min 6 roeden, gelegen te Goirle in die Vensche ackeren tussen:
erfgenamen van wijlen Sebastiaen Rubbens een zijde
Joest Smeelmans ander zijde
Cornelis Lambrecht Willems een zijde
Matheus Wouter Gherits ander zijde
Peter Jan Reijnen een einde
gemeijn straat ander einde.
Nog een stuk erf in land en weide liggende, groot ca 3 lopensaet, 13 roeden en roede, gelegen als voor tussen:
Cornelis Lambrecht Willems, een zijde en een einde
gemeijnt van Tilburg, ander zijde en ander einde.
Daaruit te gelden:
mud rogge erfpacht aan het klooster van Baseldonck in den Bosch te leveren in Bossche maat.
4 lopen rogge erfpacht aan Jan van Buijten, ook met Bossche mat in den Bosch te leveren.
1 lopen rogge erfpacht aan de persoonschap van Tilburg.
Oude Groten erfcijns aan de Hoge Rentmeester van den Bosch in Oisterwijk te betalen.
De schouw van de waterlaat, die naast het voors. stuk erf loopt
te onderhouden

Hiertegen zal Dani?el voors. hebben een huis, hof en erf daaraan liggende, groot ca 4 lopensaet, 2 roeden en een half vierdel reode, gelegen te Tilburg aan die Heijdsijde aan die Postelstraet tussen:
Cornelis Lambrecht Willems een zijde
Matheus Wouter Gherits ander zijde
Peter Jan Reijnen een einde
gemeijn straat ander einde.
Nog een stuk erf in land en weide liggende, groot ca 3 lopensaet, 13 roeden en roede, gelegen als voor tussen:
Cornelis Lambrecht Willems, een zijde en een einde
gemeijnt van Tilburg, ander zijde en ander einde.
Daaruit te gelden:
mud rogge erfpacht aan het klooster van Baseldonck in den Bosch te leveren in Bossche maat.
4 lopen rogge erfpacht aan Jan van Buijten, ook met Bossche mat in den Bosch te leveren.
1 lopen rogge erfpacht aan de persoonschap van Tilburg.
Oude Groten erfcijns aan de Hoge Rentmeester van den Bosch in Oisterwijk te betalen.
De schouw van de waterlaat, die naast het voors. stuk erf loopt
te onderhouden

Staat te los met 70 karolus gulden van 20 stuiver samen met de jaarcijns en achterstel, met Sint Jansmis tevoren op te zeggen.
de Abt van Tongerlo een einde
een gemeijn gebuurweg ander einde.
Nog uit een stuk land genaamd den Cloot, groot ca 1 lopensaet, gelegen als voor tussen:
Peter Jorijs-Beerten een zijde
Henrick Wouter Bussers en Andries
Cornelis Henrick Jannen ander zijde
Adriaen en Jan,gebroeders, zonen van
wijlen Herman Aert Noeijens een einde
de Abt van Tongerlo ander einde.
Nog uit een stuk weiveld genaamd die Putten, groot ca 3 lopensaet, gelegen te Goirle aan dat Achterste Ven tussen:
Peter Rubbens een zijde
Andries en Jan, gebroeders, zonen van
wijlen Herman Aert Noeijens en Cornelis
voors. ander zijde
Cornelis voors. een einde
de gemeijn straat ander einde
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 291 fol. 36v-37r

23 april 1554:
Cornelis zoon van wijlen Willem vande Loo als man en momber van Cornelia en Matheus Joest vande Smeel als man en momber van Heijlwich, dochters van wijlen Joest Jan Matheus Peijmans, hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Gherit zoon van wijlen Denijs Meijnaerts, hun medezwager, met afgaan en vertijen, elk een derde deel hen toebehorende in een stuk erf in weide, heide en moer liggende in alle grootte als dat gelegen is in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Schooten tussen:
erfenis van Gherit Denijs Meijnaerts een zijde
erfenis van Wouter Gherart vanden Laer met anderen ander zijde
de gemeijnt van Tilburg en Goirle een einde
een lopend water genaamd die Leije ander einde
zoals ze zeiden.
Cornelis en Matheus verkopers voornoemd hebben geloofd in de naam als voor als schuldenaars op hen en op al hun goederen etc. elk zijn derde deel in het voors. stuk erf te waren, los en vrij, zoals gebruikelijk en dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig etc. en alle kommer men calangies daarop komende allemaal voor hem af te doen behalve dat Gherit verkoper voors. 's Heren schouwen van de Leije voors. moet onderhouden naar oude gewoonte.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 300 fol. 3v 
Family F1934
 
306 26 januari 1563 n.st.:
Jan zoon van wijlen Peter Melis, Dionijs zoon van wijlen Herman Adriaens als man en momber van Peterke zijn huisvrouw, Jacop zoon van wijlen Willem Denijs Mutsairts als man en momber van Adriana zijn huisvrouw, en de voors Jan Peter Melis en Peter Goiairt Pulskens als momber en toeziener van Dionijs, Jacop, Peter en Goiairtke, broers en zuster, onmondige en minderjarige kinderen van wijlen Anthonis zoon van wijlen Goiairt Pulskens door deze Anthonis en uit wijlen Elizabeth zijn huisvrouw, dochter van wijlen Peter Melis voornoemd verwekt en verkregen, welke kinderen de voors Peter verwekt en verkregen had bij en uit wijlen Aleijt zijn huisvrouw van haar eerste huwelijk, dochter van wijlen Peter Hermans met Korstiaen zoon van wijlen [volgens voorgaande akten nog niet overleden] Cornelis Anthonis van Buerden en Henrick Claes Henricx als man en momber van Peterke zijn huisvrouw en Jan Snel Janssone als man en momber van Anna zijn huisvrouw, broer en zusters, kinderen van Cornelis Anthonis van Buerden voornoemd, die dezelfde Cornelis verwekt en verkregen had bij en uit wijlen Aleijt voornoemd van haar tweede huwelijk, hebben gezamelijk en eendrachtig bekend gemaakt, dat aan hen is afgelost en gekweten door Jan Peter Dionijs Mutsairts en Peter Anthonis van Buerden alle alzulke acht lopen rogge jaarlijkse ne erfelijke pacht als zij op hun gronden en erfenissen plachten te heffen en te beuren, waarvan zij verklaarden van geen beroven te weten of te hebben, belovende op henzelf en op al hun goederen, hebbende en verkrijgende, dat zij deze Jan en Peter ter zake van de acht lopen rogge voors nooit meer te zullen moeien of te molesteren, hetzij binnen rechte of daarbuiten, op geen enkele manier, zonder arglist.
Datum 26 jauari, schepenen Ghierll en Gijben.
Allatum (overgegeven). Debet (verschuldigd) 2 briefgeld.
Bron: RHC Tilburg, algemeen protocol rechterlijk archief, R 308 f. 61v 
Family F950
 
307 26 januari 1668:
De wees Nicolaes de Vos is meerderjarig geworden, voogden burgemeester van Uxem en Lauwreijns de Puijdt ontslagen.
Bron: Index weesboeken van Sint Anna ter Muiden sinds 1604 RAZVL nr. 487. 
de Vos, Nicolaas (I4487)
 
308 26 maart 1533:
Heijlwich weduwe van Hanrick zoon van wijlen Willem sBeren, dochter van wijlen Pauwels Peter inden Ecker, samen met Arijaen Goessen inden Ecker haar huidige man, heeft wettelijk en erfelijk overgegeven aan haar wettige kinderen gewonnen bij Hanrick voors haar man, alle tocht en recht van tochtenwege dat ze had en bezat in het vierde deel van een stuk beemd, de gehele beemd gelegen in de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd inden Bercken Hoernick,aldaar tussen:
erfenis van de Heilige Geest van Tilburg een zijde
erfenis van Claeus Hanrick van Spaendonck ander zijde
de Landscheijding van Tilborch en Gils een einde
die Leije ander einde.

Cornelis zoon van wijlen Peter sBeren als momber en Marten zoon van wijlen Pauwels Peters als toeziener van Cornelis en Peter, gebroeders, Willem en Heijlwich, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Hanrick zoon van wijlen Willem sBeren, die Hanrick gewonnen had bij Heijlwich zijn huisvrouw, dochter van wijlen Pauwels Peters, hebben wettelijk en erfelijk verkocht aan Marij weduwe van Willem zoon van wijlen Hanrick van Spaendonck, haar in recht van vruchtgebruik, wat voor haar kinderen gewonnen bij haar man voors ten erve zal blijven, het vierde deel in een stuk beemd, de gehele beemd gelegen in de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd inden Bercken Hoernick, aldaar tussen:
erfenis van de Heilige Geest van Tilburg een zijde
en verder ut supra (zoals voor).
Marij, koopster voors, moet hier uit betalen dat deel dat dat vierde gedeelte schuldig is te betalen in de Heijcijns en ze moet de schouw verwaren.

Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 280 fol. 58r-v

26 april 1540:
Peter zoon van wijlen Wouter Gherits verkoopt aan Ariaen zoon van wijlen Ariaen Zomers een jaarlijkse en erfelijke cijns van 2 karolus gulden van 20 stuivers die Henrick zoon van wijlen Willem sBeren geloofd had aan Peter voors. uit huis, hof en erf, gelegen te Tilburg in die Heijdsijde tussen:
Marten Pauwels Deckers een zijde
Marcelis Haermans en anderen ander zijde
Marcelis Haermans en anderen een einde
gemeijnt ander einde
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 287 fol. 8v

23 december 1561:
Heijlwich weduwe van Henrick Willem sBeren cum tutore (met haar voogd) legitime et hereditarie supportavit (heeft wettelijk en erfelijk overgedragen) aan Marten zoon van wijlen Dionijs Stevens als man en momber van Hadewich zijn huisvrouw, dochter van wijlen Henrick Willem sBeren voornoemd, met afgaan en vertijen etc, het vruchtgebruik en al haar recht vanwege vruchtgebruik, dat zij had en bezat in het derde deel van een stuk land in zaailand en weiland liggende, het gehele stuk groot ongeveer 11 lopensaet en een vierdevaetsaet, gelegen in de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd aen die Heijdsijde, aldaar tussen:
erfenis van Cornelis Henrick sBeren een zijde
erfenis van Willem Ceel Haermans met meer anderen ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Mechteld dochter van Jan Lambrecht van Buerden ander einde
zoals zij zeide, belovende met haar momber voors dit overgevenn, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig etc en nooit meer vanwege vruchtgebruik daarop etc en alle kommer en calangie van harentwege daarop komende etc.
Quo facto constitutus coram scabinis infrascriptis (toen dit gedaan was is gestaan geweest voor schepenen ondergeschreven) de voornoemde Marten ut maritus et tutor uxoris suae predictae (als man en voogd van zijn huisvrouw voornoemd) legitime et hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) dit derde deel in het stuk land voornoemd aan Cornelis zoon van wijlen Henrick Willem sBeren, zijn zwager, met afgaan en vertijen etc warandiam more solito (garanderende zoals gebruikelijk) behalve dat Cornelis koper voornoemd hieruit moet gelden het derde deel in een stuiver per jaar gewincijns te betalen aan de Heer van Tilborch; nog het derde deel in 4 lopen rogge per jaar erfpacht te betalen aan enkelen in den Bosch en aldaar te leveren; nog het derde deel in een half mud rogge per jaar erfpacht te betalen aan de Rector van het Altaar van de Heilige Geest in Tilborch en nog het derde deel van een half lopen rogge per jaar erfpacht te betalen aan de Rector van Onzer Vrouwen Altaar in het Nieuwe koor in de Kerck van Tilborch, belovende verder dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan etc en alle andere kommer en calangie daar meer op komende allemaal voor hem af te doen.
Datum 23 december, schepenen Reijnbouts en Ghierll.

Quo facto constitutus coram scabinis infrascriptis (dit gedaan zijnde is gestaan geweest voor schepenen ondergeschreven) de voornoemde Cornelis zoon van wijlen Henrick Willem sBeren en heeft beloofd op hemzelf en op al zijn goederen, beide havelijk en erfelijk, die hij nu heeft en nog namaals zal mogen hebben en verkrijgen, dat hij Heijlwich zijn moeder voors zal laten hebben, houden en rustig en vredelijk bezitten, haar leven lang en niet langer, het vruchtgebruik en alle recht vanwege vruchtgebruik, dat zij in het voors stuk land had en bezat, belovende zolang zijn moeder voors leven zal daar naar niet te talen noch te laten talen voor geen enkele rechtbank, het zij geestelijk of wereldlijk, op geen enkele manier, zonder arglist.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als boven).

Marten zoon van wijlen Dionijs Stevens heeft beloofd als een principaal schuldenaar op hemzelf en op al zijn goederen, die hij nu heeft en nog namaals hebben en etc aan Cornelis zoon van wijlen Henrick Willem sBeren een jaarlijkse lijfcijns van 37 stuivers, 3 ort, te betalen elk jaar op de heilige kerstdag en voor de eerste termijn van de heilige kerstdag nu a.s. over een jaar en dat alleen op het leven van Heijlwich weduwe van Henrick Willem sBeren en niet langer, na wier overlijden de voors cijns dood, teniet en gecasseerd zal zijn, met voorwaarden evenwel dat de voornoemde Marten deze lijfcijns zal mogen lossen, kwijten en vrijen met 31 karolus gulden van 20 stuivers per stuk, welke 31 karolus gulden in het geval van afkwijting of aflossing de voornoemde Cornelis beloven zal en beloofd heeft bij deze aan de voornoemde Marten de eerste kerstmis na het overlijden van Heijlwich voors wederom te restitueren, op te leggen en te betalen, daarvoor ook zijn persoon en al zijn goederen, hebbende en verkrijgende, verbindende zonder arglist.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als boven).
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 307 fol. 36r-27r 
Family F1101
 
309 26 november 1611:
Comp voor burg Nicolaes de Vos Pieter Cheutelier, inwoonder deser stede, met Francijne Clautier zijne huijsvrouwe daertou volcomment geautoriseert ... Pieter Wittooghe een gemet land gelegen binnen Mude gemeene met Lowys Clauter ende de kinderen? van Lieven Wittooghe verhuurd ten profijte van de kercke

26 nov 1611
Comp Pieter Ceutelier met Francijne Clauters zijn huisvr. zijn schuldig aan Cijnken Hermans, de behuwde dochter van de comparanten, zijnde alsnu vander ouden van ontrent vijf jaeren eenen somme van vijf ponden grooten vlms, die haar toekomet uit haar vaderlijke successie .
Bron: Marianne Gossije: RAZvl inv.nr. 472 
Family F1819
 
310 26 oktober 1712:
Joris de Mil, oom van halven bedde maternel, legt de eed af als voogd over Jannis Scheers, oud 3 jaar, wees van elisabeth de Nut, vader is Boudewijn Scheers, die 7 december inv. overbr.
23 februari 1718:
Schepen Boudewijn Scheers, eerst getr. gew. met Cornelia Oseel, dochter van wijlen burgemeester Christiaen Oseel, en later met Elisabeth de Nut, waarvan een zoon Jannis Scheers, verklaart dat zijn eerste vrouw Cornelia Oseel 60:1:3 pond ge?erfd had van Pieter Oseel, overl. Nipkerke bij Steenwerck, volle broer van Christiaen voorn.
Bron: Index Weeskamer Sint Anna ter Muiden na 1604, RA Zeeuws-Vlaanderen inv.nr. 488, fol. 31 
Family F475
 
311 26 september 1630:
Overleden Sluis Jacquemijntien Asseels tr. Jaecques van Peene. Kinderen: Jan van Peene oud 12 jr, Prancoijs van Peene 10 jr, Cornelis van Peene 5 jr en Marie van Peene 17 maand. Voogden: Francoys Scheers en Francoys Asseels. De kinderen krijgen elk fl. 6,0 en verder alle goederen nagelaten door hun grootvader Francoys Asseels, thans berustende onder hun grootmoeder Passchijntien van de Walle.
Bron: Weeskamer Sluis 1605-1641 
Family F2221
 
312 27 december 1309:
Schepenen van Oesterwijc oorkonden dat Wouter Bac van Baschot de oude goederen van Broekhoven bij schepenvonnis heeft overgedragen aan zijn zoon Willem, waarna deze verkocht heeft aan Hendrik Bac van Westtilburg ten behoeve van de abdij Tongerlo 6 mud rogge jaarlijks Bossche maat op St. Andreas in Westilborch supra domum granarii dictorum religiosorum persolvere et pagabiliter deliberare op de helft van de goederen van Broekhoven en beloofd heeft een cijns van 3 1/2 schelling te zullen betalen.


Datum in festo Iohannis Ewangeliste hyemalis, anno Domini MmoCCCmo nono. Nos Enghelbertus Faber de Tilborch et Thomas Coelboerne, scabini in Oesterwijc.
Bron: RHC Tilburg online, oorkonden uit Midden-Brabant, afschriften 
Bac van Baschot, Willem (I5628)
 
313 27 februari 1629:
comp Passchijntje van de Walle wed van Franchois Auseels [Ozeel] als gerechtigt in de helft scheede van eenen huijse ende erve liggende in Wenneseele in Casselambagt onder de vierschaar van Steenvoorde. Franchois Scheers in huwelijk hebbende Maeijken Auseels. Voorts Jaques van Peenen in huw hebbende Jacomijntken Auseels. Item Jacob Thijvaert in huw hebbende Janneken Auseels ende in desen vervangende ende hem sterck makende over Franchois Auseels, midtgaders Guilliame Thomas in huw hebende Catelijnken Auseels als oock over Jacob Auseels, alle zeven kinderen van de voors Franchois Auseels ende sulcx geregtigt voor dander helft scheede in den selven huijse ende erve
welke comparanten verklaarden verkocht te hebben geleden over t jaer aen Jacob Rondeel wonende binnen deselve parochie.
dat de voors Jacob Rondeel t voors huis en erve andermaal verkocht heeft aen Jacques Pintefleur die soot schijnt difficuldeert ofte swaricheijt maeckt zijn cooppenningen te betalen aen Susanneken Auseels weduwe ende besittinge van haren sterffhuijse van de voors Jacob Rondeel, hebbende de voors comparanten van wederzijden midts desen authoriseeren en contenteren de selve Susanneken Auseels henzelven sustere de cooppeningen van dezelven huize geheel en al te ontvangen van de gemelde Jacques Pintefleur als cooper...
Bron: Marianne Gossije, transcriptie RAZ RAZvl inv.nr. 472 fol 68 
Family F2220
 
314 27 maart 1671:
Erfdeling tussen de erfgenamen van Cornelis Jan van Loon te Beerten, Hilvarenbeek. Peter en Gerard gebroers, Cornelis de with als man van Neeltje, kinderen van wijlen Cornelis Janse van Loon en Maaijken Aertsen van Raeck, de onmondige kinderen van Aert Cornelis van Loon en wijlen Cathalijn Cornelis Sanders
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Hilvarenbeek, Schepenbank Hilvarenbeek 700 inv.nr. 67 fol. 118

1671:
Verkoping van huisraad (hafelijke en meubilaire goederen) en bomen door Cornelis Janse Loon van zijn kinderen Peter en Gerit, Cornelis COrnelis de With als man van Maaijken van Loon, verwekt bij Maaijken Aert van Raeck, de onmondige kinderen van Aert Cornelis van Loon verwekt bij Catharlijn Cornelis Sanders, verkopers.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Hilvarenbeek, Schepenbank Hilvarenbeek 700 inv.nr. 114 fol. 182v 
Family F1877
 
315 27 november 1537:
1537, november 27 | R 284/20v.
Gherit zoon van wijlen Gherit Gherit Beijkens, bekend schuldig te zijn aan Gherit, de weduwe van Jan Gherit Beijkens en haar zoon Gherit en dochters Barbel, Jenneke en Marijke een jaarlijkse cijns van 83 stuivers en 1 oort uit de percelen van voorgaande acte.
Staat te los met 67 karolusgulden van 20 stuivers binnen 3 jaar.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 284 f 20v

Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens, Gherit de weduwe van Jan Gherit Beijkens, met haar zoon Gherit en haar dochters Barbel, Jenneke en Marijke, met Adriaen Beijkens als momboir en Jan Cornelis Spapen als toeziender bekennen schuldig te zijn aan Hadewijch weduwe van Gherit Beijkens een lijfcijns haar leven lang jaarlijks te betalen, groot 50 stuivers uit huis etc. en de gronden, die zij ge?erfd hebben vrij van beede, lote, scote, scatting en onraet. Zodanig, dat Gherit de zoon van wijlen Gherit Gherit Beijkens en de andere mede-erfgenamen er geen last van hebben.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 284 f 21r

28 januari 1553:
Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens met haar voogd heeft wettelijk en erfelijk overgegeven aan haar wettige kinderen bij name van Marie haar dochter, Jan zoon van Jan Gherit Hermans als man en momber van Barbara, Laureijs Jan Laureijs Eelkens als man en momber van Jenneke, haar schoonzoons, en aan Marie weduwe van Gherit zoon van wijlen Jan Gherit Beijkens dochter van wijlen Wouter Willem Zegers, haar tot haar recht van tochten en aan haar kinderen door wijlen Gherit haar man voors. uit haar verwekt het erfrecht daarvan te blijven, met afgaan en vertijen, haar tocht en recht van tochtenwege, wat ze bezat in alle erfelijke goederen, die Gheritke voors. en wijlen Jan Gherit Beijkens, haar man toen hij leefde, samen bezaten, waar en in welk plaats deze erfelijke goederen voors. gelegen zijn of bevonden worden, het zij binnen de parochie van Tilburg en ook daarbuiten, het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge of zo waar men die enigszins in haar naam zal mogen bevinden, niets uitgezonderd, alleen die tweede delen van alzulke 65 stuivers jaarlijkse cijns, die men jaarlijks heft op Cornelis Gherit van Boerden en zijn goederen gelegen te Tilburg aan die Horevoert, zoals ze zeide.
Gheritke met haar momber heeft geloofd als schuldenaar super se et bona sua etc. dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig te houden en van tochtenwege daar nooit meer aanspraak op te maken noch te doen maken etc. en alle kommer en calangies van harentwege daarop komende allemaal voor hen af te doen, behalve echter dat voor Gheritke voors. daaruit vergoud moet worden haar leven lang 2 mud rogge lijfpacht en 6 karolus gulden lijfcijns en daartoe andere bijdragen en profijten, die ze daarop behoudt volgens de brieven daarvan heden ten dage te passeren, zonder arglist.

Quo facto constituti coram scabinis infrascriptis (Dit gedaan zijnde waren gestaan voor schepenen ondergeschreven) die voorschr. Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens met haar voogd, Jan Jan Gherit Hermans als man en momber van Barbara, Laureijs Jan Laureijs Eelkens als man en momber van Jenneke en Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens, allen voornoemd, ook met haar momber daartoe door haar gekozen etc. en met haar Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens als wettige momber en Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers als wettige toeziener van Jan en Peter, gebroeders, Leenke en Corenliske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Gherit Jan Gherit Beijkens en Marie zijn huisvrouw voornoemd, waar zij als momber en toezienre voors. voor instonden en geloofden en ze hebben geloofd gezamelijk, onverdeeld en elk voor allen aan Gheritke hun moeder, schoonmoeder en grootmoeder van de onmondige kinderen voors., dat zij haar leven lang zullen laten volgen, heffen en beuren de twee delen van de voors. jaarlijkse cijns van 65 stuivers te los staande met 52 karolus gulden volgens de brieven, die daarvan zijn, en daartoe dat zij haar jaarlijks zullen betalen haar leven lang en niet langer een jarlijkse en erfelijke lijfpacht van 2 mud rogge en daartoe een jaarlijkse en erfelijke cijns van 65 karolus gulden te betalen elk jaar op Onze Lieve Vrouwedag lichtmis, waarvan de eerste pacht en cijns vervallen en verschenen zijn geweest met lichtmis l.l. en de anderen met lichtmis nu a.s. en dat uit alle erfelijke goederen, die zij gelovers voors. bezitten en hen door Gheritke voors. overgegeven en bevonden zullen worden, het zij huis, hof, land, zand, weiden, beemden, heivelden of zoals die gelegen mogen zijn, niets uitgezonderd, zoals ze zeiden.
Gelovers in de kwaliteit als boven hebben voorst geloofd op zich en op al hun goederen, nu hebbende en nog later te verkrijgen, aan Gheritke voors. de voors. lijfpacht en lijfcijns te waren zoals men lijfpacht en lijfcijns moet waren en de voors. erfelijke goederen altijd goed, zeker genoeg etc. en alle kommer en calangies daarop komende voor haar allemaal af te doen.
Item hebben nog geloofd Marie, Jan, Laureijs, Marie, Adriaen en Jan, allen voornoemd, elk in de naam en kwaliteit als voor en ook op verbintenis als voor, dat zij Gheritke zal behouden haar leven lang het gebruik en woning in de uitkamer van de Oude Stede aan de Velthoven, waar ze altijd gewoond heeft, naar haar gelieven en daartoe 2 roeden hof en het vijfde deel van het fruit van de oude boomgaard en dat ze zal mogen houden 2 hoenders.
Item dat elk van haar kinderen voors. en Marie met haar kinderen voors. haar jaarlijks zullen bezorgen 1600 turven, waarvan 1400 zullen zijn vale turf en de andere 200 bleckeling en dit altesamen haar leven lang en niet langer en ook dat ze dit alles zal hebben en bezitten los en vrij van alle beden, loten en schoten en ander onraad, die daarop mochten komen, maar haar voors. kinderen en kleinkinderen zullen dat moeten dragen.
Daarbij is nog voorwaarde gesteld, dat als Gheritke niet voldaan zou worden van al hetgeen voors. staat of van iets daarvan, dat ze dan zonder enige rechtsvordering te hoeven doen maar met re?eele executie haar zelf zal mogen recht doen aan de allergereedste goederen of oogst van goederen voors., waar het haar gelieven zal en dat later bevaard zal zijn, dat iemand van de voors. gelovers in gebreke van betaling of voldoening bevonden zal worden, zonder arglist.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 298 f 64r-65r

Kond zij eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens met haar voogd Jan zoon van Jan Gherit Hermans als man en momber van Barbara, Laureijs Jan Laureijs Eelkens als man en momber van Jenneke, dochters van wijlen, dochters van wijlen Jan Gherit Beijkens voornoemd, Marie weduwe van Gherit Jan Beijkens, ook met haar voogd door haar gekozen en door de rechter haar gegeven zoals recht is, en met haar Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens als gerechte momber en Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers als gerechte toeziener van Jan en Peter, gebroeders, Leenke en Corneliske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Gherit Jan Gherit Beijkens en van Marie zijn huisvrouw voornoemd, waar de momber en toeziener samen voor instonden en geloofden, welke kinderen van wijlen Jan Gherit Beijkens voors. deze Jan verwekt en verkregen had bij Gheritke zijn vrouw dochter van wijlen .............
(niet ingevuld) erfelijke goederen hen aangekomen en verstorven zijnde van wijlen Jan Gherit Beijkens hun vader, schoonvader en grootvader voornoemd, waarin Gheritke, weduwe van Jan Gherit Beijkens voors. haar tocht heden ten dage overgegeven had, en dat op de manier als volgt:
Ingevolge deze erfdeling zal de voors. Jan zoon van Jan Gherit Hermans als man en momber van zijn huisvrouw voors. hebben, houden en erfelijk voor zijn deel bezitten een erfenis in hof en weide liggende met het huis, dat door deze Jan voors. daar nu ter tijd opgezet en getimmerd is, met een akkerland daar achter aan komende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd aan die Velthoven samen tussen:
erfenis van Peter Steven Willems een zijde
erfenis van Laureijs voorschr., hiertegen gedeeld,
en van Jan Gherit Hermans met zijn kinderen ander zijde
Ook dezelfde Jan met zijn kinderen een einde
die gemeijn straat ander einde.
Nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in die Schijve tussen:
erfenis van Jan Jan Gherits een zijde en einde
erfenis van Lijsbet weduwe van Wouter Cornelis Spapen
met haar kinderen ander zijde
het Hoevelweeghske aldaar ander einde,
zoals hij zeide.
Op welke erfenis tot hof en weide liggende met het huis daarop staande en akker daar achteraan komende en op het stuk land voorschr. de andere deelslieden voors. elk in de naam als voor op vertegen hebben ten behoeve van Jan zoon van Jan Gherit Hermans voornoemd, samen en op de schepenbrieven, die daarvan gewag maken, en op al het recht hen enigszins daarin toebehorende, met overgeven en afgaan zoals gebruikelijk is gelovende op hen en op al hun goederen nu hebbende en nog later te verkrijgen deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangies elk van zijnentwege daarop komende allemaal voor hem af te doen, behalve dat Jan voors. uit dit zijn deel moet betalen:
De helft in 25 lopen rogge erfpacht in een erfpacht van 30 lopen rogge in de maat van den
Bosch en in den Bosch te leveren aan die Bogaerden aldaar.
Nog de helft in 4 lopen rogge erfpacht aan de Heilige Geest van Tilburg.
'sHeren schouwen van de Schijve en van de waterlaat door de voors. weide lopende te onderhouden naar oude gewoonte.
Nog hiertoe aan Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens zijn schoonvader jaarlijks haar leven lang uit te reiken en te betalen het vierde deel in 2 mud rogge lijfwacht en in 6 karolus gulden lijfcijns en nog hiertoe haar jaarlijks haar leven lang te bezorgen en te leveren 1600 turven en haar ook haar leven lang voor een vierde deel vrij te houden van alle beden, loten en schoten en ander onraad, waar zij op gezet mocht worden, alles volgens haar brieven haar heden ten dage daarop verleend en gegeven.
Welke pachten, cijns en andere kommer of last voornoemd Jan zoon van Jan Gherit Hermans voors. zo zal betalen, onderhouden of voldoen en geloofd heeft als schuldenaar super se et bona sua etc. die zo te betalen, te onderhouden of te voldoen ter plaatse en termijn daartoe gezet en bepaald, zodat er de andere deelslieden, hun goederen noch hun nakomelingen daarvan nooit meer hinder, kommer nog last zullen hebben of lijden.
Met voorwaarden hierbij, mocht er voor Jan zoon van Jan Gherit Hermans voors. op dit zijn deel enige kommer of last met recht komen, die voor niet genoemd is, dan zullen de deelslieden voornoemd die kommer en last, als die komt, elkaar in de naam als voor volgens kind en kindsdeel gelijk helpen dragen en betalen, wat ze elkaar in de naam en op verbintenis als voor geloofd hebben zonder arglist. Schepenen Ghierl en Berijs.

Hiertegen zal Laureijs voors. als man en momber van zijn huisvrouw voors. hebben, houden en erfelijk voor zijn deel bezitten een huis en hof met de grond genaamd de Oude Stede en erfenis daaraan liggende, daarvoor in weide en daarachter in land, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd aan die Velthoven tussen:
erfenis van Jan Jan Gherit Hermans voors. hiervan afgedeeld
en van Jan Gherit Hermans voors. diens vader met zijn
kinderen en ook van de kinderen van Henrick Crillaerts een zijde
erfenis van Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens
en van Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met
haar kinderen voornoemd, zoals dat ook hiertegen gedeeld
en afgepaald is ander zijde
die gemeijn straat een einde
erfenis van de kinderen van wijlen Henrick Crillaerts voors. ander einde.
Nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in die Schijve aan de Dorenboom aldaar tussen:
erfenis van Jan Cornelis Spapen een zijde
erfenis van Marie en Marie met haar kinderen beiden
voornoemd, zoals dat hier afgepaald en gedeeld is ander zijde
erfenis van de kinderen van wijlen Henrick Crillaerts een einde
de gemeijne akkerstraat genaamd de Dijck ander einde.
Nog hiertoe zal hij hebben, houden en bezitten het zesde deel in 65 stuivers jaarlijkse cijns, die men heft op Cornelis Gherit van Boerden en zijn goederen gelegen aan de Horenvoirt volgens de brieven, die daarvan zijn zoals hij zeide.
Op welk huis, hof met de grond en erfenis daaraan liggende, stuk land en zesde deel in de cijns voors. de andere deelslieden voorschr. elk in de naam als voor vertegen hebben ten behoeve van Laureijs Jan Laureijs Eelkens voornoemd samen en op de schepenbrieven, die daarvan gewag maken, en op al het recht hen enigszins daarin toebehorende, met overgeven en afgaan zoals dat gebruikelijk is, ge-lovende op hen en op al hun goederen etc. deze erfdeling en dit vertijen etc. pro ut supra en alle kommer en calangies elk van zijnentwege daarop komende voor hem allemaal af te doen, behalve dat Laureijs voors. uit dit deel moet betalen:
de helft in 25 lopen rogge erfpacht in een erfpacht van 30 lopen rogge in de maat van den
Bosch te leveren aan die Bogaerden aldaar.
Nog de helft in 4 lopen rogge erfpacht aan de Heilige Geest van Tilburg.
'sHeren schouwen van de Schijve te onderhouden naar oude gewoonte.
Nog hiertoe aan Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens zijn schoonvader jaarlijks haar leven lang uit te reiken en te betalen deel in 2 mud rogge lijfpacht en in 6 karolus gulden lijfcijns en dat zij haar leven lang zal hebben en behouden haar woning in de uitkamer van het huis voors. en daartoe 2 roeden hof.
Item zij zal hebben het vijfde deel van het fruit , dat er jaarlijks zal groeien in de oude boomgaard en dat ze zal mogen houden 2 hoenders.
Item dat hij haar jaarlijks zal bezorgen 1600 turven en ook dat hij haar haar leven lang voor een vierde deel zal vrij houden van alle beden, loten en schoten en ander onraad, waar zij op gezet mocht worden, alles volgens haar brieven haar heden ten dage daarop verleend en gegeven.
Welke pachten, cijns en andere kommer of last voornoemd Laureijs voors. zo zal betalen, onderhouden of volgen en geloofd heeft, alles als boven in de brief van Jan. Met voorwaarden hierbij ook als boven.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 298 f 71r-72r 
Family F665
 
316 27 november 1537:
Hadwijch, weduwe van Gherit Beijkens, dochter van wijlen Melis die Laet volgens volgende acte R284
/18vso doet over aan haar wettige kinderen en kindskinderen haar tocht etc. in een huis, hof, schuur, schop, schaapskooi en erf, gelegen te Tilburg aan die Vijffhuijs.
Belendingen:
Andries Peters en anderen een zijde
gemeijnt ander zijde en beide einden
verder nog haar tocht etc. in een stuk land, groot 20 lopensaet, gelegen te Tilburg aan die Veijffhuis.
Belendingen:
Andries Peters en anderen beide zijden
jan Aert Smeijers en anderen een einde
erfenamen van Jan Mininck ander einde
Hadwijch zal daar jaarlijks uit beuren haar leven lang en niet langer een cijns van 50 stuivers, bedevrij.

zoon van wijlen Gherit Gherit Beijkens Peter zoon van wijlen Huijb vande Schoet, weduwnaar van Elijsabeth Beijkens, voor IJken zijn dochter, Gherit, de weduwe van Jan Gherit Beijkens en met haar Gherit haar zoon instaand ook voor Barbel, Jenneke en Marijke, zijn zusters bekennen schuldig te zijn aan Hadewijch, weduwe van Gherit Beijkens, hun moeder en grootmoeder, haar leven lang een lijfcijns van 50 stuivers uit huis en grond, zie acten voorgaand, alsmede 1 mud rogge die men op verscheidene personen beurt, te weten:
mud rogge op Heijn Mariens
mud rogge op Henrick die Bont
mud rogge op Heijnrick Beijkens
Verder zal zij beuren haar leven lang 20 stuivers cijns van Jan Ariaen Timmermans, verder de
wasdom van 20 stuivers sjaars van 20 karolus gulden, als Jan Aert Snijers beheert. Alles belastingvrij, vrij van beede, looten, scoten, schattingen en ander onraad.Indien zij gebrek lijdt
mag ze een beroep doen op de genoemde 2 x 20 karolus gulden.

Erfruiling.
Adriaen zoon van wijlen Gherit beijkens verkrijgt van Gherit Beijkens, zijn neef, de erfgoederen, die deze verkregen had van wijlen Peter Ghijben van Boerden en wijlen Mechteld, diens vrouw, grootouders van Gherit voors. Hieruit te gelden de rechtelijke commer. Gherit was zoon van wijlen Gherit Gherit Beijkens de broer van Adriaen Beijkens, en van wijlen Cornelis Peter Chijben van Boerden.

Erfruiling.
Gherit zoon van wijlen Gherit Gherit Beijkens, die wijlen Gherit (1) verkregen had bij wijlen Cornelis Peter Ghijben van Boerden, de erfgoederen, die Adriaen Beijkens geerfd had van wijlen Gherit Beijkens en Hadewijch zijn moeder, te weten 1/5 deel van huis, hof, schuur, schop en erf (zie | R 284/17r) aan de Vijffhuijse en het 1/5 deel van het erf. Hij ruilt dit, wat hij verkregen heeft van zijn grootouders, met zijn oom Adriaen Gherit beijkens tegen het erfdeel, dat Adriaen verkregen heeft van zijn moeder Hadewijch Beijkens, zodat Gherit Gherit Beijkens nu 2/5 deel heeft van die erfenis en Adriaen niets meer.

Erfdeling van de goederen van wijlen Gherit Beijkens tussen de erven:
1) Jan zoon van wijlen Aert Snijers als man van Agnes dochter van wijlen Gherit Beijkens en Hadewijch Melis de Laet.
2) Gherit zoon van wijlen Gherit Gherit Beijkens.
3) Peter zoon van wijlen Huijb vande Schoet, weduwnaar van Elijsabeth Beijkens, met zijn dochter IJken, waarvoor hij momboir was, en Ariaen zoon van wijlen Gherit Beijkens als toeziener.
4) Gherit de weduwe van Jan Gherit Beijkens en met har Gherit Jan Gherit Beijkens, haar zoon, ook voor Barbel, Jenneke en Marijke, zijn zusters, waarvoor momboir is Adriaen zoon an wijlen Gherit Beijkens en toeziener was Jan Cornelis Spapen. Aan Jan zoon van wijlen Aert Sneijers als man van
Agnes, dochter van wijlen Gherit Beijkens en Hadwijch Melis de Laat, is ten deel gevallen: de helft in een huis, hoeve, schuur, grond en erf gelegen te Tilburg aan die Vijffhuijsen.
Belendingen:
Gherit Gherit Beijkens en Gherit de weduwe
van Jan Gherit Beijkens, hiertegen gedeeld een zijde
Gherit Gherit Beijkens, hiertegen gedeeld,
en de erfgenamen van Andries Peters ander zijde
gemeijn straat beide einden
Verder nog de helft in een stuk land, gelegen te Tilburg aan die Vijffhuijsen.
Belendingen:
erfgenamen van Andries peters en anderen een zijde en ander zijde
Gherit Gherit Beijkens een einde
Gherit Gherit Beijkens en Gherit weduwe van
Jan Gherit Beijkens hiertegen gedeeld ander einde
Hieruit te gelden jaarlijks de helft van 1 mud rogge te Oisterwijk.
de helft van 9 lopen rogge aan de H. Geest vanden Bosch
de helft in stuiver en 1 penning aan de Heer van Tilburg
de helft van 1 oirtstuiver, en 1 penning aan de gezworenen van Tilburg.
de helft in 1 blank min 1 penning in Hilvarenbeek
de helft in braspenning te Loon te betalen.
Hij moet Gherit Gherit Beijkens toelaten de helft van de hof met de ooftboom voor 12 jaar.

Peter zoon van wijlen Huijb vande Schoet, weduwnaar van Elijsabeth Beijkens en aan IJken zijn dochter is ten deel gevallen:
de helft van een huis etc. gelegen te Tilburg aan die Vijffhuijsen (zie voorgaande acte)
Hieruit te gelden jaarlijks:
de helft van 1 mud rogge te Oisterwijk
de helft van 9 lopen rogge aan de H.Geest van den Bosch
de helft in een stuiver en 1 penning aan de Heer van Tilburg
de helft in 1 oirtstuiver en 1 penning aan de gezworenen van Tilburg
de helft in 1 blank min 1 penning te Hilvarenbeek
de helft in braspenning te Loon te betalen

Aan Gherit zoon van wijlen Gherit Gherit Beijkens, (kleinzoon van de erflater) is ten deel gevallen:
1) een weiland, gelegen te Tilburg aan die Vijffhuijs.
Belendingen:
jan Aert Snijers en Peter Huijben met zijn dochter
IJken, hiertegen gedeeld een zijde
gemeijn wech ander zijde
erfgenamen van Andries Peters een einde
gemeijn straet ander einde
2) een stuk land, groot 6 lopen, gelegen te Tilburg aan die Vijffhuijs.
Belendingen:
erfgenamen van Andries Peters een zijde en ander zijde
erfgenamen van Jan Moninck een einde
Jan Aert Snijers en Peter Huijben en dochter IJken,
hiertegen gedeeld ander einde
3) een stuk erf in land en hei, gelegen te Tilburg aan die Vijffhuijs.
Belendingen:
erfgenamen van Andries Peters een zijde en ander einde
Jan Aert Snijers ander zijde
Gherit Elijaes een einde
4) de helft in een schuur en schop, zonder de grond staande op de erfenis voors.
5) de helft in een stuk land en weiland, gelegen te Tilburg aan die Vijffhuijs.
Belendingen:
gemeijn straet een zijde
Jan Aert Snijers en Peter Huijben, hiertegen gedeeld ander zijde en een einde
gemeijnt van Tilborch ander einde
6) de helft in een heiveld, groot 9 lopensaet, gelegen te Tilburg aen die Vijffhuijs.
Belendingen:
Jan Aert Snijers en Peter huijben, hiertegen gedeeld een zijde
gemeijnt van Tilborch een einde en ander zijde
het vorige stuk land ander einde
7) de helft in een stuk land gelegen te Tilburg aan die Vijffhuijs.
Belendingen
Erve Andries Peters een zijde,ander zijde en ander einde
Jan Aert Snijers en Peter Huijben met
zijn dochter IJken een einde
8) het gebruik van de helft van het hoefke met de ooftboom, die daar in staat voor een termijn van 12 jaren, waarna Jan Aert Snijers en Peter Huijben uit dit alles te gelden jaarlijks:
12 lopen rogge aan de H. Geest van den Bosch
de helft van 1 mud rogge aan de rector van St. Maria Magdalena altaar te Hilvarenbeek
de helft in 9 lopen rogge aan de H. Geest van den Bosch
de helft in een kan wijn aan de kerk van Tilburg op Paasdag
de helft in 1 stuiver en oirtstuiver in Loon te betalen

Aan Gherit weduwe van Jan Gherit Beijkens en haar kinderen Gherit, Barbel, Jenneke en Marijke, is ten deel gevallen:
1) de helft in een schuur en schop, zonder de grond (zie vorige acte), gedeeld met Gherit Gherit Gherit Beijkens, verder nog de helft van het hofke met de ooftboom van 12 jaren.
2) de helft in een stuk land en weiland, waarvan de andere helft ten deel gevallen is aan Gherit Gherit Gherit Beijkens.
3) de helft in een heiveld, waarvan de andere helft ten deel gevallen is aan Gherit Gherit Gherit Beijkens.
4) de helft in een stuk land, waarvan de andere helft ook ten deel gevallen is aan Gherit Gherit Gherit Beijkens.

Gherit de weduwe van Jan Gherit Beijkens, met haar zoon Gherit en haar dochters Barbel, Jenneke en Marijke verkopen hun erfdeel (zie voorgaande acte) aan hun neef Gherit zoon van wijlen Gherit Gherit Beijkens.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 284 f. 17r-20r 
Family F1627
 
317 27 november 1636:
Rekeninge bewijs en reliqua die doende is Anthonis Arnout Anthonissen van ontfang en uitgaven ende administratie hem gehadt ende gedaen van wegen en als voocht van Soetken Arnouts sijne suster van halve bedde 27 november 1636.
Bron: Index weesrekeningen Etten-Leur, http://www.regionaalarchiefwestbrabant.nl 
Family F2437
 
318 27 november 1652:
Jaques Cane, schepen dezer stede, legt de eed af als voogd over Catelijne, oud 5 jaar, wees van Andries van den Broucke, moeder is Tanneken Verbiest.
Bron: Index weesboeken van Sint Anna ter Muiden sinds 1604 RAZVL nr. 487. 
Family F925
 
319 27 november 1668:
Adam Jan Wouters momboir ende Cornelis Denis Reijnen toesiender over de 2 onm. kinderen wijlen Jan Jan Peter de Bont daer moeder aff was Cornelia Wm Adriaen van Kerckhof.
Bron: RHC Tilburg, Eden van voogden, URL: http://rhc.tilburg.nl/studiezaal/naderetoegangen/tb/edenvanvoogden665.htm 
Family F1453
 
320 27 november 1677:
Peeter COrnelis van Baest momboir en Jan peeter Stockermans toesiender van de drie onm. kinderen Adriaen Cornelis van Baest daer moeder aff was Adriana Goyaers.
Bron: Eden van Tilburg, ORA Tilburg inv.nr. 668 en 669, http://www.regionaalarchieftilburg.nl 
Family F2629
 
321 27 november 1709:
Jannis van de Kerckhove, oom maternel, en Pieter Herny de jonge, goede bekende, leggen de eed af als voogden over Paulus, oud 14 jaar, Cristina, oud 13 jaar, Abraham, oud 10 haar, en Isack van Hecke, oud 6 jaar, wezen van Jannis van Hecke en Josina van de Kerckhove, beiden hier overl., 2 juli 1710 inv. overgebr., 2 maart 1712 vervangt Allexander Bodrij, aangetr. cosijn maternel, de overl. Jannis van de Kerckhove.
Bron: Index weesboeken van St. Anna ter Muiden sinds 1604, RA Zeeuws-Vlaanderen inv.nr. 488, fol. 26 
Herny, Pieter (I1536)
 
322 27 november 1709:
Jannis van de Kerckhove, oom maternel, en Pieter Herny de jonge, goede bekende, leggen de eed af als voogden over Paulus, oud 14 jaar, Cristina, oud 13 jaar, Abraham, oud 10 haar, en Isack van Hecke, oud 6 jaar, wezen van Jannis van Hecke en Josina van de Kerckhove, beiden hier overl., 2 juli 1710 inv. overgebr., 2 maart 1712 vervangt Allexander Bodrij, aangetr. cosijn maternel, de overl. Jannis van de Kerckhove.
Bron: Index weesboeken van St. Anna ter Muiden sinds 1604, RA Zeeuws-Vlaanderen inv.nr. 488, fol. 26 
van de Kerckhove, Jannis (I1965)
 
323 27-11-1676:
Jan Teulings verkoopt an Adam Jan Huijbrecht Schoenmaecker omtrent vrijff vierendeel buijnder lant tot Teteringen in de Leuvensdijck.
Bron: GABDA: Vestbrieven R 541, fol 195 
Family F558
 
324 28 december 1429:
Op 28-12-1429 verkocht Aert Jan Gijelijs aan Jan, zv Jan die Bont en zijn eerste vrouw Margriet van den Heesacker, een erfpacht van 12 lopen rogge op kerstavond te leveren uit het huis en hof dat hij bezit, in Haaren te Belver, naast Jan van der Scuere en naast Henric Toijts, met kerstmis aanstaande af te kopen met 25 gouden arnoldus gulden. Gecancelleerd op 07-01-1431.
Bron: RHC Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.146, microfiche 2-C6, f.39v-4, aktenr. 276, 28-12-1429. 
Family F1965
 
325 28 december 1657:
Jan Leupe, cosijn paternel, en Guilliame Cools, cosijn maternel, leggen de eed af als voogden over Jacob, oud 17 jaar, Maijcken, oud 9 jaar, Jaquemijnken, oud 7 jaar, Cathelijnken, oud 4 jaar, en Johannes Cieux, oud 2 1/2 jaar, wezen van Nicolaes Cieux en Jaquemijnken van Ackeren, inv.overgebr. 29 juni 1661, 22 september 1664 Guilliame Cools van zijn voogdij over de wezen ontslagen en vervangen door Jacob Cieux, een der wezen, nu meerderj, rekeningen overgebr. tot 17 juni 1671.
Bron: Index weesboeken van Sint Anna ter Muiden sinds 1604 
Family F924
 
326 28 december 1657:
Jan Leupe, cosijn paternel, en Guilliame Cools, cosijn maternel, leggen de eed af als voogden over Jacob, oud 17 jaar, Maijcken, oud 9 jaar, Jaquemijnken, oud 7 jaar, Cathelijnken, oud 4 jaar, en Johannes Cieux, oud 2 1/2 jaar, wezen van Nicolaes Cieux en Jaquemijnken van Ackeren, inv.overgebr. 29 juni 1661, 22 september 1664 Guilliame Cools van zijn voogdij over de wezen ontslagen en vervangen door Jacob Cieux, een der wezen, nu meerderj, rekeningen overgebr. tot 17 juni 1671.
Bron: Index weesboeken van Sint Anna ter Muiden sinds 1604

ongedateerd:
Anths. fs. Antheunis de Puijt, oom maternel, en Jan Leupe, cosijn paternel, leggen de eed af als voogden over Jacob, oud 13 jaar, Pouwelijnken, oud 11 jaar, Pieter, oud 7 jaar, en Johannes de Bruijne, oud 17 mnd., wezen van Pieter de Bruijne en Pouwelijnken de Puijt, 14 november 1674 inv. overgebr.
Bron: Index weeskamer Sint Anna ter Muiden na 1604, RA Zeeuws-Vlaanderen inv.nr. 487, fol. 103 
Family F1182
 
327 28 februari 1537:
Gherit Henrick van Boerden,
Marcelis Ghijsbrecht Wijthen als man van Margriet van Boerden
Aert Gherit van Vechel als man van Engelen Henrick van Boerden (alias Beijkens) hebben
vertegen aan Aert en Ariaen, zonen van Henrick Gherit van Boerden (alias Beijkens en
van Mechteld dochter van den Brekel) een erfpacht van 3 mud rogge jaarlijks uit huis en
hof, groot 16 bunder, gelegen te Tilburg op de Cauwenberch.
Henrick Gherit van Boerden (alias Beijkens) gehuwd met Mechteld Jacop van den Brekel had
op 1-12-1511 geloofd en gevest deze 3 mud roggeerfpacht te erce te geven aan:
Gherit Henrick van Boerden
Engelken diens zuster
Marcelis Ghijsbrecht Wijthen als man van Margriet Henrick van Boerden.
Aert en Ariaen, kinderen van Henrick van Boerden.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 283 f 48r

7 maart 1553:
Marcelis zoon van wijlen Ghijsbrecht Wijten, weduwnaar van Margriet dochter van Henrick Gherit Beijkens, heeft overgegeven aan Willem en Adriaen, gebroeders, zijn zonen, Ghijsbrecht natuurlijk zoon van Jan van Ghierl als man en momber van Katherina, Willem zoon van Willem Willem Verschueren als man en momber van IJke, Jan Jan Willem Verschueren als man en momber van Ghijsberta, dochters van Marcelis en wijlen Margriet voornoemd, en aan Peter en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Peter Gherit Reijnen als vader en om, mombers en regeerders van Peterke minderjarige dochter van Peter zoon van wijlen Peter Gherit Reijnen voornoemd, door deze Peter verwekt uit wijlen Mechteld diens vrouw, dochter van Marcelis en wijlen Margriet voornoemd, ten behoeve van dit Peterke voors., met afgaan en vertijen, zijn tocht en recht van tochtenwege, wat hij bezat door en na de dood van Margriet zijn huisvrouw voornoemd in alle erfelijke goederen gelegen mogen zijn en in de naam van zijn huisvrouw bevonden zullen mogen worden het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge, niets daarin uitgezonderd, zoals hij zeide.
De voornoemde Marcelis heeft geloofd als schuldenaar super se et bona sua etc. dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig te houden en van tochtenwege daar nooit meer aanspraak op te maken of te doen maken en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal etc., behalve dat aan hem Marcelis voors. daaruit en op te behouden zijn leven lang durende datgene, wat hem zijn kinderen en schoonzoons en mombers voornoemd geloofd is volgens een schepenbrief, die daarvan is.

Marcelis zoon van wijlen Ghijsbrecht Wijten, weduwnaar van Margriet dochter van Henrick Gherit Beijkens, heeft overgegeven aan Willem en Adriaen, gebroeders, zijn zonen, Ghijsbrecht natuurlijk zoon van Jan van Ghierl als man en momber van Katherina, Willem zoon van Willem Willem Verschueren als man en momber van IJke, Jan Jan Willem Verschueren als man en momber van Ghijsberta, dochters van Marcelis en wijlen Margriet voornoemd, en aan Peter en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Peter Gherit Reijnen als vader en om, mombers en regeerders van Peterke minderjarige dochter van Peter zoon van wijlen Peter Gherit Reijnen voornoemd, door deze Peter verwekt uit wijlen Mechteld diens vrouw, dochter van Marcelis en wijlen Margriet voornoemd, ten behoeve van dit Peterke voors., met afgaan en vertijen, zijn tocht en recht van tochtenwege, wat hij bezat door en na de dood van Margriet zijn huisvrouw voornoemd in alle erfelijke goederen gelegen mogen zijn en in de naam van zijn huisvrouw bevonden zullen mogen worden het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge, niets daarin uitgezonderd, zoals hij zeide.
De voornoemde Marcelis heeft geloofd als schuldenaar super se et bona sua etc. dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig te houden en van tochtenwege daar nooit meer aanspraak op te maken of te doen maken en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal etc., behalve dat aan hem Marcelis voors. daaruit en op te behouden zijn leven lang durende datgene, wat hem zijn kinderen en schoonzoons en mombers voornoemd geloofd is volgens een schepenbrief, die daarvan is.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R298 f 104r-v 
Family F1624
 
328 28 februari 1542:
Adriaen Cornelis Aertssen van den Bleke, Gheryt Cornelis Aertssen van den Bleke en Aert Cornelis Aertssen van den Bleke, gebruederen wijlen Cornelis Aertssen van den Bleke sonen, Lijsbeth Cornelis Aertssendr. met man en voogd Jacop Janssen, Gertruydt Cornelis Aertssendr. met man en voogd MErten Adriaenszone van der Voort, voir hen selven, en Adriaen Cornelis Aertssen van den Bleke als oom en voogd en Jan Peter Vrientszone als getroudt hebbende Marie Goos Cheeuw Aertssendr. de moeder in de plaetse en hier toe bevel hebbende van Good Cheeuw Aertssen de oudevader en toeiznder van wijlen Cornelis Aertssen van den Bleke onmondige kinderen, hebben de erfpacht van 5 lop rogs, die hen na de doot van wijlen Margriet Geryt Steven Coppensdr hon moeder aenbestorven was, in mindernisse van 15 lop rogs dair af Claes Adriaen Gherytssen 5 lop rogs heft, en d'andere 5 lop rogs bij den uutreijcker afgelost zijn, vercoft aen Peter Wouter Corneliszone. De pacht die verschenen is te Lichtmisse 1542 en die verschijnen sal te Lichtmisse 1543 sullen beijde Peter Wouter Corneliszone volgen.
Bron: ISIS Breda, Vestbrieven Alphen en Chaam 1525-1717, schepenbank Breda I-1b inventarisnummer 764 fol. 92r-v 
Family F2298
 
329 28 februari 1652:
comp Pieter Mortier camerbode deser stede is gemachtigd door Jan Arents woonende tot Liffinge in huwel hebbende Margriete Iemans ... hebben verkocht aan baljuw Geerloff Buyteman, twee partijen van landen ter cause van het overlijden van Iman Imansen en Jaquemijntje Uytenbogaerd haren vader en moeder, sijnde op d'eene partije gebouwt de hofstede van de acceptant ende d'andere partije op de oostsijde van de voorn hofstede aen de straat liggende binnen den schependomme deser stede volgens de ommelooper ende smalle cavelinghe tusschen de aeldinghers? ten sterfhuijse van de voorn persoonen...
Bron: Marianne Gossije, RAZvl inv.nr. 472 
Family F2402
 
330 28 januari 1553:
Hiertegen zullen Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens en Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar kinderen voornoemd hebben, houden en erfelijk bezitten, te weten Marie eerstgenoemd voor de ene helft en Marie de weduwe met haar kinderen voors. voor de andere helft, voor Marie laatstgenoemd tot recht van tochten en voor haar kinderen het erfrecht daarvan te blijven, een stuk erf in weide en akkerland gelegen met het huis, dat daar nu ter tijd op staat en door Gherit voors., toen hij leefde, daarop gezet zijnde, met het recht van de dijk, die daarnaast loopt, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd aan die Velthoven tussen:
erfenis van Laureijs Jan Laureijs Eelkens voors.
dat hiervan afgedeeld is een zijde
de dijk voors. ander zijde
de gemeijn straat en erfenis van Laureijs voors. een einde
erfenis van de kinderen vn Henrick Peter Crillaerts ander einde.
Nog een stuk erf in weide en akkerland liggende in de parochie en plaats voors. over de dijk voors. tussen:
erfenis van Heijliger Jan Crillaerts een zijde
erfenis van Peter Jan Martens ander zijde
erfenis van Jan Jan Gherit Hermans voors. een einde
de dijk voors. ander einde.
Nog een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genamd in die Schijve bij de Dorenboom aldaar tussen:
erfenis van Laureijs Jan Laureijs Eelkens voors.
hier afgedeeld een zijde
erfenis van Willem Meeus de Cremer ander zijde
de voors. dijk een einde
erfenis van de kinderen van Henrick Peter Crillaerts ander einde.
Nog hiertoe een stuk land gelegen in de parochie en plaats laatst voors.omtrent de kerk aldaar tussen:
erfenis van Willem Meeus de Cremer een zijde
erfenis van Jan Jan Hermans, waar een gemeijne
kerkweg op het einde dwars overgaat ander zijde en een einde
de Rijtsche Kerckwech ander einde.
Item zal de voors. Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens alsnog alleen hebben, houden en erfelijk bezitten het zesde deel in 65 stuivers jaarlijkse en erfelijke cijns, die men heft op Cornelis Gherit
van Boerden en zijn goederen gelegen aan de Horevoirt volgens de breiven, die daarvan zijn, zoals ze zeiden.
Op welke erfenissen met het huis en recht van de dijk allen voornoemd Jan en Laureijs, zwagers voors. vertegen hebben ten behoeve van Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens voors. voor de ene helft en ten behoeve van Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar kinderen voor de andere helft en nog ook die zelfden en met hen Marie weduwe voorschr. en Adriaen en Jan, momber en toeziener van haar onmondige kinderen voorschr., op het zesde deel van de 65 stuivers cijns voors. ten behoeve van Marie dochter van Jan Gherit Beijkens voorschr., samen en op alle schepenbrieven, die daarvan gewag maken etc. en op het recht etc. met overgeven en afgaan etc., gelovende elk in de naam als voor en zo het elk aangaat op hen en op al hun goederen, hebbende en verkrijgende etc. pro ut supra et moris est (zoals boven en gebruikelijk is) .
Waaruit Marie en Marie met haar kinderen voornoemd samen zullen betalen:
20 lopen rogge erfpacht in de maat van den Bosch en in den Bosch te leveren aan de Zusters
van Orthen.
Nog 5 lopen rogge erfpacht in een erfpacht van 30 lopen rogge aan de Bogaerden in den
Bosch en in den Bosch met de maat aldaar te leveren.
Nog 3 lopen rogge erfpacht in 14 lopen rogge erfpacht aan Jan Jan de Vet.
lopen rogge erfpacht aan de rector van Sinte Katherina altaar in de kerk van Tilburg.
Nog stuiver erfcijns aan de rector van Onze Lieve Vrouw altaar in het nieuwe koor in de
kerk voors.
Nog hiertoe de helft in 2 mud rogge lijfpacht en in 6 karolus gulden lijfcijns aan Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens voornoemd en haar Gheritke voors. te laten volgen haar leven lang het vijfde deel in het fruit, dat er jaarlijkse wassen zal in de boomgaard.
Ook haar jaarlijks te bezorgen elk 1600 (turven) en ook dat elk haar voor een vierde deel zal vrijhouden van alle beden, loten en schoten en ander onraad, waar zij op gezet mocht worden, volgens haar brieven haar heden daarop verleend en gegeven.
Nog hiertoe te laten wegen, die men van rechtswege moet laten wegen, en het hek hangende aan het voors. huis te onderhouden en ook 'sHeren schouwen van de Schijve en de waterlaat en ook de gewoonlijke paden te onderhouden naar oude gewoonte.
Welke pachten, cijnsen en andere kommer en last Marie en Marie met haar kinderen voornoemd zullen betalen, onderhouden en laten volgen en voldoen hebben geloofd Marie en Marie voornoemd met haar momber als voor en voors. Adriaen en Jan als momber en toeziener van de onmondige kinderen van de laatstgenoemde Maire als schuldenaars super se et bona sua etc. die zo te betalen etc.
Met voorwaarden hierbij, mocht er voor Marie en Marie met haar kinderen voors. op dit hun deel enige andere kommer etc. ut supra.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 298 f 72r-v

31 januari 1553:
Kond zij eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen onderschreven Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens met haar voogd ter ener zijde en Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens ook met haar voogd en met haar Adriaen zoon van wijlen Gherit Beijkens als momber en Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers als toeziener van Jan en Peter, gebroeders, Leenke en Corneliske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Gherit Jan Gherit Beijkens en Marie diens huisvrouw voornoemd, waar de momber en toeziener voors. voor instonden en geloofden, ter anderer zijde en ze hebben een erruil gemaakt als volgt:
Zo zal Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar kinderen voornoemd hebben, houden en erfelijk bezitten de helft aan Marie dochter van Jan Gherit Beijkens toebehorende in een huis, hof, grond en erfenis daaraan in weide en akkerland liggende met het recht van de dijk daarnaast lopende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd die Velthoven tussen:
erfenis van Laureijs Jan Laureijs Eelkens,
daar tevoren van afgedeeld een zijde
de voors. dijk ander zijde
de gemeijn straat en de erfenis van Laureijs voors. een einde
erfenis van de kinderen van Henrick Peter Crillaerts ander einde.
Nog hiertoe de helft in een stuk erf in weide en akkerland gelegen in de parochie en plaats voors. over de dijk voors. tussen:
erfenis van Heijliger Jan Crillaerts een zijde
erfenis van Peter Jan Martens ander zijde
erfenis van Jan Jan Gherit Hermans een einde
de voors. dijk ander einde.
Nog hiertoe de helft in een stuk land gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in die Schijve bij de Dorenboom, het geheel tussen:
erfenis van Laureijs Jan Laureijs Eelkens,
hier tevoren van afgedeeld een zijde
erfenis van Willem Meeus de Cremer ander zijde
de voors. dijk een einde
erfenis van de kinderen van Henrick Peter Crillaerts ander einde.
Nog hiertoe de helft in een stuk land gelegen in de parochie en ter plaatse laatst voorschr. bij de kerk het geheel tussen:
erfenis van Willem Meeus de Cremer een zijde
erfenis van Jan Hermans waar een gemeijne
akkerweg aan het einde dwars over gaat ander zijde en een einde
de Rijtsche Kerckwech ander einde.
Tot welk huis etc. en de andere percelen en stukken van erven voornoemd Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens en Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar kinderen samen toegekomen waren in een erfdeling gemaakt met Jan Jan Gherit Hermans en Laureijs Jan Laureijs Eelkens, hun zwagers, zoals uitvoeriger in deelbrieven van Tilburg begrepen is.
Op welke helft van het huis etc., recht van dijk en op de helft van de andere percelen van erven voornoemd Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens voors. vertegen heeft ten behoeve van Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens, haar tot haar recht van tochten en aan haar kinderen, door wijlen Gherit voors. uit haar verwekt, het erfrecht daarvan te blijven, samen met de genoemde en alle andere brieven, in zoverre die dit aangaan, en met al het recht en ze heeft dit overgegeven en is afgegaan op de gebruikelijke manier, gelovende met haar voogd als schuldenares super se et bona sua etc. dit vertijen, overgeven en afgaan altijd vast en stendig te houden en in haar naam te doen etc. en alle kommer en calangies van harentwege daarop komende voor hen allemaal af te doen, behalve dat Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens voors. met haar kinderen uit de voors. helft moet betalen, onderhouden en voldoen de helft van alle kommer en last, aan haar Marie en Marie met haar kinderen voors. in de voors. deelbrieven benoemd en begroot, behalve dat Marie dochter van wijlen Jan Gheit Beijkens zelf zal geven en betalen haar vierde deel in de beden, loten en schoten, waar Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens, haar moeder, op gezet zal worden, zonder arglist.

Hiertegen zal Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens voors. hebben, houden en erfelijk bezitten het vierde deel toebehorende aan Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar kinderen voors. in een jaarlijkse en erfelijke pacht van 4 lopen rogge in een erfpacht van 9 lopen rogge, die men jaarlijks heft op de erfgenamen en nakomelingen van wijlen Marten vanden Zandt en hun goederen gelegen te Tilburg in Oerle volgens de brieven, die daarvan zijn, en van welke 9 lopen rogge erfpacht voors. de andere 4 lopen rogge heft Jan Aert Smeijers, zoals ze zeide.
Op welk vierde deel van de 4 lopen rogge erfpacht voorschr. Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens en met haar Adriaen en Jan, momber en toeziener voors. in de naam van de onmondige kinderen voors. vertegen hebben ten behoeve van Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens voornoemd, tesamen met en op de brieven, die daarvan gewag maken, in zoverre die dit aangaan, en op al het recht hen enigszins daarin toebehorende en ze hebben dat overgegeven etc. gelovende met haar momber en de voors. Adriaen en Jan in naam als voor super se et bona sua etc. dit vertijen, overgeven en afgaan altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden etc. en alle kommer en calangies daarop komende allemaal voor haar af te doen.

Marie weduwe van Gherit Jan Gherit Beijkens met haar voogd en met haar Adriaen zoon van wijlen Gherit Jan Beijkens als momber en Jan zoon van wijlen Wouter Willem Zegers als toeziener van Jan en Peter, gebroeders, Leenke en Corneliske, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Gherit Jan Gherit Beijkens en Marie voors. in de naam van deze onmondige kinderen voors. gezamelijk op de goederen van Marie voors. en de momber en toeziener op verbintenis van de goederen van de onmondige kinderen voors., nu hebbende en nog later te verkrijgen, (hebben geloofd) te betalen aan Marie dochter van wijlen Jan Gherit Beijkens binnen een vierde jaar volgend op de dood van Gheritke weduwe van Jan Gherit Beijkens 70 karolus gulden, 20 stuivers of die waarde in ander goed gevalueerd geld daarvoor te rekenen voor elke karolus gulden voors.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 298 f 75v-76v 
Family F665
 
331 28 januari 1659:
Margrieta Loijs huijsvr. van Barthlm. de Vos fs. dhr. Nicolaes sergjant onder de compagnie van wijlent dhr. Capiteijn Poiser in guarnisoen tot Hulst geassisteert met Ferdinande Looijs haren broeder ende haren gehoren voogt in absentie van den selven haren man als jegenwoordigh sijnde gecommandeert met secours naer Deenmarcken... dat onlangs binnen Sluijs deser werelt is komen te overlijden juffr. Elisabeth Dauwers moeder vander suppt. voornoemden man in welcker sterffhuijse sijn bevonden notabele lasten ende daeromme hooghnoodige is bevonden te vercoopen eenige siffisante? onroerende goederen tot afflossinge vande voors. lasten ende schulden vanden serlven sterffhuijse selffs met kennisse ende prealabel consent ende authorisaetie vande magistraet van Sluijsint regardt van Isaac de Vos der suppl. mans broeder die vertrocken is naer Oostindien ende hebben haer oock daer op verleent authorisaetie tot het doen van de erffenisse tot securiteijt vande coopers mits Jacob de Vos ... versoeckt dat sij haeren man sal mogen vervangen.
Bron: RAZvl inv.nr. 473 fol. 9, 10

In 1659 trok Michiel de Ruyter met een gevolg naar Denemarken om de Denen te helpen in hun strijd tegen de Zweden. Kopenhagen werd door de Zweden belegerd en daarbij kwamen Zeeuwse troepen te hulp.
Bron: http://www.deruyter.org 
Family F2204
 
332 28 maart 1290:
Willem, heer van Boxtel, draagt alle rechten die hij meent te hebben op het patronaat en de tiende van de kerk van Veldhoven over aan de abdij Floreffe.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

28 maart 1290:
Willem, heer van Boxtel, en zijn broer Jacob machtigen Nicolaas Paiem en Jan, eertijds "claviger" van het hof van Luik, het patronaatsrecht van de kerk van Veldhoven terug te geven aan de bisschop van Luik ten behoeve van het klooster Postel.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

28 maart 1290:
Willem, heer van Boxtel, beveelt zijn procurator Jan genoemd "Claviger" te Luik alle rechtstitels met betrekking tot de kerk van Veldhoven ter hand te stellen aan de meester van Postel of de brenger van deze brief en verder om genoemde meester voor het gerecht bij te staan.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

28 maart 1290:
Willem, heer van Boxtel, en zijn broer Jacob verzoeken de deken van Woensel zijn zegel te hechten aan de oorkonden hem vertoond door Renier, meester van Postel.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

28 maart 1290:
Arnoud van Strijp, klerk van de aartsdiaken van Luik, gelast de investiet van Oerle om Jacob, broer van de heer van Boxtel, te dagen voor het gerecht van de bisschop van Luik of diens officiaal ten einde de definitieve uitspraak te horen in het geschil tussen Jacob enerzijds en Gerard, kanunnik van Tienen, anderzijds over de kerk van Veldhoven.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

10 april 1290:
Gerard van Nassau, aartsdiaken van Luik, uitspraak doende in het geschil tussen Jacob van Boxtel en Gerard van Tienen, die beiden gepresenteerd waren voor de kerk van Veldhoven, wijst de bediening van deze kerk toe aan Gerard van Tienen.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

11 april 1290:
Gerard van Nassau, aartsdiaken van Luik, oorkondt dat Nicolaas Payen, daartoe gemachtigd door Willem, heer van Boxtel, en diens broer Jacob, de rechten van beide genoemden op de kerk van Veldhoven heeft afgestaan.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

11 april 1290:
Jan IV (van Vlaanderen), bisschop van Luik, bevestigt de abdij Floreffe in het bezit van de tienden, kerken en patronaatsrechten die haar zijn geschonken, met name in Arendonk, Mierde, Oerle, Asten, Lierop, Rixtel, Helmond, Reusel, Overpelt en Houthalen, en bekrachtigt de schenking van het patronaatsrecht van de kerk van Veldhoven door Willem, heer van Boxtel.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

14 juni 1290:
Willem, heer van Boxtel, schenkt een jaarlijkse cijns van 10 penning Keuls, die het klooster Postel hem moest betalen in Veldhoven, aan dat klooster.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

9 juli 1293:
Jan I, hertog van Brabant, oorkondt dat Willem van Boxtel evenveel recht heeft op de grond als op de bomen van het bos van Elde.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

21 december 1293:
Willem, heer van Boxtel, beoorkondt een verklaring, ten overstaan van hem, zijn broers, zijn schout en zijn schepenen afgelegd door Nicolaas Coltken Gruter, inhoudende, welke van diens goederen leengoederen zijn, en hoe de erfopvolging dienaangaande zal plaatshebben.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

11 november 1308:
De kanunniken van St.-Servaas te Maastricht benoemen Jan van Cuijk, proost, Robert, deken, en Lodewijk, thesaurier van hun kerk, tot scheidsrechters in hun geschil met Willem, heer van Boxtel, aangaande de jurisdictie over Hamont, Achel en St.-Huibrechts Lille. (Vgl. I, nr. 776)
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

29 april 1309:
In een uitspraak van proost, deken en thesaurier van het kapittel van St.-Servaas te Maastricht in een geschil tussen het voornoemde kapittel en Willem, heer van Boxtel, over de jurisdictie over St.-Huibrechts Lille, Achel en Hamont wordt o.a. bepaald dat de heer van Boxtel voor deze jurisdictie jaarlijks 35 pond zwarte Tournooisen zal betalen, ten dele te voldoen uit goederen onder Diepenbeek, ten dele uit de tiende van Boxtel.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

6 juni 1309:
Jan II, hertog van Brabant, keurt goed dat Willem, heer van Boxtel, goederen te Diepenbeeck in erfpacht geeft aan de proost, de deken en het kapittel van St.-Servaas te Maastricht.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312 
Family F1325
 
333 28 maart 1536:
Gekomen zijn voor schepenen Gherit en Ghijsbrecht, gebroeders, zonen van wijlen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden, die Ghijsbrecht voors verkregen had bij Aleijd zijn huisvrouw, dochter van wijlen Gherit die Beer; Aert zoon van wijlen Ghijsbrecht Zegers als man en momber van Elijsabeth, Arijaen zoon van wijlen Cornelis Hermans als man en momber van Cornelia, Dierck zoon van wijlen Willem Vrancken als man en momber van Jutta, dochters van wijlen Ghijsbrecht en Aleijd voors; Wijtman Jan sGroten, die Jan verkregen had bij wijlen Heijlwich zijn huisvrouw, dochter van wijlen Ghijsbrecht en Aleijd voors; Cornelia en Willemke, gezusters, dochters van wijlen Arijaen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden, voor henzelf en met hen Gherit en Ghijsbrecht voors als mombers en Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts als toeziener van Arijaen en Arijaen, onmondige kinderen van wijlen Arijaen Ghijsbrecht van Boerden voors, die Arijaen gewonnen had bij Peter zijn huisvrouw, dochter van wijlen Willem Mutsaerts, en ze hebben een erfdeling gemaakt van de goederen, die hun verstorven zijn van wijlen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden voors en nog zullen aankomen van Aleijd diens huisvrouw voors.
Arijaen, Dierck en Wijtman voors zullen hebben, houden en erfelijk voor hun deel bezitten een huis, hof, schuur en schaapskooi gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Heijdsijde aen die Ruijbraecken, aldaar tussen:
erfenis van de erfgenamen van wijlen Sijmon Herman Heijsten een zijde
erfenis van Jan Arijaens en Korst Jan Korstkens ander zijde
erfenis van Gherit Peter Mutsaerts en meer anderen een einde
de gemeijnt die Ruijbraecken ander einde;
een stuk erf in land en heide, gelegen in de parochie en ter plaatse voors in de Horevoerts Ackeren, aldaar tussen:
erfenis van Gherit Peter Mutsaerts en Korst Jan Korstkens een zijde
erfenis van Jan Gherit Lemmens en Korst voors ander zijde
erfenis van Jan Gherit Lemmens een einde
erfenis van heer Jan vanden Wouwer ander einde;
nog een stuk erf gelegen in moer, gelegen in de parochie voors ter plaatse genaamd Achter de Vossenberch, aldaar tussen:
erfenis van de kinderen van Jan Ghijben van Boerden een zijde en een einde
de gemeijnt van Tilburg ander zijde
erfenis van de kinderen van Peter van Boerden ander einde.
Hieruit te gelden 2 mud rogge jaarlijkse en erfelijke pacht te betalen aan de kinderen van Henrick Bie?en in den Bosch; 1 mud rogge jaarlijkse en erfelijke pacht te betalen aan Laureijs Vermeer; 4 lopen rogge jaarlijke en erfelijke pacht te betalen aan de Rector van Onze Lieve Vrouwe Altaar in de kerk van Drunen; een lopen rogge erfpacht aan de Rector van Onze Lieve Vrouwe Altaar in het Nieuwe Koor in de kerk van Tilburg; 2 stuivers en 1/2 oertstuiver erfcijns aan de Hoge Rentmeester van den Bosch in Oisterwijk te betalen; 11/2 stuiver en 1 oertstuiver erfcijns te betalen aan de Heer van Tilburg; 1 mud rogge jaarlijske en erfelijke pacht aan de kinderen van wijlen Arijaen Ghijsbrecht van Boerden.
Ze moeten de waterlaat uitgaande op de Zwartrijt onderhouden. Verder moeten ze laten wegen die van rechtswege dit mogen.
Mocht hier nog meer kommer op komen, hier niet genoemd, dan zullen de andere deelslieden mee betalen.

Hiertegen zullen hebben, houden en erfelijk bezitten Ghijsbrecht voors en Aert voors als man en momber van Elijsabeth zijn huisvrouw de helft in een stuk beemd, waarvan de andere helft toebehoort aan Reijner Gherit Reijnen, de gehele beemd groot ongeveer 1 bunder, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Broecksijde, aldaar tussen:
Theeus Matheeus Dijck, die nu gebruiken Gherit Reijnen
en Willem Laureijs een zijde
erfenis van Thonis Meeus Biekens ander zijde
die Nijeuwe Leije een einde
erfenis van Reijner Gherit Reijnen ander einde,
de helft in een stuk beemd waarvan de andere helft toebehoort aan meester Goessen Verstegen, de gehele beemd groot ongeveer 11/2 bunder, gelegen ut supra (als voor) tussen:
de Dijck voornoemd een zijde
erfenis van het Convent van Tongerlo en van Steven
Jan Martens ander zijde
erfenis van Reijner Gherit Reijnen een einde
het stuk beemd hierna beschreven ander einde,
nog de helft in eens tuk beemd waarvan de andere helft toebehoort aan Reijner Gherit Reijnen, de gehele beemd groot ongeveer 11/2 bunder, gelegen ut supra (als voor) tussen:
de Dijck voors een zijde en een einde
erfenis van Cornelis Jan Zwagemakers ander zijde
het vorige stuk beemd ander einde.
Zij moeten hieruit betalen 2 stuiver erfcijns jaarlijks aan de Heer van Tilburg.
Verder moeten zij 'sHeren schouwen onderhouden.
Voorwaarden als in vorige akte.

Cornelis en Willemke, gezusters, en Arijaen en Arijaen hun broers, kinderen van Arijaen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden zullen hebben een jaarlijkse en erfelijke pacht van 1 mud rogge, die Gherit Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden zal gelden uit het huis, hof, schuur, schaapskooi en turfschop en meer andere onderpanden, onder voorwaarde, dat de kinderen niet meer dan een half mud rogge jaarlijks van dat mud zullen beuren zolang Aleijd hun grootmoeder nog leeft, die de andere helft zal beuren.

Adriaen zoon van wijlen Cornelis Hermans als man en momber van Cornelia, Dierck zoon van wijlen Willem Vrancken als man en momber van Jutta, dochters van wijlen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden en Aleijd diens huisvrouw dochter van wijlen Gherit die Beer, Wijtman Jan sGroten, die Jan voors verkregen had bij wijlen diens vrouw Heijlwich, dochter van wijlen Ghijsbrecht en Aleijd voors, hebben wettelijk en erfelijk verkocht aan Gherit zoon van wijlen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden elk hun recht en deel in een huis, hof, schuur, schaapskooi, turfschop met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende en ook in de 2 andere stukken erfenis ut supra (als voor), die aan Adriaen, Dierck, Wijtman en Gherit zoon van wijlen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden aangekomen waren van wijlen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden en Aleijt voors.

Gherit zoon van wijlen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden, Ghijsbrecht zijn broer en Aert zoon van wijlen Ghijsbrecht Zegers hebben beloofd als principaal schuldenaars te betalen aan Aleijt weduwe van Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden een jaarlijkse en erfelijke lijfpacht van 41/2 mud rogge gedurende het leven van Aleijd voors en niet langer, waarvan Gherit voors betalen zal 31/2 mus en Ghijsbrecht en Aert voors het andere mud uit het huis, hof, schuur, schaapskooi, turfschop met de grond en de erfenis daaraan ligegnde en daartoe behorende, uit twee stukken erf en nog uit de helft van een stuk beemd groot ongeveer 1 bunder en nog uit de helft van twee andere stukken beemd.

Gherit zoon van wijlen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden heeft beloofd als een principaal schuldenaar te betalen aan Cornelis en Willemke, gezusters, ten behoeve van hen en van Arijaen en Arijaen hun broers, kinderen van wijlen Arijaen Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden, een jaarlijkse en erfelijke pacht van 1 mud rogge uit het huis, hof, schuur, schaapskooi en erfenis ut supra (als voor) en uit het stuk erf ut supra (als voor). Zolang zijn moeder, de grootmoeder van de kinderen voors, nog leeft moet hij aan de kinderen voors de helft van dat mud rogge betalen en Aleijd zijn moeder de andere helft en na de dood van Aleijd voors de gehele pacht aan de voors kinderen.

Gherit ut supra (als voor) heeft beloofd als een principaal schuldenaar te betalen aan Arijaen zoon van wijlen Cornelis Hermans, Dierck zoon van wijlen Willem Vrancken en Wijtman Jan sGroten de eerste Lichtmis na de dood van Aleijd, de moeder van Gherit voors, 75 karolus gulden van 20 stuivers per stuk en daarvoor 11/2 mud rogge ter pacht toe te weten aan elk van hen 25 karolus gulden en een half mud rogge.

Aleijd weduwe van Ghijsbrecht Ghijsbrecht van Boerden, dochter van wijlen Gherit die Beer heeft wettelijk en erfelijk overgedragen aan haar wettige kinderen en kleinkinderen, die ze verkregen had bij wijlen Ghijsbrecht Ghijsbrecht haar man elk naar hun deel alle tocht en recht van tochtenwege, dat ze bezat na de dood van Ghijsbrecht voors in alle erfelijke goederen, waar die ook gelegen mogen zijn.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, transcriptie algemeen protocol, R282 fol. 59v-61v 
Family F3113
 
334 28 maart 1542:
Gekomen zijn voor de schepenen:
Jenneke weduwe van Jan Goessen van Boerden met Jan zoon van wijlen Peter Jan Eelkens haar huidige man ter ener zijde en
Adriaen zoon van wijlen Goessen van Boerden als momber en Peter zoon van wijlen Jan Korstkens als toeziener van Goessen; Marijke en Lijske, broer en zusters, onmondige kinderen die Jan voors. verwekt bij Jenneke zijn huisvrouw dochter van Korst Jan Korstkens, ter anderer zijde.
en ze hebben in het bijzijn van Heijlwich weduwe van Korst Jan Korstkens, die daarmee instemde, een minnelijk acoord en deling gemaakt van de goederen, die wijlen Jan Goessen van Boerden met Jenneke zijn vrouw bezaten en ook van de goederen, die Jenneke met haar kinderen versterven zullen van Heijlwich de weduwe van Korst Jan Korstkens, op de volgende manier.
Ten eerste is voorwaarde gesteld, dat Jenneke met Jan haar tegenwoordige man houden en in tochten zullen blijven bezitten alle erfgoederen, van welke kant ook gekomen, en die goederen niet te verergeren maar zo te laten zoals hij ze bevonden heeft, tenzij met goedvinden van de momber en toeziener van de onmondige kinderen, hierbij echter dat Jan zoon van wijlen Peter Jan Eelkens hetgeen hij daarop veroveren zal daarmee zijn eigen wil mag doen.
Wat betreft de havelijke goederen mogen Jenneke en Jan ook hun eigen wil doen.
Daarvoor moeten ze onderhouden de onmondige kinderen voors. van alles wat die nodig hebben naar hun staat tot ze meerderjarig zullen zijn en zo lang ze bij hun moeder willen wonen. Als ze meerderjarig zullen zijn en ze niet langer bij hen willen blijven dan zullen Jenneke en Jan haar tegenwoordig man hen moeten laten volgen in de erfelijkheid van alle erfgoederen met de kommer daar gewoonlijk uitgaande, die gekomen zijn van wijlen Jan Goessen van Boerden hun vaders kant, te weten de helft in 12 lopensaet beemd gelegen in het Ghilsche Broeck op het einde van de Ghilsche Dijck.
Nog 1/3 deel in de helft van een halve bunder beemd, wat verstorven is aan de kinderen van Ghijsbrecht Goessen van Boerden, hun oom. gelegen in Tilburg in Dalem.
Nog 1/3 deel in 12 lopen rogge erfpacht, die men jaarlijks heft op Henrick
Steven Smits.
Nog 1/3 deel in 6 karolus gulden loscijns, die men jaarlijks heft op Denijs Jan Reijnkens,
en hen dan uit te reiken en te betalen 150 karolus gulden van 20 stuivers eens aan de kinderen samen.
De andere erfgoederen, die gekomen zijn van Jennekens kant of nog zullen komen van Heijlwich voors. zal Jenneke met Jan haar huidige man mogen blijven bezitten en gebruiken als boven zo lang Jenneke en Heijlwich of de langstlevende van hun beiden in de mensheid zulen leven.
Nog is voorwaarde gesteld, dat indien Jenneke en Jan voors. samen enige wettige geboorte verwekken en die van hen achterblijven, dan zullen de voorkinderen en nakinderen gelijkelijk delen in de erfgoederen gekomen van de kant van Jenneke.
De havelijke goederen, die Jenneke en Jan zullen achterlaten, zullen aan de nakinderen komen en de voorkinderen zullen daarvoor hebben samen eens 45 karolus gulden na de dood van de langstlevende Heijlwich of Jenneke.
Alle goederen gekomen van de kant van Jan zoon van wijlen Peter Eelkens met ook de goederen en hetgeen hij en Jenneke samen veroverd hebben in hun leven zullen de nakinderen volgen en de voorkinderen niet.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg R 288 fol. 65v-67v 
Family F2088
 
335 28 mei 1343:
Schepenen van Tuil oorkonden dat Brino van Gellichem, Octo en Volpert, zijn zonen, verkocht hebben aan Walter Wickenbroit, ten gunste van vrouwe Mechteld, weduwe van heer Arnold van Hoekelen, ridder, land in Herwijnen op ten Geer, op ten Beemden en in de Helluschhove, nu Briens Hoeve genaamd.
Bron: Archieven.nl, Brabants archief, Klooster het Hollandse Huis bij Geertruidenberg, regesten 1266-1571 (toegang 240), regest nr. 24, inv.nr. 1

4 februari 1369:
Schepenen van Tuil oorkonden dat vrouwe Mechteld, weduwe van heer Arnold van Hoekelem, ridder, en Gerard van Leyenberch, haar zoon, verkocht hebben aan Gerard Lodderpaep, voor Gerard en Otto Lodderpaep, het land, beschreven in de akte van 1343 mei 28.
Bron: Archieven.nl, Brabants archief, Klooster het Hollandse Huis bij Geertruidenberg, regesten 1266-1571 (toegang 240), regest nr. 131, inv.nr 2. 
Family F1740
 
336 28 mei 1487:
Huybrecht Peter Jannisz. van Overa en Adriaen Jan Simoensz., schepenen in de Hage, oorkonden dat Dierick Jan Willemsz. erkent verkocht te hebben aan Jan Jacop Willemsz. een erfcijns groot 2 gulden, te betalen op St. Maarten, gaande uit zijn huis en land, samen groot een veertelzaad gelegen in Overvelt, en losbaar tegen de penning 18


Ge?insereerd in de akte dd. 1503-03-07 (REGB197)
Bron: Regestenlijst archief Begijnhof Breda regest nr. REGB182, URL: http://stadsarchief.breda.nl/collecties/obit/REGBEG.HTML 
van Overaa, Huijbrecht Peter Jannis (I1123)
 
337 28 oktober 1631:
Overleden Sluis Maegdalena de Put. Tr. Maerten Maertens. Kinderen: Reynier Maertens oud 16 jr; Samuel Maertens meer dan 10 jr en Cornelis Maertens oud 7 jr. Voogden: Adriaen Maertens, pat. en Monsieur Jaecques van Loo, mat. De moederlijke successie is geregeld bij contract als volgt in extenso:
12-05-1631, (letterlijke transcriptie)
Soo heeft Maerten Maertens over zijn huysvrouwe Magdalena de Putt, zijnde jegenswoordich geheel zieck naer lichaeme, belooft gelijck hij doet bij dese dat hij aen Reynier, Samuel ende Cornelis Maertens, zijn kinderen die hij geprocreert heeft bij de voors. Magdalena de Putt zullen vooren uyt
zijne goederen genieten, int gebeurde dat God de Heere de voors. Magdalena de Putt uyt dese bedroefde weerelt quame te haelen, onder henluyden drien de somme van hondert ponden grooten Vls. zijnde yder kint twee hondert guldens. Ende dat om redenen dat dezelve noch geheel cleene zijn.
Ende dat Adriaen, Elisabeth ende Jan Maertens, voorkinderen van de voors. Maerten Maertens geprocreert bij zijn eertse huysvrouwe vele gecost hebben, soo van cleeden, reeden etc. Voorts alsoo zijluydem de voors. Adriaen Maertens en Elisabeth Maertens mede hehhen uytgeset, geeleet ende
gereet in haerluyden trouwen. Soo helooft hij Maerten Maertens , indien hem Godt de Heere soo lange laet leven, dat zijne kinderen die hij geprocreert heeft hij de voors. Maegdalena de Putt quamen te trouwen, dat hij deselve mede sal eerlycken uytstellen naer haeren staet, gelijck hij heeft gedaen
aen zijn voorkinderen bovengenoemt. sender des yet van haer moederlyck daer vooren te corten.
Ende helooft hij Maerten Maertens, int Godt de Here belieft zijne huysvrouwe uyt de weerelt te haelen, dat hij zijn voors. kinderen Reynier , Samuel ende Cornelys Maertens geprocreert hij de voors. Maegdalena de Putt, sal volcommentlyck geven ende bewysen haer moederlyck goet, daerinne hij Maerten Maertens zijne conscientie helooft te quyten als een eerlyck vader schuldich is ende behoort te doene. Voorts soo sal Reynier, boven 't geene voors. hebben, 't geene zijn moeder hem legateert, eenen diamant, een robijn ende eenen sutte ende Samuel ende Cornelys yder een schale met een silveren beecker . T'oirconde in presentie van Plilips Eduwaerts als getuyge in Sluys ten dage als hoven, onderstont, hij mij Maerten Maertens, lager stont. my present Philips Eduwaerts als getuyge. 30.07.1631,
Jacques van Loo X Marie de Put, zuster van de overledene en Adriaen Maertens, halve broer van Reynier, Samuel en Cornelys Maertens, nagelaten wezen van de voorz. Maegdalena de Putt met Maerten Maertens, hun vader, hesluiten dat zij de drie wezen voor hun moederlijke successie elk ?
300.- zullen betalen, zijnde ? 900.- Dit behalve de ? 100.- en de juwelen.
Bron: Weeskamer Sluis 1605-1641 fol. 190v 
Family F1194
 
338 28 september 1707:
Jacop van der Strate legt de eed af als voogd over Johanna Scheers, 6 mnd., wees van Boudewijn Scheers, moeder is Cornelia Ozeel.
Bron: Index weesboeken van St. Anna ter Muiden sinds 1604, RA Zeeuws-Vlaanderen inv.nr. 488, fol. 25 
Family F474
 
339 29 april 1531:
Gekomen zijn voor schepenen Jan zoon van wijlen Anthonis Zijb Betten en Steven Jan Martens en ze hebben openlijk bekend gemaakt, hoe ze in verleden tijden gecomenscapt hadden alzulk versterf en recht van versterven, dat aan Jan voors als man van Marij, zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan die Bont toegekomen en verstorven was van wijlen Claeus die Bont, oom van zijn vrouw, in alle havelijke en erfelijke goederen, waar ook gelegen.
Zo is gestaan voor schepenen Steven voors en hij heeft beloofd super se et bona etc, dat hij aan Denis Arijaen Mutsaerts jaarlijks moet gelden een rente van 5 rijnsguldens van 20 stuivers per stuk , die te los staat met 10 rijnsguldens zoals Jan zeide en deze voors rente voor Jan voors alzo te gelden, dat er Jan voors, zijn goederen en nakomelingen door Denis voors en zijn nakomelingen daarvan ontlast zullen zijn ten eeuwigen dage.
Nog heeft Steven voors beloofd op verbintenis als voor aan deze voors Jan te betalen op Lichtmis a.s. 7 rijnsguldens van 20 stuivers per stuk geld naar de laatste valuati?en.
Bron: RHC Tilburg, algemene protocollen rechterlijk archief, R 279 f. 19r 
Family F1459
 
340 29 augustus 1736:
Jan de Witte, meerderjarig jongman woonende in de wateringe van Cadsant, toekomende bruidegom ter eenre, ende Maria Schippers wed. van wl. Jan Albert fs. Cornelis mede wonende in de wateringe van Cadsant, toekomende bruijt ter andre zijde, welke beijde comparanten gaven te kennen dat sij voorgenomen hadden, eerstdaags met elkanderen te treden in den egten staet des huijwelijcx...
zij spreken af dat ze in gemeenschap van goederen trouwen.
Als Jan als eerste komt te overlijden zonder dat ze kinderen hebben, mag Maria in het volle bezit van de boedel blijven, mits ze de nabestaanden van Jan al zijn kleren geeft. Als Maria als eerste komt te overlijden zonder dat ze kinderen hebben, zal de boedel worden verdeeld, waarbij Jan de helft krijgt en de erfgenamen van Maria de andere helft. Als een van haar voorkinderen nog leeft, zal Jan uit de nalatenschap een kindsdeel krijgen bovenop zijn kleren, lijnwaat, silven ende gout, het beste bedde met sijn toebehoren ende de beste ledige kasse.
Als een van hen komt te overlijden terwijl ze wel kinderen hebben, zal de langstlevende verweesinge moeten doen volgens coustume locaal, waarbij de langstlevende vooraf zijn of haar kleren, zoo linnen als wollen, goudt en silver, het beste bedde met sijn toebehoren ende beste ledige kasse krijgen.
Indien Maria de langslevende ware en ze hebben kinderen die voor haar komen te overlijden, dan zal hun vaderlijke successie naar Maria gaan.
Indien de langstlevende komt te overlijden terwijl ze geen kinderen hadden, zal de boedel gelijk tussen zijn en haar erfgenamen worden verdeeld.
Bron: Huwelijkscontract Jan de Witte en Maria Schippers, 29 augustus 1736; Waltherus de Smidt, notaris (Groede, Zeeland), minuten van notari?ele akten 1736-1743, inv.nr. 912; Vrije van Sluis, toegang 7; Zeeuws Archief, Middelburg, Zeeland

Mei 1748 (volkstelling):
Cadzand/Zuidzande/Retranchement
[.]
Jan de Witte G landman ? g.
K. 2
inwonend zijn vader Jan de Witte, over de 100 jaar oud
Pieter Keetelaar, verdient 16 pond
Janneken de Nijs, verdient 6 pond
Bron: P.J. van Cruyningen, transcribent, Vrije van Sluis. Liste van allepersonen die wegens de tauxatie. mei 1748 (1994), p. 71, huishouden van Jan de Witte 
Family F80
 
341 29 februari 1560:
Bekend zij aan eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Adam zoon van wijlen Cornelis Sijmons en Peter zoon van wijlen Henrick Hixpoers als door de heer aangestelde momber en toeziener van Goijaertke minderjarige dochter van Gerijt zoon van wijlen Adriaen Gerijt Beijkens, door deze Gerijt en uit wijlen Cornelia zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan Adriaen Verbruggen, verwekt en verkregen zijnde, aan de ene zijde en dezelfde Gerijt zoon van wijlen Adriaen Gerijt Beijkens als vader van Goijaertke voors aan de andere zijde en ze hebben een zeker accoord en verdrag onder elkaar gemaakt en bepaald betreffende de opvoeding van Goijaertke voors op de manier die hierna volgt:
Tengevolge van dit accoord is als voorwaarde gesteld dat de voors Gerijt zijn dochter Goijaertke voornoemd moet onderhouden ten zijner laste van mondkost, van kleding, van kousen, van schoenen en van allerhande benodigdheden, ziek en gezond, zoals een vader voor zijn kind schuldig is en behoort naar zijn staat en vermogen te onderhouden en dat tot haar mondige meerderjarige dagen toe of totdat ze tot een huwelijk of een andere staat gekomen zal zijn, waarvoor Gerijt de vader voors van stonde af aan zal ontvangen 70 karolus gulden in gereed geld uit handen van Adriaen Gerijt Henrick Beijkens als gekocht hebbende de helft van zekere stede aan de voors Goijaertke toebehorend hebbende en daartoe noch zal dezelfde Gerijt jaarlijks ontvangen zolang zijn dochter bij hem zal wonen een cijns van 32 stuiver, die ook aan de voors Goijaertke toebehoort en die aan haar momber en toeziener voors van de voors Adriaen heden ten dage toegevest is, met alzulke voorwaarden en duidelijke afspraak dat deze 70 karolus gulden en ook de voors cijns van 32 stuiver wederom aan Goijaertke voors zal komen zodra zij van haar vader gescheiden zal zijn om dan [daar] haar eigen vrije wil mee te doen.
De voornoemde Gerijt heeft beloofd op zijn goederen, beide havelijke en erfelijke, hebbende en verkrijgende, dat hij Goijaertke zijn dochter voors van alles wat voors is zal onderhouden en naar zijn staat genoeg zal doen en dat hij ook aan dezelfde Goijaertke nadat zij van hem gegaan en gescheiden zal zijn wederom zal betalen dezelfde 70 karolus gulden zoals hij die nu ontvangen zal en daartoe haar ook nog zal laten volgen de rente van de 32 stuiver per jaar, alles zoals voors staat zonder arglist.
Datum ut supra, scabini (datum als boven, schepenen) Meijnaerts en Ghierll.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 308 f 74r-v 
Beijkens, Gerit (I6382)
 
342 29 januari 1533 nieuwe stijl:
Aert en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Jan van Aerl, Cornelis zoon van wijlen Jan Zwagemakers voor de wettige kinderen van wijlen Wouter vanden Vossenberch, Aert zoon van wijlen Ghijsbert vanden Vossenberch. Michiel zoon van wijlen Jan Peijmans als man en momber van Ariaena dochter van wijlen Ghijsbert vanden Vossenberch, Jutta dochter van wijlen Ghijsbert vanden Vossenberch, Aert, Jan, Aert en Michiel voors voor Kathelijn dochter van wijlen Embrecht van Aerl hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Peter zoon van wijlen Willem Huijben een jaarlijkse en erfelijke pacht van 4 lopen rogge uit een erfpacht van 5 lopen rogge uit een huis, hof en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in de Berckdijck, aldaar tussen:
erfenis van Berijs Peter Eelkens een zijde
de Scaepsdijck ander zijde.
Nog uit 13 lopen land gelegen tussen:
erfenis van Willem Stelaerts een zijde
erfenis van Peter die Wagemaker ander zijde.
Nog uit 3 lopensaet land naast de erfenis van Willem Stelaerts.
Welke 4 lopen rogge erfpacht uit de voors erfpacht van 5 lopen rogge aan hen verstorven was van wijlen Heijlwich dochter van wijlen Aert van Aerl, hun moeije en oude moeije, welke 5 lopen rogge Heijlwich voors gekocht had van Jennijke weduwe van Ghijsbert Stelaerts en met haar Jan Bertholomeeus Jan Otten alias Biekens haar 2e man en Willem Stelaerts als momber en Dierck Jannis als toeziener van de onmondige kinderen van wijlen Ghijsbert en Jennijke voors en wat de voors Ghijsbert Willem Stelaerts gekocht had van Jan zoon van wijlen Jan Snellen met zijn broers en zusters en welke 5 lopen rogge erfpacht Heijlwich weduwe van Jan Snellen met haar kinderen gekocht had van de wettige erfgenamen van wijlen Jan Peijmans en welke 5 lopen rogge Jan Peijmans voors erfelijk beloofd had te betalen aan de wettige kinderen van Jan Peijmans.

Aert en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Jan van Aerl, Cornelis zoon van wijlen Jan die Wagemaecker voor de wettige kinderen van wijlen Wouter vanden Vossenberch hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Peter zoon van wijlen Willem Huijben een half mud rogge erfpacht uit huis, hoeve en grond en uit de erfenis van 16 lopensaet daartoe behorende ut supra (zoals boven), gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Berckdijck, aldaar tussen:
erfenis van Jan Hanrick Peijmans een zijde
de gemeijn straat genaamd de Venstraet ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Goijaert Celen ander einde.
Welk half mud rogge hun verstorven was van wijlen Heijlwich dochter van wijlen Aert van Aerl, wat Wouter Peter Dani?els gekocht had van Boudewijn zoon van wijlen Gerit Goeijaerts.

Bron: RHC Tilburg, algemene protocollen rechterlijk archief, R 280 f. 34v-35r 
van Aerl, Jan (I5829)
 
343 29 januari 1678:
Huwelijkscontract Pieter Sohier, oud hoofdman, won. in der Groede, wedr. van Catelijntie de Koningh, en Elijsabeth Pruijs fa. Jan, daer moeder af was Magdaleena du Pon, jd, mede won. parochie Groede, oud zo zij zei, 19 jr, geass. met haar oom en voogd Nicolaes Pruijs, won. Middelburg, en Philips Pruijs; geen gemeenschap van goederen; zij brengt alleen haar klederen in; indien hij eerst sterft, erft zij ?100 plus haar klederen en sieraden plus een bed met toebehoren, de rest komt aan zijn kinderen; indien zij eerst sterft, zonder kinderen, zal hij aan haar erven betalen f60, indien zij, eerst stervend, 1 of 2 kinderen nalaat, dan erft ieder kind voor moederlijke successie 800 car.gld., indien meer dan 2 kinderen nalatend, dan ieder kind ?100.
get: WT Jan Carton, WT Pierre Messean
WT Pieter Sohier, WT Elisabet Prus, MERK Nicolaes Pruijs, WT Philijppe Prusis (?)
Bron: Notariele acten notaris Jan Gillissen van Cruyningen, http://www.grijsbaard.demon.nl, RAZvl. 2153 nr. 126 
Family F1580
 
344 29 januari 1757:
Jacobus van Gulick en Maria Daamen leggen op verzoek van Pieternella de Weert, vrouw van Jan Vermeer, een verklaring af over de ruzie die Cock Cluijt zocht met Adriaen Borsten, zeevarende. Johanna Lightvoet, vrouw van Jan van Zelst te Waalwijk, verklaart dat genoemde Cluijt bij haar ruzie heeft gezocht en haar ramen heeft ingeslagen. Peeter van Iersel verklaart dat de zuster van genoemde Cluijt hem heeft verteld hoe haar man bedreigd was.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Loon op Zand R 99 fol. 160 
Family F1696
 
345 29 juli 1697:
Cornelis Nademael, als vader van Alegonde en Hendrina, zijn kinderen bij Adriaentie Pruijsers, voor een vierde deel, Jan van Loon, geh.m. Jenneken van Broeckhoven, Maria van Broeckhoven, Cornelis van Broeckhoven en Dingena van Broeckhoven, allen kinderen van Willemke de Pruijsers en Adriaen van Broeckhoven, voor een vierde deel, Jenneke Pruijsers, wed.v. Aelbert Geritse, Cornelia Pruijsers, en Wouterke Geritse Hoevenaer als rechthebbende van Maria Pruijsers en Wouterke Pruijsers, allen erfgenamen van Jan Peterse Pruijsers, voor een vierde deel, en Jan Wouter Willems, geh.m. Maria Pruijsers, voor een vierde deel, maken een boedelscheiding van de goedere van hun grootouders Peter Aertse Pruijsers en Jenneke.
Bron: John Boeren, transcribeur, "Rechterlijk Archief Loon op Zand, R 88 (1697-1703), boedelscheiding van erfgenamen van Peter Aertse Pruisers en Jenneke, 29 juli 1697, fol. 9v; transcriptie, Stichting Adriaen Snoerman Fonds (http://snoerman.org/bronloz2.ashx : gedownload 27 december 2008) 
Family F3378
 
346 29 juni 1547:
Adriaen Jansse van Greevenbroock heeft wettelijck verkocht Artden Jansse van Broockhooven ende Henricken Wouter Adriaensse zes lps. moers gelegen in de heerlijkheijt van Venloon eens af te stecken van de grondt,metten oisten eijnde aen den moer Gijsbertsen Jansse van den Pas metten westen eijnde aen Artden voorst. metter zuijden zijde neffen Gerit Vrancken ende metter noorden zijde neffen Jan Goijaert Smolders, alzoo hij zeede welcke zes lps. moers voorst. Adriaen voorst. gekocht heeft tegen Joncker Diricken van Assendelft. Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alzoo gewoonlijck ende recht is. Gelovende Adriaen voorst. als een principaele schuldenaer op hem ende op allen zijn goederen die hij heeft ofte verkrijgende mach Arden ende Henricken voorst. den voorst. moer te waren alzoo men moer schuldig is te waren ende allen commer aff te doen. Testes, Peeter Gijsbertssen ende Bartolomeus Jansse. Actum anno 1547 opten 29e dach junij.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 57 fol. 9r-v

1-8-1548:
Arnt Jansse van Broechoven als man en momboir van Jenneke zijn wijff een dochter Gerit Wouterszn. de Bont, heeft wettelijck ende erffelijck verkocht Jan Peter Faessenzn. eene ackerlants geheten den vorstenacker in zijnder grote gelegen in de parochie van Venloon op ten waterlaet metten oistenzijde neffen erffenisse Gerit Corneliszn. metter westenzijde neffen den erfgenamen Peeter Geritszn. streckende 't stegen aen eene gemeijne weg. Welcke ackerlant den voorschr. Arntden aenbestorven is met meer erffenisse van de voorschr. Geritden de Bondt gelijck dat in schepenen deelbrieven van Venloon daerop gemaeckt, volcomentlijck begrepen is. Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven met afgaan ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Gelovende Arnt voorschr. alle schulden betaelt op hem ende op allen zijn goet, hebbende ende verkrijgende, Jannen den voorschr. ackerlandts te waeren alzoo men erffenisse schuldig is te waeren ende allen comer af te doen. De voorschr. Jan zal uit voorschr. ackerlandts erffelijck betaelen des heeren grontchijns van Loon 1 1/2 stuivers ende 1 penning met alsulcke voorwaerden toe gedaen dat de voorschr. Jan aen de oostenzijde van de voorschr. ackerlandts den voetpat erffelijcke ongetuijlt laten liggende zal, ten gerieve van degene die daer recht toe hebbende. Hier is bij gestaen de voorschr. Gerit Corneliszn. ende heeft daer oock inne ge...senteert dat den pat alzoo voorschr. is zalblijven liggen tot een gesch... tussen den voorschr. Jan ende Geritden Cornelissen voorseijt. Testes, Goijaerdt Jansse ende Peeter Peetersse. Actum anno 1548 op den eerste dag augustus.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 57 fol. 30r

3 april 1551:
Arnt Janssoon van Broochhooven heeft gelooft te vergelden Claessen Peeter Adriaensse tot behoef Arijkens zijnder moeder eene jaerlijkse ende erffelijcke chijns van zes carolus guldens s' jaers tot twintig stuijvers elcke gulden gereckent, alle jaer tot Loon te betalen opten eerste meije dach, waeraf den eerste dach van betalinge zijn zal van meije naestkomende over een jaer, uit ende van zijnder erven in de parochie van Venloon gelegen opte Moelenstraet metter oisten zijde neffen erffenisse Peeter Faessen, metter noordenzijde neffen Matheus Geritsse ende voorts alomme aen mijne heer van Loon. Ende heeft opgedragen ende overgegeven ende gelooft te waren op allen zijn goederen, zoo waer men die binnen ende buijten Loon bevinden zal mogen ende allen commer af te doen. Testes, Goijardt Jansse ende Peeter Peetersse. Actum den 3e april 1551.
Deze erfchijns zal Arnt mogen lossen met hondert carolus gulden tot twintig stuijvers gereckent, teijnden den tijt van vier jaeren ende dat malcanderen metten verschenen chijnsen een vierendeel jaers te voren op te zeggen. Testes ut supra.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 57 fol. 140r

RAT. Loon op Zand. R 57 f 140r d.d. 3-4-1551.
Arnt Jansse van Broechoven heft gelooft te vergelden Claessen Peeter Adriaensse tot behoef Jans zijnen broeder eene jaerlijkse ende erffelijcke chijns van drie carolus gulden tot 20 stuijvers elcke gulden gereckent alle jaer tot Loon te betaelen opten eerste meije dach waeraf den eerste dach van betalingen zijn zal van meije naestkomende over een jaer, uit ende van zijnder erven in de parochie van Venloon gelegen opte Moelenstraete metter oisten zijde neffen erffenisse Peeter Faessen metter noorden zijde neffen Matheus Geritsse ende voorts alomme aen mijn heer van Loon, alzoo hij zeede.
Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven ende voorts gelooft te waren op allen zijn goederen, zoo waer men die binnen ende buijten Loon bevinden zal mogen ende allen commer af te doen. Testes et actum ut supra. Deese chijns zal Arnt mogen lossen met vijftig guldens teijnden vier jaeren. Actum et testes ut supra.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 57 fol. 140r

20 juni 1554:
Wij Peeter Peetersse ende Joist Peetersse, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest Joncker Dirick van Greevenbroock heer van Loon ende Arnt Jansse van Broechoven ende bekenden een erfwisselingen gedaen te hebben van erven om erven. Overmits welcker erfwisseling mijn heer van Loon Arntden voors. mits desen opgedragen ende overgegeven heeft een stuck heijlandts groot wesende 27 loopenzaetden in de parochie van Venloon gelegen opt meer, metter oisten zijde neffen die gemeijnte van Druenen, zuijtwaerts aen erffenisse mijns heeren van Loon voors. metter westen zijde ende noortwaerts aen Arntden voors. alsoo hij zeede. Gelovende mijn heer van Loon voors. Arntden die voors. 27 lps. heijlandts te waren alzoo men erffenisse schuldig is te waren ende allen anderen commer daer inne wesende af te doen den zelven. Overmits welcke erfwisselinge Arnt Janssoon van Broockhooven mijne voorschr. heer van Loon opgedragen ende overgegeven heeft een heijvelt groot wesende 27 loopenzaetden in de parochie van Venloon gelegen after de rechte heijrstraete metter oisten zijde neffen aen Adriaen Lambertssen ende meer anderen, metter westen zijde neffen Henrick Melis metten noorden eijnde aen mijn heer van Loon voors. ende metten zuijden eijnde aen Willem Priems ende meer anderen, alzoo hij zeede. Gelovende Arnt voors. op hem ende op allen zijn goet, hebbende ende vercrijgende, mijn voorschr. heer van Loon die voors. 27 lps. heijlandts te waren alzoo men erffenisse schuldig is te waren ende allen commer daer inne wesende af te doen den zelven. Actum anno 1554 den 20e juni.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 57 fol. 201r

11 augustus 1561:
Joncker Dirick van Greevenbroock Heer van Loon als grootvader ende overmomboir van Jozijnken van Greevenbroock onmondige dochter Joncker Florijs van Grevenbroock heeft gelooft te betalen Michielen Willem Laureijssen als gemachticht van allen den kijnder Arnts van Broockhooven 24 gld. Sinte Peeter ad catedrale. Nog anno 1565 .. vierentwintig gld. daer mede doot ende te niet zijn zal alzulcke 24 gld. sjaers als Joncker Florijs voorn. gelooft hadden te vergelden Arntden voorn. Testes, Joist en Jacop. Actum anno 1561 den 11 augustus.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 57 fol. 354v

11 augustus 1561:
Willem Willem Lauwerijssen (Ancems) ende Michiel zijn zoon als volcommentlijck gemachtichden van allen den kijnder ende kijntskijnder Arnts van Broockhooven, voor schepenen van Oisterwijck gepasseert in data 1559 den 19e januari ons ondergeschr. gethoont ende gebleeken. Alzulcken jaerlijcken chijns van 24 gld. sjaers als Joncker Florijs van Greevenbroock schuldig is ende gelooft heeft jaerlijcx te betaelen ende vergelden Arntden voorn. op Sinte Peeters avont uit allen zijnen goederen nae uitwijsen eene schepenen briefs van Venloon daeraf zijnde in data 1551 den 22e februari, hebben zij wettelijck opgedragen ende overgegeven Joncker Diricken van Greevenbroock Heer tot Loon ende gelooft te waren etc. Testes, Josten ende Jacop. Actum anno 1561 den 11e augustus.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 57 fol. 354v

10 december 1563:
Wij Joist Peeterssoon ende Jacop Janssoon de Bont, schepenen in Venloon doen condt dat voor ons gekomen zijn Wouter Artsse van Broochooven, Geeridt zijn broeder, Michiel Willemsse hen swager Arnt Mertens hen zwager absent, Peeter Adriaen de Lepperszoone ende Heijliger Jansse van Broochoven ende Heijliger Jansse van Broochooven ende Dirick zijn broeder beijde alsnog onmondig zijnde ende niet tegenwoordig zijnde, voor welcke Arnt ende des voorn. Jans kijnder die voorn. Wouter ende Huijbert Jan Wouterszn. geloofden ende instonden. Ende hebben bekent een scheidinge ende deijlinge gemaeckt te hebben van zommige achtergelaten renten hender ouders. Overmits welcker delingen Wouter voorgen. te deele gevallen is de helft van alsulcke 24 gld. 's jaers metten hooftpenningen als Joncker Dirick van Greevenbroock Heer van Loon hen schuldig is ende gelooft heeft te betalen, daer Michielen de andere helft af te delen gevallen is volgens brieven de Venloon in data 1561 den 11e dach in augustus. Ende hebben 't hem opgedragen ende gelooft te waren onder conditien ofte hij met recht ontwaert worden zij dat malcanderen zullen helpen dragen ende betalen. Actum den 10e dach december anno 1563. Wouter voorgen. heeft die voorschr. helft opgedragen Michielen Willemszn. met de brieven daeraf zijnde. Testes et actum ut supra.
Overmits welcker delingen Geeritden ende Arntden voorn. te deelen gevallen is eene chijns ofte rente van 18 gld. 's jaers daer Geerit jaerlijcks af hebbende ende opbueren ofte ontvangen zal 12 gld. ende Arnt 6 gld. die Joncker Dirick van Greevenbroock gelooft heeft te vergelden uit zijnder hooven bij 't slot gelegen volgens brieven van Venloon in data 1554 den 20e juni. Nog is Artden te delen gevallen 6 gld. 's jaers van 30 gld. 's jaers die mijn Heer van Loon oock schuldig ende gelooft heeft in een brief voorn. daer Geerit den brief af heeft ende gelooft heeft hen te leenen als 't van noode zijn zal.
Overmits welcker delingen den voorgen. Peeter, Heijliger ende Dirick te deele gevallen is 25 gld. 's jaers spruijtende uit 30 gld. 's jaers die Joncker Dirick voorn. oock schuldig is gelooft heeft volgens brieven van Venloon in data 1554 den 20e juni, die Peeter in zijnen bewaring heeft ende gelooft altijt hen te leenen als 't van noode zal zijn. Ende hebben 't hen opgedragen met de brieven etc. onder conditie als voor. Actum ut supra.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, nadere toegang ORA Loon op Zand inv.nr. 57 fol. 323v 
Family F2507
 
347 29 juni 1748:
Vermits het overlijden van Elisabeth Willemse van Dun
erffgenamen ab intestato
Jan Jaspers van Hooydonk
Clara van Hooydonk huysvr. van Hendr. Peerden etc.
Ende Aart Jacob van Galder
item Cornelia Jacob van Galder
item Corn. van Galder, Jan Bastiaen Biemans als in houwelyk hebbende Antonet Jacob van Galder, Jacob van Galder
erffg. ab intestato van de voorn. Elisabeth Dun van 's moeders syde
Bron: Brief J.A.Eling d.d. 25-7-1997, GABDA, Ginneken R 75 blz. 121v d.d. 29-6-1748

13 februari 1750:
Johan Schoenmakers en Johanna Peeter Schoenmakers, gehuwd met Cornelis van Galder, geven bij deze over aan Martinus en Adam Schoenmakers, item aen Hendrik Wouter Everts ende aen Willem Wouter Everts, den laeste ten behoeve van zijne twee kinderen verweckt aen Adriaentie Peeter Schoenmakers, met namen Anneken en Jan Everts,
parceel hoilants omtrent een buijnder, gelegen ter Teteringen in de Vught aen den Maesdijck, volgens veste 4 febr. 1695,
parceel saijland genaemt den Middelacker, groot 2 buijnders, gelegen als voren in het Hooghout aldaer, oostwaerts Antonij Jan Oomen, voglens veste 26 jan. 1699
huysinge, werft, hoff, boomgaert en erve daer aen gehoerende, groot 150 roeden, gelegen in de Lovensdijck,
parceel saeijlants genaemt den ......acker, groot 1 buijnder, als voor in de Lovensdijck, volgens veste 4 july 1718,
soo saeij als weijde daer op eertijts een huijs te staen, omtrent 300 roeden, in de Lovensdijk, volgens veste 3 may 1696

soo ende gelijck der verkooperen en coopers ouders Peeter Adam Schoenmakers ende Jenneken Maertens Verhaegen verkregen bij deelinge gepasseert voor heeren schepenen alhier op 9-1-1721
Den Coop is f 935-0-0
Rente voor 2/6 parten f 171-5-0
----------
f 1106-5-0
w.g.
Jan Schoenmaekers, Johanna Peeter Schoenmakers, Martinis Schoenmakers, Adam Schoenmakers, Hendrick Wouter Evers, Willem Wouter Evers.

Brief J.M. Eling d.d. 12-5-1997, GABDA Vestbrief Breda R 598/48 
Family F105
 
348 29 maart 1536:
Jan Cornelis Peters de Oude heeft beloofd als een principaal schuldenaar te betalen aan Jan Cornelis Peters de Jonge en Marija Cornelis Peters, zijn broer en zuster, een jaarlijkse en erfelijke cijns van 23 stuiver, te betalen elk jaar met Lichtmis waarvan de eerste termijn van betaling zal zijn nu met Lichtmis a.s. uit het versterf, dat hij verkregen heeft van wijlen Elijsabeth dochter van wijlen Jan van Hoeff zijn moeder, waar ook gelegen.
Staat te los ten schoonste altijd met Lichtmis met 18 karolus gulden van 20 stuivers per stuk.
Bron: RHC Tilburg online, Nadere toegangen Tilburg R 282 fol. 61r-v 
Family F1986
 
349 29 maart 1538:
Ghijsbrecht zoon van wijlen Peter Zegers bekent schuldig te zijn aan Kathelijn weduwe van Ghijsbrecht Peters een jaarlijkse en erfelijke cijns van 45 braspenningen uit huis, hof, schuur en erf, groot 28 lopensaet, gelegen te Tilburg aan die Broecksijde.
Belendingen:
De persoonschap van Tilburg een zijde
Ghijsbrecht die Mulder ander zijde
de persoonschap van Tilburg een einde
de gemeijn heerbaan ander einde
Staat te los na de dood van Kathelijn met 45 karolus gulden van 20 stuivers.

Peter zoon van wijlen Peter Zegers bekent schuldig te zijn aan Kathelijn weduwe van Ghijsbrecht Peters een jaarlijkse en erfelijke cijns van 28 braspenningen uit huis, hof, schuur en erf, groot 23 lopensaet gelegen te Tilburg in Oerle.
Belendingen:
H. Geest vanden Bosch een zijde
Claeus vanden Eijndt ander zijde
H. Geest vanden Bosch een einde
ghemeijnt van Tilburg ander einde
Staat te los na de dood van Kathelijn met 28 karolus gulden van 20 stuivers.

Marij weduwe van Willem van Spaendonck, Hadewich en Marij, haar dochters Henrick, Aleijdt en Geertruijd bekennen schuldig te zijn aan Katherine ut super (Kathelijn weduwe van Ghijsbrecht Peters) een jaarlijkse erfcijns van 40 braspenningen uit huis, hof, schuur en erf, groot 5 lopensaet, gelegen te Tilburg aan die Rijt.
Belendingen:
Jan die Vet een zijde
Jan die Vet en anderen ander zijde
Embrecht die Canter een einde
gemeijn straet ander einde

Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Tilburg, R 284 fol. 54v-55r 
Zegers, Peter Claes (I5820)
 
350 29 maart 1684:
Pieter van der Straten, oud-burgemeester en schepen, left de eed af als voogd over Pauwelijnken de Puijdt, wees van Elijsabeth van der Straten, vader is burgemeester Anthonis de Puijdt.
Bron: Index weeskamer Sint Anna ter Muiden na 1604, RA Zeeuws-Vlaanderen inv.nr. 488, fol. 4 
Family F471
 

      «Prev «1 ... 3 4 5 6 7 8 9 10 11 ... 35» Next»