Stamboom Marijnissen

Notes


Matches 1,201 to 1,250 of 1,728

      «Prev «1 ... 21 22 23 24 25 26 27 28 29 ... 35» Next»

 #   Notes   Linked to 
1201 Jutta was weduwe toen ze trouwden. Family F1331
 
1202 Katelijn was weduwe toen ze trouwden. Family F1318
 
1203 Kerkeraadshandelingen Zuidzande 1659-1812:
1-4-1696: Avondmaal afwezig o.a. Adr. Plassaert en vr.
6-10-1697: Avondmaal afwezig o.a. Adriaen Plasschaert en vr.
3-7-1700: consistorie: Ruzie tussen de vrouwen van Ad. Plasschaert en Jannes Verbruggen. Adriaen Plasschaert als potentiele diaken.
2-4-1701: consistorie: diken Adr. Plasschaert afgeh.
2-7-1702: Avondmaal afwezig o.a. Adriaen Plasschaert.
6-4-1704: Avondmaal afwezig o.a. Ad. Plasschaert
0-1-1723: Adriaan Platschaart att. naar St. Anna ter Muiden.

Aankoop van een hofstede, 9 januari 1698
Bron: Jannis Nuijtingh, notaris (Zuidzande), minuten van notari?ele akten, 1697-1712, transport Versprille aan Plasschaert (9 januari 1698); inv.nr. 940, Vrije van Sluis, toegang 7, Zeeuws Archief, Middelburg; digitale film 008732184, FamilySearch (https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QHV-V36W-S9G8-L?i=60&cat=408039 : geraadpleegd 6 december 2019), afb. 61-62.
Samenvatting:
9 januari 1609" Lieven Versprille, landtman in Cadzandt, die verklaarde te hebben verkocht aan Adriaen Plasschaert mede landtman in Cadsant een hofstede met gevolge vandien onder de parochie van Cadsandt int 23e begin van Zuijtande geseght den Oostburger, met den voors: hofstede sal volgen in Eijgendom huijs schuijr wagencot en verdere timmeragie, met al wat aert en nagelvast daer aen hoort, mitsgaders alle plantagie op het pachtlant vande hofstede staende, gereserveert eenige boomen staende aen den noort cant als oock de thuijnen heckens en heijningen den vercooper toegehoorende. Verders sal in pachte volgen met de hofstede den nomb. Van 63 roeden landt daer van de vercooper sal de pachtbrieven overleveren, de cooper sal int gebruijck van sijn gekochte hofstede comen meije aenstaende 1698. Vande andere landen sal hij int gebruijck comen nae het roen van den ougst. Den cooper sal moeten gedoogen dat den vercoopers beesten sullen op het hof mogen gaen om te gaen drijncken tot meije aenstaende 1698. Den vercooper sal tot sijnen profijte houden al het vierjarige waij vant hout sonder eenige verdere pretentie te mogen maken op den cap van eenigh hout hier van behoudens dat den cooper sal cappen het gewaij . de dreve. Oock sal den cooper gehouden wesen geode sorge te dragen dat sijne beesten geene schade comen te doen aen eenige vruchten of deselvesn eenige schade quamen te doen sal hij cooper deselve moeten vergoeden.
Desen coope gemaeckt voor de somme van 308 pont 6 schellingen 8 grooten vlaems.

6 augustus 1709:
Bartholomeus Meurisse en Abraham Silion, als voogden van de wezen Cornelis en Anna Meurisse, voorts oud hoofdman Claes Faes over de gemeene erfgenamen van wijlen hoofdman Pieter Pauwels als gewezen voogd van de voors. wezen, permissie tot verkoping gekregen hebben van de vierschaar jegens Adriaan Plasschaert op 23-4-1708 tot recouvre van de voors. wezen haar penningen over moederlijke successie, openbaar hebben verkocht, en dienvolgend Adriaen Plasschaert en hun wezen te ontuiten en onterven aan sr Jacobus de Jonghe, van een hofstede in de prochie Cadzand, 23e begin van Zuidzande, geseyhdt den Oostburger; koopsom 125.6.8 pond vls. De tweede is een schuldbekentenis in Vrije790, verbanden f16, 2-3-1712, van Bartholomeus Meurisse, won. Groede, aan Abraham Gillon als wett. voogt van de nagelaten onmondige wezen van Cathelijnken Meeussen, over 77.13.11 pond vls, overt geen de comparant bij slot van rekening, overgebracht ter weeskamer v t vrije, 27-11-1711 schuldig is gebleven; onderpand een huis in Groede.
Bron: E-mail Huib Plankeel d.d. 24-4-2000, Vrije787 (transportregisters Vrije), f68, 6-8-1709.

2 maart 1712:
Bartholomeus Meurisse, won. Groede, aan Abraham Gillon als wett. voogt van de nagelaten onmondige wezen van Cathelijnken Meeussen, over 77.13.11 pond vls, overt geen de comparant bij slot van rekening, overgebracht ter weeskamer v t vrije, 27-11-1711 schuldig is gebleven; onderpand een huis in Groede.
Bron: E-mail Huib Plankeel d.d. 24-4-2000, Vrije790, verbanden f16, d.d. 2-3-1712

Weesakte wezen van Adriaan Platschart en Catelijntje Meeussen, 22 december 1714
Bron: Vrije van Sluis, weesakten 1711-1729, Platschart-Meeussen (22 december 1714); "Netherlands, Zeeland Province, Church Records, 1527-1907," digitale afbeeldingen, FamilySearch (https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QSQ-G9QJ-QCL4?i=51&cc=2036997&cat=406013 : geraadpleegd 6 december 2019), pad: Civil > Vrije van Sluis > Weesakten 1711-1729 > afb. 52-54.
Samenvatting:
Vrijdag 22 december 1714
Request bij Abraham Gillon als wettelijke voogd van Jan en Maerten Plasschaert minderjarige weesen van Adriaen Plasschaerd en sijn overleden huijsvrou: Catelijntje Meeusen, mitsgaders als geweesen bijstaende voogt van Cornelis en Anna Meurisse (die alsnu bij competenden ouderdom van jaren haer selfs sijn gedegen) mede naergelaten kinderen van voorn. Catelijntje Meeusen tharen eersten huwelijke verweckt bij wt. Jacob Meurisse, te kennen gevende hoe dat de vier kinderen over hunne moederlijke successie te samen sijn verwewest 283 ponden 6 schellingen 10 groten vlaams, ten gevolge het sloth van staet van goede van de nalatenschap van hunne moeder hier ter weescamer gebragt 5 augustus 1702, van welke penningen Adriaen Plasschaert als gebleven weduwenaer en besitter ten sterfhuijs heeft blijven behonden onder tacite en speciael verband van sekere hofstede staende in Cadsant int 23 begin van Z: Zande gewest den Oostburger bij den selven Plasschaert ten boedel van der weesen moeder in prijsie aengenomen ter somme van 300 pounden Vlaams. Plasschaert cort daerne merlijke is afgegaen van goede en ten agteren geraekt, in soo verre dat lle desselfs goederen wegens eenige sijne crediteuren tot recouvre van haer ager wesen sijn gedaen vercoopen en alsoo uijt t geheel en al is geset alleenich overig houdende de voorn hofstede dewelke op 3 mei 1708 bij den stocke mede is vercogt, en het suijvre provenie daervan ter somme van 123 ponden 3 schellingen 4 groten door de als doe administrerende voogt van de voorn. Cornelis en Anna Maurisse ontfangen en haer in rekeningen verantwoord ter voldoeninge per reste haerder voornom. Moederlijke successie. Ende gemerkt de voors. weesen Jan en Maerten Plasschaert egael met deselve Cornelis en Anna Mourisse hebben regt van hypotheecq op de voorn. Hofstede en vervolgens gelijk regt van preferentie op t provenue der selve, te meer concurentie van hare voorn. Moederl: successie, te meer de wijl den meergem: Adriaen Plasschaert hunner vader geen goederen ter wereld hebbende, waernne sij deselve cunnen recouvreren. Derhalven keert den suppl. Hem tot uEd: oodmoedigh biddende der serlver goede geliefte sij, de voorn: Cornelis en Anna Maurisse te ordonneren en constringeren omme aende suppl: als voogd van gem: weesen Jan en Maerten Plasschaert, te restitueren en te betalen, de geregten helft van t provenue der voorn: vercogte hofstede, bij haer int geheel genooten en geprofijteert, en dat ter concurrentie soo verre strecken kan van hunne voorn. Moederlijke successie, met den intrest van den selve wederhelft sedert dat die bij uhn is genoten tot der tijd de selve aen suppl. Sullen werden opgelegt. 
Family F790
 
1204 Kerstianus en Cornelia hebben in 1706 een testament op de langstlevende op laten maken. Hij was toen ziekelijk, zij nog gezond. Notarieel Archief Breda 621 akte 24. Family F117
 
1205 Komt talloze malen in de schepenregisters voor, waarbij hij vele erfpachten en lnderijen koopt (totaal voor 42 veertellen rogge per jaar en 10 bunder land), zodat hij op het einde van zijn leven aanzienlijk gegoed zal zijn geweest. Tussen 1528 en 1539 komt hij enige malen voor als schepen.
Bron: J.J.M. den Braber: Kwartierstaat den Braber, tak 27, URL: http://www.geocities.com/hdb.geo/kwartierstaat/kwst27.html 
Oomen, Heyn Adriaen Heyn (I4041)
 
1206 Krant: Tilburgse courant 20-3-1873:
Maandag jl. was de wijk Oerle alhier, in rep en roer, eerst werd het kind van de metselaar Johannes Cornelis van den Heuvel door een paard met kar overreden, hulp door Dr. Kieckens mocht niet meer baten, het kind was 2 jaar.
Bron: Krantenregister Bibliotheek Midden-Brabant, http://www.bibliotheekmiddenbrabant.nl/statisch/P_krantenregister.asp 
van den Heuvel, Gerardus Hendricus (I8452)
 
1207 Laat kinderen na. van Gulik, Jacobus (I6669)
 
1208 Laat ouders na. van Leent, Antonia (I12889)
 
1209 Laat vrouw en kinderen na. Paridaens, Anthonij (I12942)
 
1210 Lambrecht z.w. Jan Peynenborch 6 L rogge jeep hem in verscheyde erfpachten van Achten een half mud rogs die jaarlijks erfelijk geldende zijn Margriet Poeynenborchs zijn moeder wetende Jan van Uden 4 1/2 mud rogge daaraf Aert Belnuys 2 mud dair af die kynderen Peter Lambrachts 2 mudden daeraff op Lichtmis uit verscheyde onderpanden hen toebehorende in par. haaren volgens verschillende schepenbrieven overgedragen Wouter en Embrecht zijn bruederen.
Bron: Regionaal Archief Tilburg, regestern schepenbank Oisterwijk 847, R233 fol. 28v-2 
Family F3305
 
1211 Lenen Baardwijk 135?:
20 morgen land op de Doeverse weide tot de Ride op de westzijde, (1451: in Baardwijk in Holland, zijnde twee kampen, strekkend van de Doeverse sluis noord tot Willem, zoon van wijlen Jan Pijlijser, west: Willem Pijlijser, oost: kinderen Arnout Coninx, en twee kampen, strekkend van de Doeverse sluis noord tot de arme mannen, west: kinderen Arnout Coninx, oost: twaalf arme mannen).
..-.-135.: Heer Jan Pijlijser voor Udele, dochter van heer Otto van Valkenvoorde, zijn vrouw, Lh. 2 fol. 57, 1111 p. 466.

Bron: J.C. Kort: De lenen van de hertog van Brabant in en bij het land van Heusden, 1312-1645 
Family F3215
 
1212 Lijst van huizen in de heerlijkheid Loon op Zand 1736:
Kaatsheuvel nr. 375 (hutje):
Eigenaar/bewoner: Gerrit van Hal.
Bron: Stichting Adriaen Snoerman Fonds, http://www.snoerman.org/lz/huis1736.html

15 november 1737:
Corstiaan van Wanrooij, Jan Coenen van Boxel, Gerrit van Hal, Peeter Valentijn en Huijbert Conings, leggen op verzoek van Francis Bersevelt een verklaring af over zijn ruzie met Thomas Paans.
Bron: RHC Tilburg online: Nadere toegangen Loon op Zand R 94 fol. 99

21 september 1748:
Inventaris van de nalatenschap van Gerrit van Hal, nu in tocht bij Maria Damen en later eigendom van hun drie kinderen.
Bron: RHC Tilburg online: Nadere toegangen Loon op Zand R 97 fol. 124 
Family F1697
 
1213 Lijst van huizen in de heerlijkheid Loon op Zand, 1736:
Mariendaal 494 (huisje of hutje)
eigenaar/bewoner: weduwe Arnoldus van Gulik.
Bron: Stichting Adriaen Snoerman Fonds, http://www.snoerman.org/lz/huis1736.html 
Family F2174
 
1214 Liutprand noemt "Bertam Suevorum ducis Bruchardi filiam" als vrouw van "Rodulfus rex Burgundionibus".
Bron: Medieval lands, http://fmg.ac/Projects/MedLands/Contents.htm 
van Zwaben, Berta (I10765)
 
1215 Liutprand noemt Berengar als zoon van "Adelberto Eporegi? civitatis marchione [et].Gisla Berengarii regis filia".
Bron: Medieval lands, http://fmg.ac/Projects/MedLands/Contents.htm 
di Ivrea, Berengario Ii (I10469)
 
1216 Liutprand vermeldt dat de vrouw van Gislebertum Lotharingorum ducem" was "regis sororem. Flodoard noemt haar "Gerbergam" wanneer hij haar tweede huwelijk vastlegt.
Bron: Medieval lands, http://fmg.ac/Projects/MedLands/Contents.htm 
van Duitsland, Gerberga (I2539)
 
1217 Lucas trouwt voor de tweede keer met Piternella Jan Mattheissen.
Princenhage, otr. 7 november 1717, tr. 21 november 1717.
Lucas Lucassen van Breght, weduwnaar van Maaiken Adriaansen van Roij, en Piternella Jan Mattheissen, J.D. geb. en wonende te Princenhage.
Uit dit huwelijk:
1. Anna van Braght, ged. te Princenhage op 31 oktober 1718, getuigen: Jacobus Michaelis Dircke (abs.) en Anna Cornelia Voeten.

Bron: trouw- en doopkaartjes archief Breda 
Family F112
 
1218 Lucas was eerst getrouwd met Jenneke Jacob Hendricx. Met haar ging hij te Princenhage in ondertrouw op 24 oktober 1676. Ze trouwden op 8 november 1676. Na de dood van Lucas hertrouwt Adriaantje met Marten Leender Timmers uit Princenhage. Ze gaan op 15 mei 1689 in ondertrouw en trouwen op 29 mei 1689. Family F119
 
1219 Lyon, 17 mei 1249:
Paus Innocentius IV draagt de deken van St.-Paulinus te Trier op er voor zorg te dragen dat Arnoud (van Diest) in het bezit gesteld wordt van Schoten, Merksem en Ekeren, zoals diens vader Arnoud, heer van Diest, was toegewezen bij testament van Godfried IV, heer van Breda.
Bron: Oorkonden van Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312 
Family F1326
 
1220 Lysbeth Gheryt Schoenmakers was getrouwd met Jan. Of zij ook de moeder van zijn kinderen was is niet bekend. Family F340
 
1221 Made, Zuideinde van Middelmade, 9 april 1723
Jenneken Janssen Eyckmans, weduwe van Job Aerden te Made, mede voor de andere crediteuren, transporteert voor f415,- contant aan Maria Leenderden, weduwe van Adriaan Cornelis Goeskens te Made een stede, bestaande uit een huis, schuur en ca. 1 bunder land daarbij gelegen in 't Zuideinde van de Middelmade te Made, belend ten:
N: Cornelis Boot
O. Voorstraat
Z. Willem Jacobs Sins
W. Cornelis Boot.
In de koopsom is begrepen f150,- in mindereing als rest van een schuldbrief van f250,- aan secretaris Francken d.d. 14-1-1706.
Het verkochte is belast met een rente van f1-4-0 's jaars, zijnde de helft van f2-8-0 i.b.v. Z. Majesteit.
R. 29 f. 393r-v

Made, Zuideinde van Made 13 februari 1725.
Bij deling der goederen uit de nalatenschap van Adriaantie Jacobs, weduwe van Antonij Leenderden te Made, ontvangt Maria Leenderden, weduwe van Adriaan Cornelis Gooskens,
bunder land, gelegen in 't Zuideinde van Made, belend ten
N. Willemina de Laet
O. de weduwe van Corstiaen Jacobs
Z. Antonij Stadthouders
W. straat

R. 29 f 384-385

Made Zuideinde van Middelmade, 14 mei 1726
Maria Leenderden, weduwe van Adriaen Cornelis Goossens te Made verklaart geleend te hebben f300,- ?a 4% van de voogden van de weeskinderen van Anthony van Os te Made en stelt in onderpand haar stede in het Zuideinde van de Middelmade, bestaande uit huis, hof en erf met ca. 1 bunder land, belend ten:
N. weduwe van Hendrick Corn. Thijssen
O. Dirck Langerack
Z. Govert Gerrit Goverden
W. Madese Heide
Afgelost 4 april 1757.
E. 29 f. 404r-v

Made Zuideinde Middelmade 2 december 1746
Bij deling der nalatenschap van Maria Leenderde, weduwe van Adriaen Cornelis Goossens ontvangt Bruno Schalken als man van Cornelia Adriaen Goossens:
1. De oostelijke zijde van de woning in het huis gelegen in het Zuideinde van de Middelmade, met de hof zover de doornenheg loopt en een daarbij gelegen dries, met ?e?en gebint van de westzijde van de schuur en 1/3 van de koestal naast de zuidkant.
2. bunder land, gelegen bij eerder onder 1. genoemd huis.

Made Zuideinde van Made, 2 december 1746
Bij deling der nalatenschap van Maria Leenderde, weduwe van Adriaen Cornelis Goossens ontvangt Leendert Adriaen Goossens onder andere
1. zie Voorstraat
2. Zie Zuideinde van Made
3. 200 Roeden bouwland, gelegen in 't Zuideinde van Made, belend ten:
N. de Weduwe Anthony Chenssen
O. Anthony Jannsen Anemaet
Z. Weduwe Mens Denisse
W. Cornelis Janssen Verhoef
R. 31 f. 117v-119 
Family F116
 
1222 Maria Cornelia is later door Franciscus Bovendeert gewettigd, toen deze op 14 juli 1864 met haar moeder trouwde. Platschart, Maria Cornelia (I28)
 
1223 Maria is door Jan Gommeren gewettigd, toen die op 16 augustus 1871 met haar moeder trouwde. Verstraete, Maria (I43)
 
1224 Maria kreeg in 1864 haar dochter Maria. Deze wordt gewettigd als ze op 16 augustus 1871 met Jan Gommeren trouwt. Hij is een jaar ouder dan zij en een zoon van Antonie Gommeren en Adriana Timmermans. Maria kon niet schrijven toen ze trouwde. Of Maria met Jan Gommeren nog meer kinderen kreeg, hebben we nog niet kunnen vinden. Jan Gommeren overlijdt te Etten-Leur op 31 maart 1900 om zeven uur 's avonds.

Blijkbaar woonde ze in het gasthuis van Etten-Leur. Op het adres Etten-Leur A 140 stonden maar liefst 272 personen ingeschreven in de periode 1910-1920. De meesten ervan overleden ook in die periode, wat suggereert dat het een tehuis was voor ouderen of zieken. Eveneens in dit huis woonachtig was Carolus Johannes Maria van Dijk, bij wie als beroep stond 'RK rector gasthuis'. 
Verstraeten, Maria (I90)
 
1225 Maria kreeg op 6 mei 1910 een onwettige zoon, Petrus Johannes Willem Flooren. Family F414
 
1226 Maria kreeg toen ze 21 jaar oud was een onwettig kind. Op 28 september 1804 werd Adriaan Platschart geboren. Hij bleef niet lang leven. Op 12 mei 1805 is hij overleden. Op 30 oktober 1804 staat over deze bevalling in de kerkenraadsnotulen:
Wegens gegeven ergernis door eene onegte bevalling werd onder censuur tot droefheid der vergadering gelegd Maria Platschart. Opvallend detail is dat haar vader op dat moment lid was van de kerkenraad.

Twee jaar later, op 18 maart 1807, trouwt ze met de 32-jaar oude Louis (Lodewijk) de Bois uit Oostburg. Hij was een zoon van Thomas du Bois en Lena Jansen. De vader van Maria, Jean Platschart is dan 56 jaar en treedt op als getuige. Lang is ze niet met Lodewijk getrouwd. Op 14 augustus 1815 is hij overleden. Vijf jaar later krijgt ze haar tweede onwettige kind, Cornelia. Dit blijft wel in leven. Ook hier heeft de kerkenraad geen goed woord voor over:
De viering van het H. Avondmaal op handen zijnde, word er censura morum gehouden en besloten om Maria Platschart aan te schrijven, dat zij zich, wegens haar onzedelijk gedrag, blijkbaar in het onecht kind dat zij ter wereld gebragt heeft, van het Avondmaal volkomen zal onthouden, tot zoo lang zij den kerkeraad blijken van haar berouw gegeven hebben, of de vergadering overtuigd is van haar zedelijk gedrag.

Haar nog enig levende wettige zoon (Johannes Jacobus) bij Louis du Bois, woont in die tijd bij haar vader. Hij krijgt daarvoor van de kerkenraad 52 gulden per jaar om hem te verzorgen.

Maria sterft als haar dochter 14 jaar oud is. Ze woont dan in wijk 11 nr. 26.

Bron: Burgerlijke stand Sint Anna ter Muiden 
Platschart, Maria (I112)
 
1227 Maria, wier verdere namen niet gebleken zijn, was waarschijnlijk een dochter van Robbrecht Wiltens, wiens nakomelingen herhaaldelijk genoemd worden in transacties met de kinderen en kleinkinderen van Jan Ruelens, terwijl deze een zoon Robbrecht noemde. Maria kan echter ook zijn tweede vrouw geweest zijn. Maria (I1802)
 
1228 Marijnus Verschuur tr. (2) te Princenhage als weduwnaar van Joanna Konings met Cornelia Antoni Dirven, j.d. geb. en wonende te Princenhage. Zij was een dochter van Antonius Kerstiaansz Dirve en Maria Cornelii Timmers, kwartiernr. 478 x 479. Otr. 24 mei 1766, tr. 8 juni 1766.
Uit dit huwelijk een dochter Maria, ged. te Princenhage op 6 mei 1767.

Bron: trouw- en doopkaartje 
Family F103
 
1229 Marinus Cornelissen, stadhouder, verkoopt op 23 juli 1644 het bestarf dat zijn vrouw Tanken Bastiaensen aan is bestorven van haar moeder Thonken Adriaenssen Servoije saliger. Op 2 november 1650 verkopen de erfgenamen van Gerit Adriaensen (Servoije), onder wie Marinus Cornelissen als man en voogd van Tanken Bastiaensen, een half huis met circa 5 gemeten in de stede van Nil den Boenijck aan Jan Anthonissen, vorster te Rucphen.

Op 10 oktober 1661 bekent Marinus Corneliss van Domburch fl. 300 schuldig te zijn aan Willem Lucas Maes vanwege een borgtocht die Maes aan de schout Havermans had voldaan en waarvan de obligatie te Groot-Zundert gepasseerd was. Op 12 september 1667 bekent Marinus Cornelissen van Domborch fl. 250 schuldig te zijn aan zijn broer Pieter Cornelissen Commissaris, waarvoor hij als onderpand stelt zijn huis, schuur, stal, en landerijen.
Bron: E.G. Boeren en P.G.A.M. Peeters: "Tak Van Domburgh uit het Rucphense geslacht Commissaris", in Brabantse Leeuw 1993, p. 111 e.v. 
Family F1544
 
1230 Marinus was weduwnaar van Adriana Willemse Vermunt, toen hij met Anna trouwde. Met haar was hij op 16 april 1763 in Etten-Leur in ondertrouw gegaan en op 1 mei van dat jaar getrouwd.

Bijna drie jaar na de geboorte van zijn laatste kind met Anna, hertrouwt hij met Lucia Adriana Timmermans. Ze gaan op 11 oktober 1783 in Etten-Leur in ondertrouw en trouwen op 26 oktober 1783. 
Family F258
 
1231 Martinus was weduwnaar van Adriana Maria Voeten voor hij met Petronella trouwde. Na de dood van Martinus hertrouwt zijn ook met de broer van Adriana Maria, namelijk Cornelis Voeten.

Tussen 1850 en 1859 woont het gezin in wijk G in Etten-Leur, in het gehucht Bremberg aan de Nieuwen Bremberg 34.
Bron: Bevolkingsregister Etten-Leur 1850-1859, http://www.regionaalarchiefwestbrabant.nl

Tussen 1860 en 1869 woont het gezin in wijk G in Etten Leur, aan de Bremberg G 34.
Bron: Bevolkingsregister Etten-Leur 1860-1869, http://www.regionaalarchiefwestbrabant.nl 
Family F17
 
1232 Medieval lands, http://fmg.ac/Projects/MedLands/Contents.htm van Bourgondi?e, Adelais (I10776)
 
1233 meerderjarig op 13-9-1530 Henrick Valerius Peter Andries (I749)
 
1234 Moeder genaamd Simona ipv Lucia. Janse, Engelbertus Stephanus (I8258)
 
1235 Mogelijk begraven op 22-2-1773 te Berkel-Enschot (deze Cornelis was gehuwd) van de Ven, Cornelis Gerit (I1265)
 
1236 Mogelijk heet zij Margriet Willemsdr van Goor. Margriet (I5201)
 
1237 Mogelijk heette zij van Caem. Lijsbeth (I7151)
 
1238 Mogelijk is Anthonis nog minderjarig op 15 mei 1504, wanneer Jan Florijsz ten behoeve van hem een jaarlijkse pacht koopt. Maesz, Anthonis Anthonis Jan (I1073)
 
1239 Mogelijk is hij de Cornelis Cornelis de With, wiens weduwe Lijsken Willem Nouwen op 12 februari 1668 een beemd genaamd de Ooievaarshoek kocht.
Bron: RHC Tilburg online, nadere toegangen Hilvarenbeek, Schepenbank Hilvarenbeek 700 inv.nr. 66 fol. 197

In 1696 verkopen zijn kinderen in elk geval hout uit de Oijevaershoek zodat een familierelatie voor de hand ligt. 
de With, Cornelis (I7293)
 
1240 Mogelijk is hij de Hermannus de BOrden de Westilborch die in 1358 vermeld wordt, hoewel deze inschrijving ook op zijn grootvader zou kunnen slaan.
6 november 1358:
Michael de Norde en Henricus Luten, schepenen van Oesterwyck, verklaren, dat Hermannus de Borden de Westilborch heeft opgedragen aan Henricus Custos, de erfpacht van een half mud rogge, welke Elisabeth, dochter van Hermannus van der Aavoert op St. Andries geldt uit 3 lopense land, vroeger toebehoord hebbende aan Gerardus Beyen senior, gelegen in die Hasselt in de parochie Westilborch, tussen Gerardus voorn., Rode Gerarts, en Lambertus, zoon van wijlen Lambertus Ydensoen, stellende mede ten onderpand 1 lopense land in de Tetenbrake, geheten die Hogheacker.
"Geryt van Houthem Janss heeft dit voers. half mudde roggen met meer andere perceelen opgedragen Godevaert van Hulsen, soen wilner Godevaerts van Hulsen, gelyck in scepeneletteren van Oisterwyck begrepen is van den daet 26 daigen inden aprille int jaer 1460".
Bron: RHC Tilburg, Regestenlijst Tafel van de heilige geest Oisterwijk, cartularium fol. 84, http://rhc.tilburg.nl/studiezaal/inventarissen/toeg0727.htm

Op 09-01-1419 maakten de broers Jan, Ghijsbrecht en Herman, zonen van wijlen Herman Jans zoen van Boerden een erfdeling.
Jan kreeg
1. een stuk land, heide en land, in Westilburg, in de Rugdijk, tussen straten en tussen de Nieuwe Hoeve van voornoemde Jan,
2. 1/3 van ?voerweken land, gelegen aan de gemeint en tussen Ghijsbrecht van Boerden en zijn broer Herman, reikend in het noorden aan een heideveld genaamd de Bunder en aan voornoemde Ghijsbrech en Herman,
3. 1/3 van een stuk land, gelegen aan de straat die komt aan het Hangende Rijs, naast erfgenamen van Dirc Claus zoens en naast Herman van Boerden,
Herman kreeg een hofstad van 6 lopen, met het oude huis erop, gelegen aan de Rugdijk.
Ghijsbrecht kreeg 6 lopen land, heide en noortwaarts daarvan gedeeld land.
Ghijsbrecht en Herman kregen, ieder voor 1/2, tesamen
1. heideland, geheten de Bunder, reikend aan de Rugdijk, tussen de kinderen Peter van Boerden en tussen de gemeint, reikend in het oosten aan voornoemde Jan,
2. 2/3 van ?voerweken land, waarvan Jan 1/3 is toebedeeld, tussen dit deel van Jan en tussen de kinderen Peter van Buerden, reikend aan de Bunder en in het oosten aan Henric van der Dijesen, strekkend tot aan de straat.
10v-1. Ghijsbrecht Herman Jans zoen van Boerden gaf uit aan zijn broer Herman zijn aandeel in zijn voorschreven goederen, voor de grondcijns en om een erfpacht van 4 mud en 4 lopen rogge, te leveren met lichtmis.

Op 09-01-1419 droeg Jan Herman Jans zoen van Boerden over aan zijn broer Ghijsbertus van Boerden de helft in
1. een erfpacht van 9 lopen rogge, die Jan van den Wijel te Berkel levert met lichtmis,
2. een erfpacht van 9 lopen rogge, die de erfgenamen van wijlen Henric Hovels leveren met lichtmis,
3. een erfpacht van 1/2 mud rogge, die Guedelt Lonijs dvw Lijsbeth Lonijs levert.

Op 09-01-1419 droeg Herman Herman Jans zoen van Boerden over aan zijn broer Ghijsbrecht een erfpacht van 1 mud rogge, die hem ten deel was gevallen.
Bron: RHC Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.143, microfiche 1-C1, folium 10r-v.

Op 30-01-1422 verkocht Jan Hermans van Buerden aan zijn broer Herman Hermanni de Buerden zijn deel van de Buunderse Akker, in Westilburg, dat gedeeld is van de Hoge Akker, beiderzijds en een eind tussen Herman van Buerden en op de Moederskens Straat, met de weg die daartoe behoort, hem verstorven van zijn ouders Herman van Buerden en Oede, belast met een erfpacht van 1 mud rogge, met lichtmis te leveren aan Henrick Hacken te 's-Hertogenbosch en met de grondcijns.
Bron: RHC Tilburg online, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.144, microfiche 1-A9, f.4v-1, aktenr. 025, 30-01-1422. 
Family F1778
 
1241 Mogelijk is hij de Hubregt Risseeuw die in 1851 emigreert vanuit Zuidzande.
Bron: ISIS Zeeuws Archief. 
Risseeuw, Hubregt (I2950)
 
1242 Mogelijk is hij dezelfde als de 14-jarige Hendrikus van der Zanden die in 1857 gezocht wordt door de politie. Het opsporingsbericht luidt:
Zanden, Hendrikus van der, oud 14 jaren, lang 1.37 el, voorhoofd rond, haar, wenkbr. en oogen bruin, neus en mond gewoon, kin en aangezigt ovaal, kleur bleek.
Veroordeeld, bij vonnis der arrond.-regtbank te Eindhoven, d.d. 3 Dec. 1857, bij verstek, tot eene gevangenisstraf van zes dagen, ter zake van bedelarij.
Sedert eenige maanden heeft hij de ouderlijke woning te Kaatsheuvel (gemeente Loon-op-Zand), verlaten en zwerft vermoedelijk in Limburg rond, alwaar hij is gezien, gekleed met blaauwen kiel en klompen.
De officier van justitie te Eindhoven verzoekt opsporing, aanhouding en berigt.
Bron: Algemeen Politieblad 1857, p. 45.

Op 20 januari 1858 wordt zijn signalement weer ingetrokken.
Bron: Algemeen Politieblad 1857, p. 92 
van den Zanden, Hendrik (I75)
 
1243 Mogelijk is hij een zoon van Guilelmus Valerii Timmers (Willem Floris Timmers) die op 15 juni 1636 te Princenhage trouwt met Anna Guilielmi Adriaensen.
Bron: ISIS Brabantse archieven 
Timmers, Wouter Willem (I872)
 
1244 Mogelijk is hij een zoon van Michiel Adriaensen Verdonck tr. Anna Claasdr. Puth.
Bron: GTMWB 2004 p. 295 
Verdonck, Adrianus Michiel (I11831)
 
1245 Mogelijk is hij op 4-11-1640 te Loon op Zand gedoopt als Henricus Jacobuszn. De namen van de ouders staan verder niet vermeld. Henricus Jacobus (I8246)
 
1246 Mogelijk is zij de Joanna van Domborgh die op 10 februari 1740 te Rucphen overleden is.
Bron: ISIS Roosendaal 
van Dombergh, Joanna Antonissen (I5065)
 
1247 Mogelijk is zij een dochter van Harman van der Bruggen. Hij was schepen van Hertel (Terheyden) in 1393 en komt voor in het Cartularium van het Begijnhof Breda op p. 49/66.
Bron: J.J.M. den Braber: Kwartierstaat den Braber, tak 27, URL: http://www.geocities.com/hdb.geo/kwartierstaat/kwst27.html 
van der Bruggen, Johanna Hermans (I4049)
 
1248 Mogelijk was hij getrouwd met (Maria?) van Bentheim. van Arkel, Jan Ii (I2436)
 
1249 Mogelijk was hij getrouwd met Katharina (?) Alartsdr van Keent (?).
Bron: Hans Vogels: Het Graafschap Rode, de Priorij van Hooidonk en de Van Herlaars, via soc.nederlandse.adel

26 juli 1292:
Jan I, hertog van Brabant, laat ten verzoeke van Hendrik Dicbier van Mierlo door tien geloofwaardige lieden de grenzen tussen diens gebied en het zijne vaststellen.
Bron: Oorkondenboek Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

24 augustus 1296:
Jan II, hertog van Brabant, bekrachtigt de grensscheiding, op 26 juli 1292 gemaakt van de heerlijkheid Mierlo (zie hierboven), en ontheft de lieden van Hendrik Dicbier van alle beden, tollen of geldelijke diensten.
Bron: Oorkondenboek Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

15 juli 1303:
Schepenen van Helmond oorkonden dat Hendrik Schilling zijn cijnsen te Deurne en te Nuenen heeft verkocht aan Hendrik, heer van Mierlo.
Bron: Oorkondenboek Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

21 mei 1309:
Hendrik van Mierlo, zijn zoon Rover, Arnoud Poeldonk, Jan Vranke, Peter van Steenwege en zijn broer Rutger beloven te zullen betalen aan Gillis de lombard 148 pond zwarte Tournooisen, ten behoeve van de verenigde lombarden in 's-Hertogenbosch; twee schepenen van 's-Hertogenbosch zijn getuigen.
Bron: Oorkondenboek Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

3 mei 1311:
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Hendrik van Mierlo, Arnoud Poeldonk, Jan Vranke, Peter van den Steenweg en zijn broer Rutger hebben beloofd 120 pond te betalen aan Lippert van der Ogherstrate uit Utrecht.
Bron: Oorkondenboek Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312

mei 1312:
Gozewijn Model, clericus, zoon van Hendrik van Mierlo, Peter "de Via lapidea" (= van den Steenweg), zijn broer Rutger en Herman van Langel van Herpen beloven ten overstaan van schepenen van 's-Hertogenbosch te zullen betalen aan Gillis de Lombard 127 pond zwarte Tournoois ten behoeve van de verenigde lombarden van 's-Hertogenbosch; twee schepenen van 's-Hertogenbosch zijn getuigen.
Bron: Oorkondenboek Noord-Brabant 694-1312, http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/OorkondenVanNoord-brabant694-1312 
van Mierlo, Hendrik Ii (I5635)
 
1250 Mogelijk was zij Ida de Chiny, dochter van Otto II graaf van Chiny en zijn vrouw Alix van Namen. De primaire bron voor haar identiteit is nog niet gevonden.
Bron: Medieval lands, http://fmg.ac/Projects/MedLands/Contents.htm 
N.N. (I2502)
 

      «Prev «1 ... 21 22 23 24 25 26 27 28 29 ... 35» Next»